Een vriend van me die op het moment in China werkt en woont vroeg om nog toe te voegen:
In de lokale pers (Volksdagblad) las ik niets over Sichuan, wel over rellen in verschillende districten in Gansu.
De Chinezen in Shenyang staan er niet-begrijpend naar te kijken. Hoe kan die lama in het buitenland nog zoveel volk op de been brengen voor dergelijke gruweldaden? Voor hen leek Tibet tot nu toe alleen een oord van vrede en harmonie.
Dirk Nimmegeers (*)
De Olympische Spelen komen eraan. Al wie over de politiek van China alleen maar kwaad wil spreken of horen is gestart in de marathon van 'Beijing bashing'. L'embarras du choix: Darfur, het milieu, Afrika, de mensenrechten... En dan is er de Dalai Lama, zijn entourage en zijn steungroepen. Iemand had zelfs het briljante idee om een heruitgave van Tienanmen te realiseren.
Op maandag 10 maart vertrokken er vanuit India monniken op weg naar China om demonstraties te organiseren rond de Olympische Spelen en om de 49e verjaardag (oh, getallensymboliek!) van de Tibetaanse opstand te herdenken. Zij werden tegengehouden door de Indiase politie en meteen stond er een reserveteam klaar om hen af te lossen. Over de hele wereld hielden 'Free Tibet support groups' demonstraties in de dagen daarna en in China organiseerden monniken verboden betogingen. Het hoogtepunt van de actieweek moest in Tibet zelf plaatsvinden en dat gebeurde ook. Op vrijdag 14 maart werd in Lhasa door een aantal jongeren het startsein gegeven voor een dag van geweld en vernieling. Toen vielen de eerste doden.
Wie heeft er gedood? Vanwaar kwam het geweld? Waarom is er geen dialoog tussen Peking en de Dalai Lama? Voor wie achter de Spielbergs van deze wereld aanholt zijn dat overbodige vragen, maar niet voor diegenen die oprecht meeleven met de mensen die in China wonen en werken.
Als je alleen de krantenkoppen leest of kennis neemt van de nieuwsselectie die je op radio en tv kunt horen krijg je het bekende verhaal over de Chinese dictatuur. Maar er ontstaat een heel ander beeld als je luistert naar de getuigenissen van westerse journalisten en toeristen die de feiten hebben meegemaakt. Deze verklaringen kwamen ook in media zoals de BBC, AFP, The Economist, The Guardian, maar dan wat minder sterk belicht.
Chinezen van andere bevolkingsgroepen dan de Tibetaanse of van een ander geloof dan het boeddhistische werden aangevallen met stenen, messen en volgens ooggetuigen ook met geweren. Eigendommen en een heiligdom (een moskee) van niet Tibetanen en van de staat werden geplunderd, vernield en in brand gestoken. Urenlang is er door de politie een passieve houding aangenomen en was de voornaamste activiteit van de ordehandhavers gericht op het in veiligheid brengen van burgers, het blussen van branden en het voorkomen van nog meer destructie.
Het is waarschijnlijk niet waar dat de politie vrijdag, 21-3, op de menigte heeft geschoten. Van dat soort ingrijpen zijn er geen beelden. Geen van de toeristen of journalisten die in Lhasa waren verklaarde dat de ordetroepen dodelijke slachtoffers hebben gemaakt. Het is ook zeer aannemelijk dat de Chinese autoriteiten, nu met de Olympische Spelen alle ogen op China gericht zijn, alles op alles wilden zetten om de orde te handhaven zonder dodelijke slachtoffers.
Moeten we dan niet overwegen om het voordeel van de twijfel te geven aan de Chinese versie van de incidenten, in plaats van zoals meestal gebeurt, aan die van de Dalai Lama en zijn bondgenoten?
Het geweld in Lhasa en in andere Chinese steden gebeurt onder de spandoeken en vlaggen van separatisten. Van de aanloop naar de Olympische Spelen profiteren ze om provocaties op touw te zetten waarop naar hun inschatting de staat moeilijk zal kunnen reageren. Misschien was een bepaald recent nieuwsfeit een extra aanmoediging voor hen: enkele machtige staten hebben de wereld voor een voldongen feit geplaatst betreffende de afscheiding van Kosovo. Maar achter het geweld in Lhasa zit meer dan een separatistisch ideaal.
Het oproer is in zekere zin uitgemond in etnische en godsdienstrellen. Er zijn ook jongeren en mensen bij betrokken die sociaal en economisch de boot gemist hebben, afgunstig op succesvolle leden van andere bevolkingsgroepen en met het gevoel dat zij achtergesteld zijn. Er is ook sprake van misnoegdheid over voedselprijzen en dergelijke. Sommige Tibetanen kunnen wellicht racistische haatgevoelens koesteren voor Han Chinezen (en omgekeerd).
Het is zeer de vraag of de meeste Tibetanen voor wie de Dalai Lama hun geestelijke leider blijft, ook bewuste voorstanders zijn van een afscheuring van China. De boeddhistische elite in ballingschap, hun politieke organisaties en de monniken maken echter dankbaar gebruik van het religieuze aanzien van de Dalai Lama om hun nationalistische agenda kracht bij te zetten.
Wat is de verantwoordelijkheid van de Dalai Lama bij dit alles? Waarom is Peking verre van enthousiast om met hem te onderhandelen? Dat hij en zijn bondgenoten de rellen letterlijk georganiseerd hebben zal moeilijk te bewijzen zijn. Maar er zijn ook dingen die helemaal niet bewezen hoeven te worden en die iedereen heeft kunnen volgen. Tot dinsdag 18 maart hebben de Dalai Lama en zijn woordvoerders uitsluitend de Chinese regering opgeroepen om "met het geweld te stoppen", zijn zij grove beschuldigingen blijven uiten (o.a. het absurde culturele genocide) en hebben zij niets gedaan tegen de herhaalde pogingen van hun volgelingen in andere provincies om olie op het vuur te gooien met nieuwe opstootjes. Op 18 maart keurde de Dalai Lama voor het eerst ook het geweld van de Tibetanen zelf af. We mogen ons afvragen hoe oprecht die woorden zijn van iemand die toelaat dat zijn zogenaamde regering in ballingschap wilde geruchten blijft verspreiden over Chinese gruweldaden en die geen stappen zet om zijn aanhangers ook echt met hun acties te laten ophouden.
Die dubbelzinnigheid vinden we in alles terug. De Dalai Lama zegt geen onafhankelijkheid te willen, maar hij steunt het zwaaien met de 'Tibetaanse vlag' en staat aan het hoofd van een groep mensen die wel degelijk China willen splitsen. Zij en hun leider spreken over de Chinese 'bezetting' (hoe kun je een land dat niet onafhankelijk is en het niet wil zijn, bezetten?).
Hij zegt tegen geweld te zijn, maar houdt zijn volgelingen niet tegen als ze Chinese vlaggen verbranden en gewelddadige acties plannen en uitvoeren. Hij ziet zichzelf enkel als een godsdienstig leider, niet als een politicus en hij zegt dat hij na zijn terugkeer ook geen politiek leider van een 'vrij Tibet' wil zijn, maar hij doet voortdurend aan politiek. Hij blijft culturele autonomie, vrijheid en respect voor de Tibetaanse cultuur en religie eisen terwijl dat alles in de Autonome Regio Tibet al een tijdlang ruimschoots verwezenlijkt is en bevorderd wordt.
Chinese ordehandhavers willen er nu door een grote machtsontplooiing voor zorgen dat de rust hersteld wordt, nog steeds zonder dat ze buitensporig geweld hebben ingezet. Wel heeft de politie geschoten en vier demonstranten verwond in de provincie Sichuan, volgens het officiƫle persagentschap Xinhua uit zelfverdediging. (1)
Buitenlandse journalisten zijn weggestuurd uit Lhasa. De laatste buitenlandse reporter, de Duitser Georg Blume, waarschuwde in een interview toen hij de stad moest verlaten, voor overhaaste conclusies. "Ik dacht eerst ook dat de politie schuld had aan de doden (...) hoe meer ik met getuigen sprak, hoe onwaarschijnlijker dat bleek (...) een aanhanger van de Dalai Lama die China altijd bekritiseert, zei me 'om eerlijk te zijn, dit keer zijn we te ver gegaan en (...) de politie heeft niet geschoten. De politie is overal, ze doen voor het eerst huiszoekingen, maar er is toch een zekere terugkeer naar het normale leven.' " (2)
We zullen dit soort getuigenissen voorlopig moeten missen. Dat is jammer want het betekent dat de vooringenomenheid van hoofdredacteurs en commentatoren, die standaard spreken over de 'bezetting van Tibet' voorlopig niet meer zal worden genuanceerd. De internationale Dalai Lama-lobby blijft verder beschikken over massa's middelen om de opinie overal (behalve in China) te manipuleren.
Wij kijken ernaar uit dat de provocaties ophouden en dat er niet nog meer doden vallen. Tibet kent al vier opeenvolgende jaren van 12,7 procent economische groei, het inkomen van de bevolking is in twintig jaar tijd meer dan verviervoudigd. Een spoorweg over het dak van de wereld die zonder ironie een wonder van techniek genoemd mag worden verbindt Lhasa met de stad Xining 1900 km verderop, in een andere Chinese provincie. Die spoorweg zorgt voor investeringen, toerisme naar en vanuit Tibet en snellere economische vooruitgang. In 2006 verhuisde 10 procent van de Tibetaanse bevolking naar een nieuwe woning. Lhasa, waar de mensen in 1993 hun behoefte nog op straat deden, is nu een moderne stad.(3) De beste hoop voor Tibet en de rest van China bestaat eruit dat het land binnenkort verder kan werken aan de ontwikkeling van zijn autonome regio en aan het verzoenen van alle bevolkingsgroepen daar.
(*) redacteur van China Vandaag (VBC), onder eigen naam.