Op donderdag 24 april jl. verwierp een Tsjechische rechter in Praag het protest dat de Communistische Unie van de Jeugd (KSM) had aangespannen tegen het besluit van het ministerie van Binnenlandse Zaken van de Tsjechische Republiek, dat de ontbinding van de KSM had geeist. De officiële reden voor het verbieden van de KSM is het onderdeel van het programma dat oproept om het privé-eigendom van de productiemiddelen te vervangen door een collectief eigendom van de productiemiddelen. Dus knokken voor het socialisme. Een daarmee samenhangende reden voor ontbinding is het feit dat jongeren die zich aansluiten bij de KSM instemmen met de noodzaak om voor een maatschappij die niet gebaseerd is op de kapitalistische principes te strijden. Dat heet dus gewoon klassenstrijd. In een EU-land kan een organisatie die streeft naar het socialisme en de noodzaak van klassenstrijd inziet worden ontbonden. Het aantal lieden dat de klassenstrijd wil 'afschaffen' is niet onaanzienlijk. Jammer voor al deze lieden, of ze nu trachten hun doel door repressie te bereiken of door verdraaiing van de werkelijkheid, is dat de werkelijkheid weerbarstiger is dan hun dromen.
De aanval tegen de KSM - die uiteraard ook een aanval is op de CP van Bohemen en Moravië - is een onaanvaardbare politieke en ideologische manipulatie gericht tegen communisten en socialisten. Bij voortduring vinden er in Tsjechië, maar ook in andere EU-landen, pogingen plaats om de communistische ideologie en elke openbare activiteit gericht op verdediging van de belangen van de uitgebuite en onderdrukte mensen als misdaad te bestempelen. De CP van Bohemen en Moravië is één van de sterkste partijen in Tsjechië. Die durft men nog niet openlijk aan te vallen. Maar de aanval in een EU-land op een communistische jongerenorganisatie, zonder dat er een luid en duidelijk protest door de EU plaatsvindt, betekent ook dat men stilzwijgend akkoord gaat met de aanval op de KSM. De strijd tegen dit verbod in Tsjechië, maar ook in andere landen van de EU waaronder Nederland, zalechter doorgaan. Klassenstrijd kan niet worden gestopt door uitsluiting en ideologische verdraaiingen.
De toekomst kan niet worden verboden!
Nee tegen het verbod op de KSM!
Nee tegen anticommunisme!
Zie ook: http://www.ksm.cz
Ron Verhoef
De klassenstrijd is dood. Het is een opmerking die we maar al te vaak horen. Volgens moderne politici heeft de klassenstrijd zijn tijd gehad en sommige politici willen ook nog wel zover gaan dat ze toegeven dat het niet geheel zinloos was. Dat er nog volop klassenstrijd is is echter duidelijk. De propaganda dient immers een ander doel, namelijk arbeiders te ontmoedigen op te komen voor hun rechten.
Onder historici bestond er in ieder geval nooit twijfel over dat er in het verleden klassenstrijd was. Marxistische ideeën worden nog altijd gebruikt om arbeidsonrust uit het verleden te verklaren, een onlangs verschenen artikel over de auto-industrie (1) verklaart de arbeidsonrust bijvoorbeeld aan de hand van Marx' idee over de gevolgen van een gebrek aan invloed op het eigen werk door arbeiders. Dit is echter een wetenschappelijk artikel, in de populaire geschiedenisboeken begint langzaam maar zeker een kentering plaats te vinden. Als voorbeeld wil ik de boerenopstand van 1381 in Engeland noemen.
De boerenopstand was het duidelijkste voorbeeld van klassenstrijd in de Middeleeuwen, het was de eerste grote opstand van boeren in Europa waar er meer zouden volgen. In Nederland had wel al een boerenopstand plaatsgevonden in 1227, de slag bij Ane, maar in Ane ging het om de vraag wie de macht zou hebben en waren economische motieven van ondergeschikt belang.
Wat was er aan de hand in Engeland in 1381? Eigenlijk een combinatie van drie dingen. In 1348 had de Zwarte Dood in heel Europa een groot deel van de boerenbevolking weggevaagd. Hierdoor was er een tekort aan arbeid en dat leidde ertoe dat de boeren meer macht hadden gekregen tegenover de landheren. Een van de belangrijkste overwinningen was de afschaffing van de lijfeigenschap. In 1381 was de bevolking gedeeltelijk hersteld en waren de boeren bang dat de edelen de lijfeigenschap weer zouden invoeren. Een tweede punt was dat de boeren een deel van de week moesten werken voor de kerk en daar niets voor terugkregen. Tenslotte was er nog de belasting.
Engeland was in een langdurige oorlog verwikkeld met Frankrijk, de honderdjarige oorlog (1337 - 1453), dat kostte uiteraard veel geld en er werden voortdurend nieuwe belastingen ingevoerd die de boeren nauwelijks konden betalen.
Onder leiding van Watt Tyler en John Ball kwamen de boeren daarom in opstand en trokken naar Londen waar ze zelfs de Tower of London wisten te bezetten. De Aartsbisschop van Canterbury en de schatkistbewaarder werden gevangengenomen en na een soort van proces geëxecuteerd. Ook het huis van John of Gaunt, de feitelijke regent van Engeland aangezien de koning Richard II nog maar 14 jaar oud was, werd bestormd, maar John bleek niet thuis. Hij was met een leger op weg naar Schotland, dat een bondgenoot was van de Fransen. Toen het nieuws van de opstand John bereikte besloot hij voorlopig niet terug te keren naar Londen.
Tot zover het verhaal. Voor historici is dit altijd een duidelijk voorbeeld geweest van klassenstrijd, maar zelfs deze klassenstrijd in het verleden komt nu onder vuur te liggen. In een populaire BBC tv-serie over leven in de Middeleeuwen, die ook door Teleac is uitgezonden, staat Terry Jones even stil bij de opstand, maar laat de term klassenstrijd achterwege. In het bijbehorende boek (2) is Jones stelliger: De boerenopstand was geen klassenstrijd. De boeren hadden helemaal geen problemen met de belasting, de kerk of de lijfeigenschap. Ze waren in opstand gekomen om hun landheren te ondersteunen die wel tegen de belasting waren. Als argument hiervoor noemt Jones dat de boeren op de eerste dag zich aansloten bij de eveneens opstandige edelen en pas op de tweede dag met hun eigen eisen kwamen.
Op de tweede dag hadden de edelen hun verzet namelijk laten varen. Zelfs al zouden de boeren inderdaad alleen maar de edelen hebben willen steunen, wat twijfelachtig is aangezien ze ook een groot aantal edelen gevangennamen, dan nog kan niet ontkend worden dat de boeren wel hun eigen agenda hadden. In een verhaal dat voor de gewone man heel aannemelijk klinkt bestrijdt Jones dit dus nu. Zijn tweede argument, dat de boeren uiteindelijk kalmeerden doordat ze vertrouwen in Richard II stelden, is al even mager. De koning had immers toezeggingen gedaan en vanuit het oogpunt van de boeren hadden ze de strijd gewonnen. Dat hij enige tijd later zijn toezeggingen weer introk, kon door de boeren op dat moment niet worden voorzien. Dat Jones het intrekken van de beloftes ziet als een bewijs dat er geen klassenstrijd is geweest is dus geschiedschrijving van een zeer bedenkelijk niveau.
Jones is niet de enige. In een eind vorig jaar verschenen artikel over de invloed van arbeiders op de politieraad van Glasgow en de daaruit volgende strijd, doet David G. Barrie (3) ook een duit in het zakje. Zo wordt op een geniepige wijze geprobeerd ook historisch de klassenstrijd af te schaffen en daarmee ook het gelijk van Marx te ondergraven. Geloof dus niet alles wat u in die populair wetenschappelijke boeken of series leest, soms zeggen die meer over de schrijvers dan over het verleden!