Wil van der Klift
Ogenschijnlijk hebben de voorstellen van Bakker en het Ierse 'Nee' niet veel met elkaar te maken, maar kijken we verder dan gaat het om hetzelfde. Van ondernemerszijde, daarin gesteund door een politieke meerderheid in Europa en veel Europese landen, worden in sneltreinvaart voorstellen gedaan om de laatste restanten van de, door de werkers in de vorige eeuw zwaar bevochten, welvaartsstaat af te breken. Daarbij worden de wensen van de bevolking steeds meer genegeerd. De kloof tussen 'politiek' en 'publiek' wordt steeds groter.
Het advies 'Naar een toekomst die werkt' van de commissie-Bakker is verschenen en wordt in ondernemerskringen en door veel politici met tevredenheid ontvangen. De vakbondstop reageert gematigd afwijzend. Vanwaar die voorzichtigheid? Tactisch of principieel? Het advies is een regelrechte aanval op de werkende en uitkeringsgerechtigde bevolking. De vakbeweging kan zich niet permitteren om langs de kant toe te kijken. Het rapport bevat 43 voorstellen om tot 2016 zo'n 400.000 extra mensen uit de uitkering en aan het werk te zetten. Van baanzekerheid naar werkzekerheid of erger nog 'employability-zekerheid' wel te verstaan. Want vaste banen worden afgeschaft en het is lang niet zeker dat de voorgestelde omscholingsmaatregelen ook altijd tot ander werk zullen leiden. De commissie, onder leiding van TNT-topman Peter Bakker, werd eind vorig jaar in het leven geroepen om een kabinetscrisis te voorkomen.
Om te bevorderen dat werknemers in de toekomst doorwerken tot hun 67ste, moet niet alleen de AOW-leeftijd omhoog, maar moet ook de pensioenopbouw worden beperkt. Gepensioneerden moeten daarnaast gaan meebetalen aan hun AOW. Vanaf 2016 wil men de AOW-leeftijd met een maand per jaar optrekken. In 2040 moet de AOW-leeftijd 67 jaar zijn. De opbouw van het aanvullend pensioen wordt verlaagd. De AOW wordt vanaf 2011 geleidelijk uit de belastinginkomsten betaald in plaats vanuit premies (fiscalisering). Gepensioneerden moeten dan meebetalen aan de oudedagsvoorziening. Op korte termijn moeten fiscale maatregelen werkenden dwingen door te werken tot hun 65ste.
Deeltijdwerkers moeten meer uren gaan draaien. In de praktijk betekent dit vooral gedwongen stapelbaantjes aannemen. Veel meer vrouwen dan nu moeten gaan werken. Dat zal uiteraard niet allemaal vrijwillig gebeuren. Er moet daarom een participatieplicht komen voor mensen die een half jaar of langer een uitkering hebben. Alleen vrouwen die geen financiële zorgen hebben kunnen zich permitteren thuis te blijven of een paar uur leuk werk te doen. Bedrijven krijgen (uiteraard weer) belastinggeld als ze een oudere werknemer in dienst nemen.
Op langere termijn moeten bedrijven een werknemer die ze kwijt willen nog een half jaar doorbetalen en hem helpen bij het zoeken naar een andere baan (outplacement-periode). Na deze periode heeft de ontslagen werknemer recht op een uitkering van een half jaar via zijn bedrijfstak. Daarna wordt hij gedumpt met een uitkering die in de plaats komt van de huidige WW. De commissie doet geen voorstel voor de duur ervan. De WW-uitkering is op dit moment minimaal drie en maximaal 38 maanden. Na ontslag komt er per gewerkt jaar een maand WW-uitkering bij.
Iedere werknemer krijgt - door hem zelf meebetaald uit de eigen arbeidsvoorwaarden-ruimte - een 'budget' waaruit hij scholing en eventuele periodes van werkloosheid kan overbruggen.
De strategie die werd uitgestippeld in de Lissabon-plannen van de EU uit 2000 wordt stap voor stap uitgevoerd. Jaar na jaar worden in alle Europese landen veranderingen doorgevoerd die deze agenda moeten realiseren. Van land tot land verschillend, afhankelijk van de vorm die de verworven rechten in het verleden hebben aangenomen, de strijdbaarheid van de verschillende bevolkingen en de kracht van de vakbewegingen in die landen. Een handicap voor de Europese kapitalisten is dat ze er nog niet in slaagden hun gezamenlijke neoliberale Grondwet of Verdrag (ook van Lissabon) te realiseren. Inmiddels doet het Europese Hof van Justitie de ene na de andere uitspraak die de arbeidsrechten van de werknemers uitholt.
Steeds weer blijkt het verzet onder de bevolkingen van de landen in Europa te groot als zij de kans krijgen om dat middels referenda te uiten. De definitieve vaststelling van het, door de ondernemers en hun politieke vriendjes gewenste, Europese Verdrag zal de neoliberale koers die Europa heeft ingeslagen verder versterken en leiden tot intensivering van de aanvallen op de koopkracht, het levenspeil, de arbeidsvoorwaarden en het publieke voorzieningenniveau. Dat heeft de meerderheid van de Ierse bevolking zeer goed begrepen. Haar 'Nee' moet daarom worden benut om de neoliberale aanvallen nog sterker dan nu te stoppen. De SP grijpt terecht de verkiezingen in 2009 aan om daarvoor campagne te voeren. Het advies van de commissie Bakker past precies in deze neoliberale plannen en wijkt in essentie ook niet af van wat Donner wil. Het is alleen handiger geformuleerd en over een langere termijn uitgesmeerd. Het geeft de politieke elite meer mogelijkheden om de doorvoering van de plannen afhankelijk te maken van de (snel) verslechterende financieel-economische ontwikkelingen de komende jaren en hun politieke overlevingsspelletjes.
De strijd voor de verbetering van de koopkracht zal door de groeiende inflatie steeds meer in het middelpunt van de belangstelling komen te staan. Loonstrijd kan en mag echter niet los worden gezien van strijd voor korter werken, behoud van publieke voorzieningen en verlaging van de prijzen, zoals de commissie Bakker ons nadrukkelijk toont. Het gaat tegenwoordig (weer) niet alleen om behoud en verbetering koopkracht, maar steeds meer ook om het behoud van een goede gezondheid (tegen het aldoor opvoeren van werkdruk, toenemende stress, flexibilisering van het werk, etc).
Sinds eind tachtiger jaren (vorige eeuw), na de heftige strijdperiode die ontstond tegen de gevolgen van het Akkoord van Wassenaar, heerste er overwegend een cultuur van klassenvrede, onderhandelen (polderen) en achterkamertjespolitiek, waarin een doorslaggevende rol was weggelegd voor de betaalde bestuurders, terwijl de vakbeweging steeds meer de vorm kreeg van een sociale ANWB. De eerste barsten ontstonden in 2004/2005 toen steeds duidelijker werd dat de koek niet meer 'eerlijk' kon worden verdeeld. Museumplein en 'Nee' tegen de Grondwet waren de meest in het oog springende wapenfeiten van die omslag in het denken en handelen. De verkiezingsuitslag (eind 2006) gaf aan dat die omstandigheden nog niet veranderd waren. De huidige crisis en komende aanvallen (Flexicurity, Lissabonagenda, Europees Verdrag, advies Bakker) maken dat de sfeer de komende periode alleen maar zal verharden. De recente voorstellen van de commissie Bakker tonen dataan. Zij vormen een opzetje voor de rechtse meerderheid in parlement en kabinet om het mes verder te zetten in een hele reeks sociale verworvenheden.
De komende periode zal steeds spannender worden. Daarbij kunnen we in gedachten houden dat als de bevolking zelf aan het woord mag komen, zoals op het Museumplein in 2004, tijdens de referenda in Frankrijk en Nederland in 2005, tijdens de parlementaire verkiezingen eind 2006 en in Ierland kortgeleden, de aanvallen en rechtse voorstellen door grote meerderheden worden afgewezen. De politieke elite, gevangen in een zich verdiepende crisis, kan geen andere kant op dan de voorwaarden voor de klassenstrijd verscherpen. Intussen neemt het verzet toe onder een groeiend deel van de bevolking. De tegenstellingen groeien. Er dient dan ook snel een omslag te komen in het denken binnen de vakbeweging: van sociale ANWB en aanzetten tot verdere individualisering van de dienstverlening naar strijdbare brede vakbonden. Want alleen samen staat de werkende en uitkeringsafhankelijke bevolking sterk genoeg om de komende - zich snel verhardende - strijd in haar voordeel te laten eindigen.