MOOIE WOORDEN

Geen herenleed, wel een warme tongzoen...

Rinze Visser

Het moet alweer zo'n twee jaar geleden zijn geweest. Aan de orde was een uitbreiding van een varkenshouderij in het buitengebied van de gemeente, waar al een beperking van het aantal van dit soort bedrijven gold. Bewoners van een weg in een aangrenzende gemeente hadden een protestbrief geschreven tegen deze voorgenomen uitbreiding. Stankoverlast, afkeer van bio-industrie, dierenleed, dat waren argumenten die ook in de gemeenteraad zelf leefden.

Onze raadsfractie had zich voorgenomen een evenwichtig verhaal te houden en zeker één argument in te brengen dat bij dit soort kwesties nooit genoemd wordt. Namelijk het wel of niet betaalbaar zijn van vlees en vleesproducten voor mensen met gewone en lage inkomens.

Bij alle - zeker niet onbelangrijke - ermee verband houdende kwesties van ethische aard, die óók werden genoemd, mocht zeker niet uit het oog worden verloren dat, als de hoogste vorm van diervriendelijkheid wordt nagestreefd, de producten nog slechts voor een kleine elite zijn te betalen. Ondergetekende noemde als voorbeeld een kiloprijs uit een folder van een supermarkt van karbonades. Toen later de kwestie nog weer aan de orde kwam herinnerde een woordvoerder van de protesterenden hieraan door op zeer minachtende wijze dit de communistische fractie aan te wrijven; als een standpunt van een zeer laag niveau. Zo van: er was zelfs een communist die zo weinig respect voor onze standpunten had, dat hij...

Aan dat voorval moet ik nog vaak terugdenken. Hoe wij ons zeer wel kunnen verplaatsen in de gedachten van dierenbeschermers, van terug-naar-de-natuuractivisten, maar dat men zelden ziet dat men zich vanuit die hoek in het leven van de arbeidersbevolking kan verplaatsen. Erger nog: zij laten zich niet zelden zeer laatdunkend uit over het koop- en eetgedrag van mensen met niet hoge inkomens. Men vindt dat ook dagelijks in de journalistiek terug.

Nertsfokkerijen, wetenschappelijke instituten waar dierproeven worden gehouden, circussen, varkens- en kippenboerderijen worden steeds belaagd. De Partij voor de Dieren had over prominente herauten, om zetels in de volksvertegenwoordiging te halen, niet te klagen. Over de afbraak van de sociale voorzieningen en rechten van de arbeidersbevolking maken zij zich geen zorgen, zo is mijn ervaring. Misschien wordt dat wel toegejuicht omdat het tot afname van vleesconsumptie kan leiden. Worden er ook acties gevoerd bij chique restaurants waar mensen met geld en dus met invloed doorgaans eten en opeten waar een arbeider één of meer dagen voor moet zwoegen? Wordt het die mensen, net zoals Jan de Arbeider die een kilo reclamevlees van vijf euro uit de supermarkt mee naar huis neemt, ook kwalijk genomen dat ze vlees en vis eten?

Misschien is het ter illustratie ook wel eens aardig een paar vlees/visgerechten - meerdere gangen - te noemen die de meerverdieners, die geen last ondervinden van loonmatiging, ontslagdruk en de vele kostenstijgingen buiten de deur nuttigen in vaak 'schitterende ambiances'. "Gebakken sintjacobsschelpen met pata negra en avocadocrème; op de huid gebakken snoekbaars met een tosti van vis en couscous van bloemkool; kalfslende met dragonsaus en risotto; drie bereidingen met bloedsinaasappel (vier maal vlees/vis).

"Canneloni van rundvlees gevuld met salade van koningskrab, toast met filet americain, kwartelei met mierikswortelschuim; mousseline van coquille gevuld met paddenstoelcrème; schuim van parmezaan; trio van lam; aardbeidessert" (zes maal vlees/vis).

"Bloemkool bavarois met kreeft/geroosterde sintjacobsschelpen met linzen; spek met poffertjes van pastinaak/parelhoen met koningsoesterzwam en puree van aardpeer/bananencake, hangop en kardemomijs" (vier maal vlees/vis).

De genieters van al dat exclusieve lekkers hebben, zeker gezien wat deze menu's moeten kosten, geen last van de 'hervorming' van de kapitalistische maatschappij. Net zo min hebben zij last van dierenbeschermingsorganisaties die, zoals zij dit bij het gewone volk wel doen, het geweten bezwaren. Zo lijdt het welzijn van de rijken niet onder dierenleed. De massa is nu eenmaal afhankelijk van massaproductie. Zoals zich dit eerst in de landbouw voltrok, zo is dat ook gegaan in de veehouderij. De elites, de vermogende mensen die dat hebben kunnen worden door de arbeid van de gehakteters, kunnen het zich permitteren exclusief, vrij van massaproductie in eigen land, zich met vlees- en visproducten te laten verwennen. De journalistiek die zoveel sympathie heeft voor dierenbescherming, voor de Partij voor de Dieren, die met veel dédain over gewone mensen en hun eetgewoonten spreekt, zal het de rijken niet kwalijk nemen als hij een moot van de laatste in het IJsselmeer gevangen snoekbaars eet.

Heeft ooit iemand gelezen over een actie bij een chique restaurant waarbij de bezoekers met geweld wordt belet een gangenmenu van vier of meer vlees/visproducten te nuttigen? Want herenleed moet worden vermeden..! De gehakt-, speklappen- en worstjeseter krijgt regelmatig moralistische klappen in het gezicht. De vermogende levensgenieter een 'warme tongzoen', zoals een van de genoemde menu's in een blad omschreven werd.