Ron Verhoef
Met het aftreden van Marijnissen als fractieleider staat de toekomst van de SP weer eens ter discussie. Er worden krantenartikelen volgeschreven over de vraag of de SP het na zijn vertrek nog wel kan volhouden. In al die analyses staat vaak de vraag centraal of Marijnissen nu wel of geen 'dictator' was. Toch is er een veel interessantere vraag en dat is de vraag hoe het nu eigenlijk zit met het ideologisch erfgoed van de partij.
In de beginjaren van de SP, eind jaren zestig, was de klassenstrijd de basis van het gedachtegoed van de partij. Dat was mede zichtbaar in het feit dat de partij met name arbeiders aan zich wist te binden en probeerde actief te zijn binnen de vakbond. Maar hoe is het nu met die klassenstrijd? Is daar binnen de partij nog iets van te merken?
Wie de campagne van de SP voor de laatste Tweede Kamerverkiezingen heeft gevolgd weet het antwoord: van de klassenstrijd is bitter weinig over. Voor de verkiezingen liet de SP zelfs een speciale folder maken waarin ze aangaf waarom ook ondernemers zouden moeten stemmen op de partij. De folder was een samenvatting van een eerder verschenen rapport van het wetenschappelijk bureau van de SP: Hart voor de zaak.
In het rapport beperkt de SP zich tot de bedrijven met minder dan 20 werknemers en komt tot een aantal opvallende conclusies. Zo beweert de SP dat de winstmarges voor deze ondernemers te klein zijn en dat ze daardoor nauwelijks kunnen overleven. Natuurlijk zijn er kleine zelfstandigen die nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden, maar een bedrijf met 19 werknemers kun je nauwelijks meer een kleine zelfstandige noemen. Het idee van de SP is uiteraard dat de werknemers net zoveel leiding geven als de werkgever. Wie het rapport leest kan nauwelijks tot een andere conclusie komen dan dat de belangen van de werkgever en werknemer gelijk zijn en wat de SP betreft betekent dit dan dat de werknemers daar onder moeten lijden.
Om een voorbeeld te noemen: de loondoorbetaling van een zieke werknemer moet volgens het rapport terug van twee jaar naar één jaar. En wat gebeurt er met die werknemer ná dat jaar? Gaat hij in de bijstand? Het rapport zwijgt erover in alle talen. Hoewel de SP in de verkiezingsfolder ook de mond vol heeft over de armoedige ondernemer en hoe zijn financiële positie moet worden verbeterd, wordt er met geen woord gerept over de positie van de werknemers in die bedrijven. De SP wil miljoenen euro's aan belastinggeld besteden om deze MKB-ers een ruim salaris te geven, maar voor de werknemers is niets extra's.
Dat winst slechts gemaakt kan worden over de ruggen van de arbeiders is de partij van Marijnissen blijkbaar ontgaan. Dat het dezelfde arbeiders zijn die krom moeten liggen om een bedrijf draaiende te houden ontgaat de SP ook. Sterker nog de SP doet nog een voorstel om ervoor te zorgen dat een ondernemer geld van alle Nederlanders toe krijgt. Zo komt de SP met het voorstel om onroerende goederen niet langer mee te rekenen bij het vermogen van de ondernemer. Hiermee zal hij eerder in aanspraak komen voor bijzondere bijstand, of normale bijstand, of zorgtoeslag. De ondernemer zou er bij de SP dus verstandig aan doen zijn kapitaal in panden te beleggen en het rendement daarvan in een BV weg te sluizen.
Centrale vraag is natuurlijk: Wat schieten we als werknemers met al deze voorstellen op? Bitter weinig! Er gaat immers meer geld van de staat naar de bedrijven en dat geld wordt echt niet besteed aan de werknemers. Het komt er dus op neer dat de werknemers belasting betalen om hun eigen werkgever van een inkomen te voorzien, nog naast de winst die ze voor hem produceren.
Natuurlijk heeft de SP wel wat te vertellen over de grote bedrijven en de topsalarissen daar, maar echt aanpakken gaat de SP ze volgens haar laatste verkiezingsprogramma niet. Dat die salarissen te hoog zijn staat voor de partij vast, maar wat volgt wederom? Geen klassenanalyse. De salarissen zijn niet te hoog omdat de uitbuiting te hoog is, maar omdat niet alle werknemers onder een cao vallen. En dus is dat ook een simpele oplossing, laat alle werknemers onder een cao vallen (dus ook de managers) want dan wordt het verschil kleiner. Dat dit alleen maar geldt bij de huidige cao's wordt niet vermeld. De SP is blijkbaar zo naïef te denken dat als salarissen van managers onder een cao vallen, zij in de onderhandelingen over een cao niet voor zichzelf zullen zorgen. Nog afgezien van het feit dat in een cao minimumvereisten staan en er altijd meer mag worden uitbetaald. Bovendien zijn aandeelhouders niet onder een cao te vangen. Dit lost de SP op door de ondernemingsraad instemmingsrecht te geven over topsalarissen. Dan is natuurlijk de vraag wie de meeste macht heeft in een bedrijf, de aandeelhouders, die vinden dat salarissen voor topmanagers hoog moeten zijn omdat ze anders naar het buitenland gaan, of de or. Ieder weldenkend mens weet het antwoord wel.
Een merkwaardige analyse en oplossing dus en over waar die hoge salarissen eigenlijk vandaan komen is niets te vinden. Dat het de werknemers zijn van de grote bedrijven die al die salarissen moeten opbrengen, wordt niet vermeld. Wel vinden we vaak ideeën over de consument die dan teveel moet betalen voor de producten. Je zou natuurlijk ook kunnen zeggen dat te weinig van de omzet van een bedrijf terechtkomt op de werkvloer waar de meerwaarde wordt gemaakt.
Wat er voor de werknemers bij de SP overblijft is dat de partij probeert de bestaande rechten te handhaven en dat is natuurlijk terecht. Hoewel ook dit standpunt niet wordt ingenomen vanuit een bepaald klassenstandpunt. Nieuwe leden van de SP leren niets meer over de leer van Marx en al helemaal niet meer over Lenin en zo ontgaat het de leden dat er zoiets bestaat als klassenstrijd. Waar het de partij om draait is dat het geld wat eerlijker verdeeld wordt en daarbij mag best winst worden gemaakt en ook forse winst, als daarvan dan maar wel een beetje bij de arbeiders terechtkomt.
Grappig genoeg was dat nu juist een liberaal idee, dat de verhoging van de winst automatisch goed is voor de arbeiders. Alle werknemers van wie de cao afgelopen jaar is verlopen weten wel beter. Zelfs zeer winstgevende bedrijven als Shell of Unilever laten hun personeel daarvan nauwelijks meeprofiteren met loonsverhogingen die vaak maar net boven het officiële inflatiecijfer liggen.
Wat de SP betreft gaat het er dus alleen maar om de koek iets eerlijker te verdelen, verder hoeft er aan de samenleving niets te veranderen. Het idee van een centrale economische planning, zodat het principe van ieder naar eigen kunnen en ieder naar zijn behoefte opgaat, is helemaal uit het gedachtegoed verdwenen. Wie zich herinnert dat de SP met het nieuwe partijprogramma van 2000, 'Heel de mens', het marxisme-leninisme aan de dijk heeft gezet, hoeft dit niet te verbazen.
En dus kunnen we het uiteindelijk eens zijn met de SP zelf: De SP is een partij waarin ook plaats is voor ondernemers. Daarmee is de partij verder van haar roots verwijderd dan ooit en is het de vraag wat ze de arbeiders nog te bieden heeft, anders dan aanwezig te zijn op stakingen om zo stemmen te winnen. Het is te hopen dat het vertrek van Marijnissen openingen biedt voor een linksere koers. Maar binnen de SP bestaan sterke krachten die pleiten voor een verdere ruk naar het politieke midden. Het regeringspluche blijft lonken.