Piet van der Lende [1]
Je hoort het steeds vaker van bestuurders en politici. Als het gaat over moeilijk opvoedbare kinderen, zogenaamd frauderende bijstandsgerechtigden, oudjes die dagen dood in hun huis liggen, huiselijk geweld, huisuitzettingen door schulden, afsluiting van gas en licht, mensen die beneden het bestaansminimum leven, dan zeggen bestuurders dat ze er echt iets aan gaan doen. Ze gaan 'erop af'. Politici willen dan achter de voordeur kijken om te weten hoe het met de mensen gaat.
Controleurs van allerlei instanties, straatcoaches, politieagenten, buurtvaders, handhavingspecialisten zwermen uit in de steden en buurten om mensen, organisaties en bedrijven te controleren. Een beleid dat wordt verdedigd door te wijzen op het preventieve karakter: in een vroeg stadium op de hoogte zijn en ingrijpen. Bovendien zouden veel mensen hun rechten niet goed genoeg kennen, in een persoonlijk gesprek krijgen ze die te horen.
Praten over maatschappelijke omstandigheden die het gedrag en de leefsituatie van mensen beïnvloeden is taboe geworden. Het gaat erom 'mensen op hun verantwoordelijkheden te wijzen'. Deze benadering wordt aangevuld met de nieuwste elektronische technieken voor de observatie en registratie van menselijk gedrag, variërend van het 'elektronisch kinddossier' in de jeugdzorg tot het 'digitaal klantendossier' in de sociale zekerheid. Kenmerkend is de invoering van 'cliëntvolgsystemen', waartoe instanties toegang hebben. Ze koppelen de databestanden en hun functionarissen leggen het gedrag van cliënten over een langere periode vast in het dossier. Dit wordt aangevuld met registratiesystemen die precies kunnen vaststellen waar iemand zich bevindt. Monteurs van een installatiebedrijf staan geregistreerd in een systeem waarmee hun werkgever altijd kan zien waar ze aan het werk zijn. Mensen die een mobiele telefoon bij zich hebben of in een auto rijden kunnen voortdurend worden geregistreerd. Binnenkort heb je een chip in je paspoort waarop je naam, adres en burgerservicenummer staan. Wanneer je bepaalde registratiepoortjes passeert, worden je naam en nummer in een waarnemingssysteem opgenomen.
Het hier beschreven systeem is verre van volmaakt. Momenteel neemt het de specifieke vorm aan van een controlesysteem in het kader van het neoliberalisme. Dit betekent dat veel controlerende instanties zijn geprivatiseerd. Er ontstaat als het ware een uitgebreid netwerk van virtuele wachttorens die onderling relaties onderhouden, maar ook elkaars concurrenten zijn. Instanties werken elkaar vaak tegen. Tegelijkertijd is het hele controlesysteem een middel om op de markt geld te verdienen. Overal zijn controlepoortjes, fysiek en virtueel, en worden voorwaarden opgesteld wanneer je bepaalde (virtuele) poorten mag passeren en wanneer niet; daarbij kan de voorwaarde zijn dat je eerst moet betalen.
In de controlesystemen worden veel fouten gemaakt. Soms stagneren ze of functioneren gebrekkig, omdat bijvoorbeeld bij de toepassing van software iedereen het wiel probeert uit te vinden. Mooi, zou je misschien zeggen, maar wie door fouten in het systeem verkeerd geregistreerd staat of onterecht ergens van wordt beschuldigd, moet hemel en aarde bewegen zijn recht te halen. Niemand is aanspreekbaar en verantwoordelijk. Er ontstaat in de neoliberale maatschappij een zelfregulerend marktsysteem buiten de burgers om, gebaseerd op concurrentie en privatisering.
De beschrijving van deze systemen en hun gevolgen voor het denken en gedrag van individuen en groepen kunnen gevangen worden in het beeld van het 'sociaal panopticum'. Dit betekent een voortdurende controle op het doen en laten van mensen. Ze moeten daarbij het gevoel krijgen steeds te worden waargenomen en dat hun gedrag zal worden bestraft indien autoriteiten dit als afwijkend beschouwen. Het sociaal panopticum leidt tot 'illegalisering' en criminalisering van gedrag dat tracht aan de controle te ontsnappen of vorm te geven aan het samenleven buiten de principes van de kapitalistische markteconomie om. Dit geïllegaliseerde en gecriminaliseerde gedrag wordt vervolgens streng bestraft.
Het sociaal panopticum is niet nieuw. De sociale wetenschapper Jeremy Bentham ontwierp eind achttiende eeuw al een systeem van inspectiehuizen dat voor bewakingsdoeleinden te gebruiken was in publieke instituties als gevangenissen en werkhuizen. Het panopticum was een cirkelvorming geheel van open cellen, gebouwd rond een centraal, in het midden van de cirkel, staande inspectietoren. Met als gevolg dat zowel de bewaker of inspecteur en de 'klanten', werklui of gevangenen via surveillance van de bewakers constant onder toezicht stonden en waargenomen konden worden.
Het panopticum is een hulpmiddel van de macht door de constante zichtbaarheid van de bewaakten. Omdat in het systeem de bewoners zich altijd bewust zijn van hun zichtbaarheid, is een automatisch functioneren van de macht verzekerd. Individuen raken verstrikt in een onpersoonlijke machtsrelatie met de institutie waarvan de medewerkers vaak anoniem zijn. Het is een wezenlijke ontwikkeling bij de toenemende controle, hiërarchisering, disciplinering en classificatie van mensen in de moderne maatschappij. Belangrijk bij het functioneren van het sociaal panopticum is, dat mensen die bewaakt worden niet voortdurend in de gaten hoeven te worden gehouden. Het gevoel dat dit wel gebeurt, dat ze op ieder moment kunnen worden bekeken, is voldoende.
Collectief verzet tegen de invoering van de controlemaatschappij en het moderne, sociaal panopticum is er nauwelijks. Mensen laten de afbraak van hun burgerrechten op het gebied van privacy, huisvrede en bewegingsvrijheid gelaten over zich heen gaan. Soms duikt spontaan collectief politiek verzet op, zoals bij het voortgezet onderwijs, een andere zich tot een sociaal panopticum ontwikkelende institutie.
De scholierenstakingen staan nog vers in het geheugen. Het ging er daarbij onder andere om of scholieren ook buiten de lesuren in de gaten te houden zijn. Maar dit verzet lijkt kortstondig te zijn geweest en is door een combinatie van strenge maatregelen en manipulatietechnieken effectief de kop ingedrukt.
Naast individuele medische en juridische ontsnappingspogingen komen af en toe spontane opstanden voor. Uitbarstingen van woede die geen specifieke, politieke richting lijken te hebben, waarbij groepen jongeren of zelfs hele buurten zich bij een oploopje plotseling tegen de politie keren, het symbool van de anonieme macht.
In andere landen bestaat soms iets als een burgerrechtenbeweging voor behoud van de grondrechten (bijvoorbeeld in Engeland), het wordt tijd dat in Nederland ook zoiets van de grond komt. Wie zou het voortouw kunnen nemen?
[1] Dit is een verkorte versie van "Achter de voordeur. Een systeem van zichtbaarheid - inspectie, controle en bewaking". Zie: http://www.solidariteit.nl/Documenten/2008/achter_de_voordeur.html
Bron: redactiesol@solidariteit.nl
Solidariteit-commentaar 91, 13 april 2008