Maarten Muis
Het neoliberale weekblad The Economist noemt het 'America at its best': de komende keuze tussen de twee kandidaten Obama en McCain in de presidentsverkiezingen. Er is volgens deze woordvoerders van het kapitaal een echte keuze te maken. Daarbij wordt het feit dat een zwarte man het tot een serieuze kandidaat heeft geschopt als argument gebruikt voor het 'hoge' democratische gehalte van het meest invloedrijke land ter wereld. Nu wordt iedereen gedwongen een kant te kiezen, de mediahype is compleet.
Maar is steun geven aan Obama wel een versterking van een progressieve ontwikkeling in de VS? Of is Obama de reddingsboei van de kapitalistische elite in de nu wel heel duidelijke economische crisis?
De Amerikaanse vakbonden hebben zich achter Obama geschaard, zij verwachten van hem een voor werknemers gunstiger economisch beleid dan het neoconservatieve vrijemarktfundamentalisme van McCain. In Europa ziet meer dan 85 procent van de ondervraagden in een enquête liever Obama dan McCain als Amerikaanse president. Het lijkt erop dat Obama de perfecte kandidaat is voor een succesvol pr-offensief van de Amerikaanse imperialistische belangen in de wereld, nadat George W. Bush, met zijn uitzichtloze agressie-oorlogen in Irak en Afghanistan, de martelingen in Abu Ghraib en Guantánamo Bay en het laten stikken van de bevolking van New Orleans na de orkaan Katrina, bij de meeste mensen de sympathie heeft verspeeld.
Ook de binnenlandse problemen in de VS stapelen zich op, een groot aantal banken staat op instorten en mede door de dure benzineprijs en hoge energieprijzen is voor de werkende bevolking de koopkracht drastisch teruggelopen. Dagelijks wordt McCain en Obama gevraagd stelling te nemen als er weer nieuwe tekenen opduiken van crisis, waarbij opvalt dat de beide kandidaten zoveel mogelijk naar het politieke midden opschuiven. Daarbij aangetekend dat het politieke midden in de VS iets anders betekent dan het politieke midden in Nederland.
De 'We Can'-mantra van Obama lijkt de beste bezweringsformule tegen groeiende onvrede onder de bevolking, die in razend tempo haar spaartegoeden ziet verdampen en haar banen verliest. Amerika is naarstig op zoek naar een positieve opsteker en een zwarte presidentskandidaat komt daarbij goed van pas. Maar Obama komt niet vanuit de progressieve zwarte burgerrechtenbeweging en is nog nooit betrapt op het innemen van een klassenstandpunt. Zijn verhaal naar de verpauperde zwarte bevolking is dat ze vooral meer inzet moet tonen om succesvol te zijn op school en werk. Het ultra-individualisme druipt van zijn redevoeringen af. In al zijn publieke statements lijkt hij vooral de economische elite in de VS duidelijk te willen maken dat hij absoluut geen gevaar is voor zijn kapitalistische belangen. Hij zoekt geen steun bij de progressieve bewegingen en is daarom ook eerder een instrument in handen van de mannetjesmakers in de Democratische Partij, dan een vertegenwoordiger van de massa.
De komende tijd zullen de aanvallen vanuit neoconservatieve hoek op Obama verder toenemen. Zijn steun aan de Israël-lobby, zijn dreigende woorden richting Iran, de belofte 10.000 meer soldaten naar Afghanistan te sturenen het intrekken van al zijn progressieve standpunten betreffende de sponsoring van de politici, zullen niet voldoende zijn een halt toe te roepen aan de media-aanvallen op hem met als kernkritiek dat hij geen patriot is en teveel links. De linkse activisten van de Partij voor Socialisme en Bevrijding en Workers World roepen alle progressieven op waar nodig Obama tegen racistische aanvallen in de media te verdedigen, maar tegelijkertijd druk op hem uit te oefenen echt te kiezen voor de werkende massa, om in deze tijd van verhevigde politieke interesse aan echte politieke opklaring te doen.
De Amerikaanse bevolking verdient zeker nu een president die de problemen van de gewone man serieus neemt. Obama en McCain besteden daar maar weinig aandacht aan. Zij zijn vooral bezig aan te geven hoe zij het imperialistische beleid van Bush en consorten gaan voortzetten. Door de kapitalistische dwangbuis, die het presidentieel systeem in de VS is, plus de weinig politieke, maar vooral op imago berustende race ernaartoe kan er bij deze verkiezing slechts een marginale stap gemaakt worden in de richting van een progressieve ontwikkeling. De strijd tussen Obama of McCain is niet 'America at its best', maar vooral Amerika in de meest kapitalistische vorm.