Manuel E. Yepe (*)
De overgang van een maatschappij die gedreven wordt door individuele hebzucht en competitie naar een samenleving die gebaseerd is op onderlinge solidariteit en samenwerking krijgt te maken met veel meer materiële obstakels en psychologische barrières dan Karl Marx, zijn voorgangers en zijn navolgers in hun zoektocht naar een socialistisch Utopia konden voorzien.
Ik ben niet van mening dat er samenhang ontbreekt in Marx' revolutionaire concepten, in zijn aannames over politieke vrijheid en de strijd tegen uitbuiting, plundering, armoede, wreedheid en vervreemding, of in zijn materialistische concepten van de geschiedenis en zijn economische doctrines. Bij Engels weerklinken Marx' ideeën en hij versterkt ze nog met zijn uitmuntende bijdragen aan de filosofie, de natuurwetenschappen, de sociologie en de gecompliceerde strijd voor sociale en economische ontwikkeling.
Marx en Engels waren geen wereldvreemde wijze mannen die ver van de werkelijkheid afstonden. Integendeel. Het was hun belangrijkste streven om de arbeidersbeweging te voorzien van op de wetenschap gebaseerde ideologische instrumenten die ze nodig had om de wereld te hervormen.
Ondanks de langdurige strijd van revolutionairen - zowel in de samenleving als geheel als binnen politieke en bestuurlijke kringen op elk niveau - tegen allerlei negatieve ontwikkelingen zoals corruptie, sektarisme, verticaliteit en extremisme kunnen deze kwaden zich blijven verspreiden. Vandaar dat de bestrijding ervan waarschijnlijk nog lang op de agenda van de revolutie zal blijven staan, misschien zelfs voor eeuwig.
De situatie kan vergeleken worden met vrouwonvriendelijkheid en andere gevoelens die invloed uitoefenen op de verhoudingen tussen man en vrouw en ook op de verhoudingen tussen verschillende etnische groeperingen en rassen. Er zullen altijd voor- en tegenstanders zijn van de oude verhoudingen, zelfs lang nadat de staat door middel van wetgeving duidelijk en officieel te kennen heeft gegeven een politiek van gelijkwaardigheid voor te staan.
In elk land worden de mensen die aan het kortste eind trekken als de rijkdom verdeeld wordt geacht degenen te zijn die het voortouw nemen in de strijd voor solidariteit als alternatief voor de competitiedrang. Zo ook vormen de landen die onderaan de ladder van de huidige wereldorde staan - een wereld die verdeeld is in rijke dominante landen en afhankelijke onderontwikkelde landen - de voorhoede in deze strijd.
Revoluties op nationaal en internationaal niveau zijn van veel meer afhankelijk dan alleen van rijkdom of armoede. Toch zijn de heersende omstandigheden een voorwaarde voor elk revolutionair proces. Armoede wakkert opstandigheid aan, maar onrechtvaardigheid, ongelijkheid en uitsluiting doen dat nog sterker. Dit geldt op individueel, maatschappelijk en wereldwijd niveau.
De wereld is echter een complex geheel van netwerken en omstandigheden. De onvoorziene gebeurtenissen zijn talrijker dan de regels. Vandaar dat er geen ruimte is voor simplistische oplossingen.
De steeds zelfbewustere aspiraties van de derde wereld om de onrechtvaardige economische, politieke en sociale wereldorde te veranderen stuit op blokkades die de industriële landen opgeworpen hebben en gebruiken om deeenheid en wilskracht van een groot deel van de publieke sector in het Zuiden te ondermijnen.
De ontwikkelingen op het gebied van de globalisering worden alom door de ontwikkelde landen gemanipuleerd voor hun eigen gewin, ten nadele van de kansarmen. Tegelijkertijd zijn de massamedia verworden tot werktuigen van de machtigen om reclame te maken voor een levenswijze die het beste past bij het hedendaagse neoliberale kapitalisme. Ze veronachtzamen of bekritiseren modellen van solidariteit, eenheid en samenwerking die opgezet worden in landen die erin slagen zich te ontworstelen aan hun armoede.
Een wereld die verdeeld is in landen die voor hun eigen gewin ten koste van andere tegen elkaar strijden is zonder twijfel in tegenspraak met een wereld waarin gelijkwaardige mensen samenwerken aan het algemeen belang.
Bij een principiëlere consequentheid in de grensoverschrijdende ontwikkelingen die de globalisering met zich meebrengt zou er niet alleen aandacht besteed worden aan handel, investeringen en alle andere vormen van internationale economische uitwisseling, maar ook aan migratie, het vrije gebruik van vooruitstrevende technologieën en andere zaken die nu exclusief gebruikt worden om de privileges van de hoogst ontwikkelde landen te verdedigen.
Als ze eenmaal aan de macht is krijgt de revolutie te maken met vele interne tegenstellingen die voortkomen uit dit kwaad en die gezien worden als abnormaliteiten die door de bevolking overwonnen moeten worden. Ze ontstaan echter ook binnen de politieke en bestuurlijke leiding waar ze zich ook kunnen verspreiden. Dit kan het gevolg zijn van onder meer natuurlijke neigingen, invloeden van buitenaf, door vooroordelen of tradities. De inspanningen worden nog zwaarder als ze gedaan worden onder omstandigheden waarbij men zich moet verzetten tegen buitenlandse agressie.
Of we het nu leuk vinden of niet, een confrontatie lijkt onvermijdelijk. Het doel van de landen die wij eufemistisch 'ontwikkelingslanden' noemen brengt uiteindelijk een herstructurering van de internationale betrekkingen met zich mee. Deze bedreigen precies de kern van het kapitalisme, dat ondenkbaar is zonder uitbuiting, handelsongelijkheden en economische afhankelijkheid.
(*) Manuel E. Yepe is gepensioneerd ambtenaar BuZa van Cuba en schrijft regelmatig in Granma en andere officiële Cubaanse organen. Hij was o.m. directeur van het Cubaanse nieuwsagentschap 'Prensa Latina'.
Bron: Cubaperiodistas, 4-6-2008, vertaling Frans Willems.