Sociaaleconomische redactie
De kredietcrisis is nog lang niet uitgewoed en het risico op een systeemcrisis waarbij het bankenstelsel niet meer functioneert is nog altijd aanwezig, zegt het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De wereldwijde financiële markten blijven volop in beroering en de indicatoren voor aanhoudende risico's blijven duidelijk zichtbaar. De bron van de kredietcrisis, de Amerikaanse huizenmarkt, is nog lang niet gestabiliseerd. Deze markt is de directe bron van de onrust en een deel van de schommelingen hangt samen met de vraag wanneer deze ophouden.
Volgens het IMF is de Amerikaanse hypotheekcrisis goed voor een verlies van een biljoen (duizend miljard) dollar. Maar lang niet al deze verliezen zijn ook daadwerkelijk al afgeschreven: in totaal hebben banken pas zo'n 400 miljard dollar in hun boekhouding geschrapt. Dat is nog niet de helft van het verlies! Banken hebben bovendien meer geld verloren dan ze nieuw kunnen aantrekken. In totaal hebben ze voor ongeveer tweederde van de afschrijvingen aan nieuw kapitaal verworven. Vanwege dit verschil kunnen zij moeilijker geld uitlenen en zal de kredietcrisis zich verspreiden naar nieuwe sectoren en landen.
Een ander probleem voor de wereldeconomie is inflatie. Wereldwijd staan centrale bankiers voor een moeilijke opgave. In veel landen neemt de inflatie toe terwijl de economie afkoelt. Dit verkleint de mogelijkheden van centrale bankiers. Als zij de rente verhogen - hun belangrijkste instru-ment - daalt inflatie maar neemt de economische groei verder af.
Het Amerikaanse begrotingstekort valt veel hoger uit dan gedacht. De overheidsfinanciën zullen in het fiscale jaar 2009 (vanaf oktober) uitkomen op een recordtekort van 482 miljard dollar (307 miljard euro). Begin dit jaar verwachtte de regering nog een tekort voor het aanstaande begrotingsjaar van 407 miljard dollar. Voor het nu lopende begrotingsjaar wordt een tekort verwacht van 389 miljard dollar. Vorig jaar bedroeg het nog 162 miljard. Belastingverlagingen, hogere uitgaven aan defensie en veiligheid, een slechtere economie en een stimuleringspakket dragen bij aan de explosie van het tekort. Het tekort staat in schril contrast met de fiscale omstandigheden in 2001, toen Bush aantrad als president na drie jaar van begrotingsoverschotten.
Internationale organisaties als de OESO, de club van rijke industrielanden, en het Internationale Monetaire Fonds (IMF) ramen het tekort op resp. 5,5 en 4,7 procent van het bbp over het kalenderjaar 2008.
In het officiële cijfer (3,3%) over het tekort zijn niet alle kosten van de militaire operaties in Irak en Afghanistan meegerekend (80 miljard), net zomin als de 50 miljard van een pakket dat de huidige economie moet stimuleren,en de mogelijk tegenvallende belastinginkomsten omdat het inkomen van particulieren en de winst van bedrijven dit jaar minder zullen zijn. Ook eventuele extra kosten als gevolg van de ingestorte huizenmarkt zijn in het genoemde tekort niet doorberekend.
De Amerikaanse economie is in het tweede kwartaal minder gegroeid dan werd verwacht. Het Amerikaanse ministerie van Handel maakte bekend dat de economie tussen begin april en eind juni met 1,9 procent is gegroeid. In hetzelfde kwartaal vorig jaar was die toename ruim twee keer zo groot.
Tegelijkertijd is de economie in het laatste kwartaal van vorig jaar alsnog gekrompen met 0,2 procent. De gebruikelijke herzieningen achteraf zijn altijd negatiever dan de eerder gepubliceerde cijfers die dan ook altijd met een korreltje zout moeten worden genomen. Het is voor het eerst sinds de economische neergang van begin dit decennium dat de economie in omvang is afgenomen.
De Verenigde Staten kampen met drie economische crises tegelijkertijd. De huizenmarkt is ingestort met prijsdalingen in grote steden van ruim 20 procent op jaarbasis. Daarnaast zorgt de kredietcrisis in de VS - en in toemende mate daarbuiten - al anderhalf jaar voor grote verliezen op de financiële markten. Ten slotte boekt de Amerikaanse financiële sector (banken, verzekeraars, hypotheeknemers) tegenvallende resultaten. Banken vallen om, verscherpen hun eisen voor leningen, blijven in gebreke en ontslaan werknemers.
Amerikaanse bedrijven schrappen nu al zes maanden op rij arbeidsplaatsen. In totaal zijn nu 438.000 Amerikanen ontslagen en het aantal aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen is op het hoogste punt sinds vijf jaar beland.
De Amerikaanse kredietcrisis lijkt zich inmiddels ook uit te breiden naar woningbezitters buiten de eerder getroffen 'subprime-sector'. Steeds meer mensen (12%T) in een hogere hypotheekklasse (Alt-A), voor mensen met goede kredietwaardigheid, kunnen hun maandlasten niet meer opbrengen, zodat een tweede, veel grotere golf van problemen op de huizenmarkt wordt verwacht. Het aantal achterstallige betalingen in deze categorie hypotheken is al viermaal zo groot als een jaar geleden. Ook de grootste groep, de zogeheten 'primaire' (prime) leningen, kent een verdubbeling: in deze miljardensector heeft al 2,7 procent van de huiseigenaren moeite met afbetalen.
De dreigende crisis kan een veel groter aantal mensen treffen dan het aantal dat eerder in de problemen is geraakt. In de subprime-sector hebben miljoenen moeten toezien hoe hun huis wegens wanbetaling door de bank werd afgenomen; in 2008 en 2009 zullen circa 2,5 miljoen van zulke woningen op de markt komen.
Vooral in dichtbevolkte staten als Californië en Florida zijn grote aantallen woningbezitters getroffen. Zij kregen ooit hypotheken aangeboden op aantrekkelijke voorwaarden. Na enkele jaren bleken deze leningen als molenstenen om hun nek te hangen.
Net nu de subprimecrisis landelijk gezien over zijn hoogtepunt heen lijkt te zijn, worden Amerikanen met 'betere' hypotheekleningen getroffen. De subprimecrisis was alleen maar het topje van de ijsberg. De volgende golf zal een veel grotere impact hebben. Het gaat nu om meer mensen én om duurdere huizen.
De dalende huizenprijzen zijn de belangrijkste oorzaak van de problemen. Een groeiend aantal bezitters is nu meer geld verschuldigd dan zijn huis inmiddels waard is. De afbetalingen aan de hypotheekverstrekker 'aanvankelijk aantrekkelijk laag geprijsd ' gaan volgens afspraak na een aantal jaren omhoog, waardoor veel huiseigenaren de kosten niet langer willen of kunnen dragen.
Maar ook de algemene economische malaise voedt de problemen op de huizenmarkt. De economie groeit minder snel dan werd verwacht. De werkloosheid isin juni gestegen naar 5,7 procent, het hoogste cijfer sinds 2004. Grote bedrijven als de autofabrikant General Motors kampen met slechte resultaten. De twee beursgenoteerde, door de overheid gesponsorde hypotheekbanken - Freddie Mac en Fannie Mae - zijn de afgelopen weken in de problemen geraakt. Washington zag zich gedwongen deze giganten een reddingsboei toe te werpen; de banken bezitten of garanderen de helft van alle hypotheken in de VS en zijn "te groot om failliet te gaan", vindt men allerwegen in Washington.
De bescheiden groei in bestedingen van 0,6 procent was slechts het gevolg van een belastingteruggave waar Washington eerder toe had besloten.
In de stroom aan cijfers die statistiekbureaus openbaar maken valt bar weinig goeds te ontdekken. Over de Europese economie valt ook weinig goeds te vernemen. De Duitse economie is in het tweede kwartaal van dit jaar met 0,5 procent gekrompen ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Vooral de gedaalde consumentenbestedingen hadden een negatief effect. Het is de eerste krimp van de Duitse economie gemeten van maand op maand in twee jaar. De afname is echter kleiner dan analisten hadden verwacht. De inflatie in Duitsland steeg in juli met 3,3 procent. De geldontwaarding in Duitsland blijft nu op het hoogste niveau in bijna vijftien jaar. Net als in de rest van de wereld stegen vooral de prijzen van brandstof en voedsel. In vergelijking met juni nam de inflatie in juli met 0,6 procent toe.
De Italiaanse economie stond al in haar achteruit. De groei van de Spaanse economie is door de problemen op de huizenmarkt in het tweede kwartaal afgekoeld tot slechts 0,1 procent vergeleken met een kwartaal eerder. Dat is de zwakste groei sinds 15 jaar (1993). In het eerste kwartaal van dit jaar groeide de economie nog met 0,3 procent op kwartaalbasis en met 2,7 procent op jaarbasis. De Spaanse economie staat vooral onder druk door de problemen op de vastgoedmarkt, die ingestort is na een tien jaar durende hausse. Ook de inflatie van 5,3 procent zorgt voor problemen. Begin deze maand werd nog bekend dat de Spaanse werkloosheid in juli naar het hoogste niveau is geklommen in tien jaar.
De Franse economie is volgens een eerste schatting in het tweede kwartaal gekrompen met 0,3 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Vooral de gedaalde export en consumentenbestedingen drukten de economische ontwikkeling. De Britse economie viel in het tweede kwartaal stil. De economische groei ten opzichte van het eerste kwartaal was nul. Dit is het laagste niveau sinds het tweede kwartaal van 1992.
Per saldo zal volgens de meeste voorspellingen de groei in de eurozone op kwartaalbasis met 0,2 procent zijn gekrompen. Feit is dat Europa in het tweede kwartaal een paar flinke tegenvallers heeft moeten incasseren. De dure euro, die overigens de laatste weken weer iets aan waarde inlevert, heeft de Europese export in het tweede kwartaal fors geraakt. In Duitsland, maar ook in Frankrijk, Italië en Nederland wisten exporteurs hun goederen minder makkelijk te slijten. De dure olie speelde Europese landen evenzeer parten. De dure olie en de sterk gestegen voedselprijzen hebben bovendien de inflatie in Europa de laatste maanden aangewakkerd. Consumenten en producenten zijn daar zo van geschrokken, dat hun vertrouwen razendsnel is geslonken. Het vertrouwen in de Europese economie daalde tot het laagste niveau in 15 jaar.
Europa zal overigens pas echt in een recessie belanden als ook het derde kwartaal in het rood eindigt. Door de heen-en-weer stuiterende koersen vanolie, euro en voedsel zijn voorspellingen daarover lastig te geven. Maar het lijkt er nu op dat de dalende prijzen in juli en augustus de Europese economie enige verlichting geven. De verwachte groei zal echter erg mager zijn en ook de kwartalen daarna zit het tempo er niet in en ligt recessie op de loer.
De Nederlandse economie is het tweede kwartaal niet gegroeid ten opzichte van de eerste drie maanden van dit jaar, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft bekendgemaakt. Het is voor het eerst in drie jaar dat er geen groei is van kwartaal op kwartaal.
Huishoudens werden in april, mei en juni gedwongen 2,3 procent meer te besteden dan de drie maanden ervoor. Dat kwam vooral door het flink hogere gasverbruik en de nieuwe eigen bijdragen in de zorg. Aan duurzame goederen, voeding en horeca kon de consument juist minder uitgeven. De Nederlandse consument komt meer en meer in de problemen en raakt steeds dieper in de put. Het wordt alsmaar moeilijker om de eindjes aan elkaar te knopen. Het geld vliegt de portemonnee uit. Veel mensen gingen dit jaar niet op vakantie en maakten alleen af en toe daguitstapjes. Maar ook dat is inmiddels een dure aangelegenheid geworden.
Door de kredietcrisis, de hoge brandstofprijzen en de inflatie is het vertrouwen in de toekomst ver te zoeken. Dit kan vervelende gevolgen voor de Nederlandse economie hebben: de koopbereidheid neemt namelijk zeer sterk af, blijkt uit cijfers van het CBS. Een dalende koopbereidheid komt niet vaak voor. Normaal gesproken zijn mensen over de algemene economische situatie veel negatiever dan over hun eigen situatie. Maar de koopkracht wordt nu ook daadwerkelijk uitgehold. Er is echt iets aan de hand nu de verwachtingen en het feitelijke koopgedrag parallel lopen. Als er daadwerkelijk minder gekocht wordt blijven winkels met onverkochte voorraden zitten, raken de magazijnen bij de fabrieken overvol en zal dat uiteindelijk tot ontslagen kunnen leiden.
De werkloosheid stijgt volgend jaar naar verwachting tot circa 4,5 procent van de beroepsbevolking, ofwel ongeveer 340.000 mensen. Dat is meer dan de circa 320.000 werklozen die het Centraal Planbureau (CPB) eerder voor 2009 had voorspeld.
Door de sombere economische ontwikkelingen neemt de gemiddelde werkloosheid dit jaar in de ramingen ook toe van 4 naar circa 4,25 procent. Dat is nog altijd lager dan het jaargemiddelde van 2007, toen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een werkloosheid van 4,5 procent noteerde. De Nederlandse beroepsbevolking telt ongeveer 7,5 miljoen mensen.