"(...) Heel anders is het ermee gesteld wanneer men het als de taak van de socialisten ziet, de ideologische leiders van het proletariaat te zijn in zijn werkelijke strijd tegen de feitelijke, de echte vijanden, die een hinderpaal zijn op de werkelijke weg van de gegeven sociaaleconomische ontwikkeling. Onder deze voorwaarden smelten het theoretische en het praktische werk samen tot één enkel stuk werk, dat de veteraan van de Duitse sociaaldemocratie, Liebknecht, zo treffend heeft gekenschetst met de woorden: Studeren-Propageren-Organiseren. Zonder de hiervoor genoemde theoretische arbeid kan men geen ideologische leider zijn, die men evenmin kan zijn als deze arbeid niet is aanpast aan de eisen die de zaak stelt, als men de resultaten van de theorie niet onder de arbeiders propageert en hen helpt zich te organiseren. Door zich deze taken te stellen behoedt de sociaaldemocratie zich voor de gebreken, waaraan socialistische groepen zo vaak mank gaan - dogmatisme en sektarisme. Daar waar de overeenstemming met het werkelijke proces van de sociaaleconomische ontwikkeling tot het eerste en enige criterium van een leer wordt gemaakt, daar kan geen dogmatisme bestaan. Als het de taak is het organiseren van het proletariaat te stimuleren, als het dientengevolge de rol van de 'intelligentsia' is bijzondere, intellectuele leiders overbodig te maken, dan kan er geen sektarisme bestaan. (...)"
Uit: Wat zijn de 'volksvrienden' en hoe bestrijden zij de sociaaldemocraten'?, Lenin, 1894.