Gedicht: Weidse verten



Door Henricus Azewijn

Weidse verten

De overheid mag zich niet bemoeien
met de pogingen die je waagt
als je met heilige koeien wilt stoeien
hun horens neemt onversaagd.

De overheid moet je plukken
als je niet goed, maar van alles onderneemt
pikt en zit met brokken en stukken
zolang je niet van het gouden kalf vervreemdt.

Aan de einder schijnen verten
kijk je wel of niet uit of niet goed genoeg
ben je de man/vrouw van de erwten
beklaag je je in kerk of kroeg.

Tótdat de zon voorgoed ondergaat
je onderneming teneinde loopt
je eeuwig levend bent ten einde raad
het anders was dan je had gehoopt.

Hoop deed leven, wát je al niet ondernám
en pikte in de ren, de race!
Je voorhoofd voelt nog wat klam
hoewel je jezelf toch bewees...

Het bewijs is, voorwaar, geleverd
de goederen liggen in het magazijn.
Maar ja... het leven valt soms ook tégen...
Met de zon verdwijnt de schijn...