Maarten Muis
De term BRIC werd zeven jaar geleden voor het eerst gebruikt door de bank Goldman Sachs om er haar investeringsfondsen van opkomende markten mee te betitelen. In het afgelopen jaar traden de BRIC-landen ook zelf als zodanig naar buiten. De BRIC-landen, een acroniem voor Brazilië, Rusland, India en China, worden in de huidige crisis door sommige economen als mogelijke redders van het kapitalistische wereldsysteem gezien.
Met hun groeiende economische betekenis komt echter ook de roep om meer politieke inspraak op wereldniveau. Een bedreiging voor de politieke en militaire hegemonie van de VS?
Op de G20 top van economisch belangrijkste landen in Washington, 15 november jl., deden de vier BRIC-landen nog precies wat de machtigste wereldleider, George W. Bush, t.a.v. de economische crisis wilde. Zo wordt in de tweede alinea van de aldaar aangenomen verklaring stellig beweerd dat alle twintig landen zich laten leiden door het rotsvaste geloof in de vrije markt, vrijhandel en concurrentie, kort gezegd de neoliberale politiek.
Deze toegeving aan de wens van de gastheer, de VS, zal mede gedaan zijn omdat - ondanks de zeer fragiele staat van de Amerikaanse economie - het land nog steeds beschikt over het sterkste militaire apparaat, met over de hele wereld verspreid militaire basissen en raketinstallaties. En de machthebbers van de BRIC-landen weten zich nog wel te herinneren waartoe de crisis van 1929 heeft geleid, namelijk een wereldoorlog. Een frontale aanval op de neoliberale politiek kunnen de BRIC-landen zich nog niet veroorloven.
Tijdens een top van de SCO, een militair-politieke samenwerkingsorganisatie van Rusland en China aangevuld met andere landen in Azië, begin november in Astana, Kazachstan, zei de Russische premier Poetin dat de BRIC-landen in het oplossen van de huidige economische crisis een belangrijke rol toebedeeld moeten krijgen, en dat alleen een multipolaire wereld toekomst heeft. Deze Shanghai Cooperation Organisation (SCO) ontwikkelt zich steeds meer tot een tegenwicht voor de militaire dominantie van de NAVO.
Begin januari vinden bijvoorbeeld grote gezamenlijke vlootoefeningen van de Russische en Indiase marine plaats in de Indische Oceaan. De politieke betrekkingen van Rusland en China met door socialisten geregeerde Latijns-Amerikaanse landen werden in de laatste maanden ook steviger aangehaald.
Er tekent zich dus duidelijk een politiek en militair blok af tegen de VS.
Dat kan van doorslaggevende betekenis zijn voor hoe de wereld er na deze crisis gaat uitzien. Zeker als dat blok zich gaat verzetten tegen de imperialistische politiek van de NAVO. Dat bepaalt of er sprake kan zijn van vooruitgang richting socialisme, of van verder sociaal en cultureel verval door de zich doorzettende politiek van verdeel en heers tussen de volkeren van de wereld. Het failliet van een wereld waarin westerse investeringsmaatschappijen hun winsten door roof in de opkomende economieën behalen, is objectief aangetoond. Nu komt het aan op de kracht van de progressieve bewegingen in het Westen en in de BRIC-landen zelf. De mate en omvang van de klassenstrijd in de verschillende landen op aarde bepaalt steeds meer de geopolitieke verhoudingen.
De macht van de VS, ook de economische, mag en kan niet onderschat worden.Door drie decennia globalisering (met name massale privatiseringen en torenhoge leningen) zijn de economische banden tussen de VS en de opkomende economieën zeer sterk met elkaar vervlochten. De pensioenfondsen van de Amerikaanse werknemers bezitten bijvoorbeeld een groot deel van de industrieën in de BRIC-landen via hun aandelenpakket. En dat deden ze vooral omdat de aandelen in de BRIC-landen zeer sterk in waarde toenamen: sinds 2001 stegen de Braziliaanse aandelen 345 procent, Indiase aandelen 390 procent, Russische aandelen 639 procent en Chinese aandelen 500 procent (bron The Economist).
De verbetering van de levensomstandigheden van de arbeiders in de BRIC-landen is heel mager vergeleken bij de winst voor de bezittende klasse, vaak direct of indirect in dienst van westerse financiële instellingen. De werkers in het Westen en de BRIC-landen zitten dus wel in dezelfde lekke schuit, maar het moet en kan verhinderd worden dat de economische elite er op tijd met de reddingssloepen vandoor gaat.
Of de BRIC-landen gezamenlijk een vuist kunnen maken tegen het parasitaire gedrag van de VS-elite blijft de vraag. Ook de BRIC-landen tonen verschillen, ook van economische aard. Waar in Brazilië en Rusland de economische groei vooral gekoppeld is aan een hoge grondstoffenprijs, danken China en India hun opgang aan het lage arbeidsloon van hun goed opgeleide arbeiders in de industrie en de dienstverlening.
Mochten de BRIC-landen zich economisch en politiek meer op elkaar gaan richten, dan heeft dat grote consequenties voor de VS, die dat ook zullen proberen te verhinderen. Barack Obama staat voor de moeilijke taak niet alleen de VS van de economische ondergang te redden, maar moet ook de steun van de machthebbers van de BRIC-landen aan de VS zien te behouden.
De economische crisis gaat duidelijk niet aan de BRIC-landen voorbij. Ook daar stagneert veel economische bedrijvighei; fabrieken komen stil te liggen en grondstoffenprijzen kelderen. De noodzaak tot drastische ingrepen in de mondiale economische structuur wordt wel gedeeld, maar de VS liggen dwars omdat veel van de ingrepen hun positie ondergraven.
De Europese denktank LEAP/E2020 (van GlobalEurope Anticipation Bulletin) deelt de wereld op dit moment in drie blokken in en hun onderlinge verhouding bepaalt volgens deze wetenschappers de zwaarte en diepte van de crisis. De VS en hun vazalstaten vormen een blok dat het centrum is van de huidige crisis en proberen op alle mogelijke manieren de wereldhegemonie te behouden. Daaronder zit een groep landen, waaronder Japan, Engeland en tot nu toe ook China, die economisch zo verstrengeld is met de VS dat zij de Amerikaanse politiek tot nu toe nog steunt. Een aparte positie neemt China, als grootste geldschieter van de VS, in. De grootste groep landen, het blok rond Frankrijk, Spanje, Rusland en Brazilië, wil een complete vernieuwing van de mondiale economische structuur, met onder andere afschaffing van de dollar als wereldmunt. LEAP/E2020 stelt dat de economische crisis alleen binnen de perken te houden is als China tot de laatste groep toetreedt en als onder druk van dat blok de noodzakelijke drastische maatregelen genomen worden.
De Nederlandse politici hebben altijd een sterk pro-Amerikaanse koers gevaren. Balkenende en Verhagen zijn echte Atlantici. Maar sommige delen van de kapitalistische elite hebben zich wel degelijk ook op de BRIC-landen gericht en pleiten voor een heroriëntering. Het kapitaal op zich heeft geen vaststaande geopolitieke basis. Het is nu de vraag hoe lang de Nederlandse regering blijft kiezen voor het zinkende schip, de VS, of dat het zichschaart achter een Europees kamp rond Frankrijk en Duitsland. Wouter Bos lijkt meer te voelen tot toetreding tot het Europese kamp, waar de sociaaldemocraten de beste kaarten hebben.
Tijdens de oorlog die Georgië startte en smadelijk verloor, zagen we al een groot conflict binnen de politieke elite van de EU wat betreft de politieke opstelling t.a.v. Rusland. De uitkomst van het conflict tussen Atlantici en Europeanen binnen de EU wordt mede in grote mate bepaald door hoe sterk de BRIC-landen zich als politiek blok gaan opstellen.
De eeuw van de VS-hegemonie lijkt voorbij. De barensweeën van een nieuwe, multipolaire wereldorde kunnen echter heftig zijn. We zien overal op de wereld regionale en binnenlandse conflicten waar de NAVO een grote rol in speelt. Het politieke conflict over de raketinstallaties van de NAVO in Polen en Tsjechië kan nog hoog oplopen. Landen in een 'shock' brengen, zoals Naomi Klein beargumenteerd heeft, is een al veel gebruikte methode door de politieke elite als machtsuitoefening en om de uitbuiting te kunnen verhogen. De ontsnappingsroute van het kapitaal uit een grote crisis, oorlog, ligt nog altijd open. Het is de taak van communisten deze dreiging serieus te nemen en helder te kiezen voor het anti-imperialistische kamp.
Maar tot nu toe zijn de contouren nog te vaag om te gaan spreken van een tijdperk van de BRIC-landen. In de toekomst kijken kunnen we niet, van de geschiedenis leren echter wel.