Redactie buitenland
Op 23 november 2004 zei opperbevelhebber Fidel Castro: "Bij alle grote gevaren van de voorbije periode en zelfs bij de nog grotere van vandaag de dag, zal het socialisme ongetwijfeld de enige hoop blijven voor de mensheid op vrede en overleving".
Dat hebben de Communistische Partij van China en het Chinese volk zeker bewezen. Ze hebben ook laten zien, net als Cuba en andere bevriende landen, dat ieder land z'n eigen revolutionaire strategie moet ontwikkelen, afgestemd op de eigen specifieke situatie. Dus er bestaan geen twee identieke revolutionaire socialistische processen. We kunnen wel uit de goede ervaringen én van de grootste fouten van andere landen lering trekken.
Onlangs nog hadden we het voorrecht om een 17-daagse reis door China te maken van meer dan 6000 km. (China is qua grootte het derde land ter wereld). We konden een indrukwekkende wetenschappelijke en technische ontwikkeling aanschouwen en werden overweldigd door de pracht van de steden als Beijing, Shanghai, Sushou, doch we constateerden ook dat er grote sociale problemen bestaan. Op die plaatsen echoden de bovenstaande woorden van Fidel Castro nog na in mijn oren.
Ook degenen die dat reusachtige land nooit vóór 2008 bezocht hebben, zullen eveneens denken dat ze op een andere planeet terechtgekomen zijn, of plotseling op de filmset van een sciencefictionfilm beland zijn, door al die futuristische gebouwen, de ver doorgevoerde gecomputeriseerde maatschappij, het buitengewone wegennet, de moderne transportmogelijkheden, en de uitgestrekte en goed georganiseerde luchthavens (Peking wordt als de grootste ter wereld beschouwd).
Indrukwekkend zijn de industriële en bouwkundige activiteiten en de opmerkelijke groei van de handel, om maar een paar zaken te noemen die de wereld met verbazing tegenwoordig kan waarnemen. Tegelijkertijd voel je overal om je heen het respect dat de Volksrepubliek opbrengt voor de eeuwenoude cultuur, rijk aan tradities, die de krachtige impulsen van de ontwikkeling trotseert. Het toont een natie waarin moderne en oude waarden samensmelten tot een verbazingwekkende sfeer. China weet wat het allemaal heeft, maar ook wat er nog ontbreekt.
Het jaar 2008 is het 30e jaar van het hervormingsproces van China's ontwikkeling, ingezet door Deng Xiaoping. Het proces is gebaseerd op het uitgangspunt dat vooruitgang noodzaak is, en heeft een gigantische golf van investeringen teweeggebracht die al gauw een flinke opbrengst kende.
Ook de negatieve effecten van zo'n snelle ontwikkelingsspiraal lieten niet lang op zich wachten. Zo zijn er nog grote verschillen in inkomensniveau, grote verschillen tussen stedelijk gebied en platteland en een verpest milieu. Door sommigen wordt dit als maatstaf genomen om China te veroordelen, in plaats van naar de behaalde resultaten te kijken. Maar pas op!
Niettegenstaande het sombere beeld dat het Westen ons daarover geeft, wijst het succes en de hervormingen van China er niet op dat de socialistische weg verlaten is, en nog minder dat het kapitalistische systeem omarmd wordt. Dat is een idee dat de media willen aanvoeren om de enorme vooruitgang in slechts 30 jaar te verklaren, en om het socialisme zwart te maken.
In oktober 2007 nam het 17e congres van de Communistische Partij een wetenschappelijke ontwikkelingsvisie aan, die gebaseerd was op de zekerheid dat de mens het zwaarst moet tellen in samenhang met een integrale, gecoördineerde en duurzame ontwikkeling van het land. Dit zijn kenmerken die het socialisme in zich heeft, in tegenstelling tot het kapitalisme.
De geschiedenis toont aan dat het gelijk had. De feiten van de ziektes van het kapitalisme tonen o.a. aan dat kinderen sterven aan ziektes die te behandelen zijn, dat er nog analfabetisme bestaat, evenals ondervoeding en armoede in meer dan 100 landen wereldwijd.
Aan bovenvermelde visie ligt een lange lijst van doelstellingen ten grondslag, waaronder een geharmoniseerde ontwikkeling tussen steden en platteland, tussen regio's onderling, tussen economische en maatschappelijke vooruitgang, en tussen mens en natuur. Het betreft dus de aanpak van de belangrijkste problemen waar China nu mee worstelt. Dit laat zien dat er samenhang is tussen wat de overheid zegt en wat ze uitvoert, maar laat ook duidelijk zien, dat ze weet wat China heeft en wat er nog ontbreekt.
De mate van ontwikkeling is evenredig aan de mate van goed leiderschap van de Chinese Partij. Dat waren precies de onderwerpen die op de derde vergadering van het Centraal Comité van de partij bediscussieerd werden. De laatste zittingsdag was op de dag dat we daar aankwamen, op 12 oktober. Er werd bijvoorbeeld een beleid gelanceerd voor de ontwikkeling van het platteland tot het jaar 2020, om het levenspeil en arbeidsomstandigheden van de boeren te verbeteren, in 10 jaar tijd zou bijvoorbeeld hun inkomen verdubbeld moeten zijn. In 2007 was dat inkomen ongeveer 605 dollar, en eind dit jaar moet dat 6 procent hoger zijn.
We hadden een ontmoeting met een lid van het Politiek Bureau en tevens hoofd van de afdeling Informatie en Propaganda, Liu Yunshan. Hij vertelde ons over andere projecten die hoog op de prioriteitenlijst van de regering komen te staan. Bijvoorbeeld plannen om tegemoet te komen aan de stijgende vraag van het Chinese volk: een betere verdeelwijze van luxe goederen, en betere milieubeschermende maatregelen. Liu zei daarover: "Wij hebben nu al milieuproblemen, en een land dat streeft naar een hoog ontwikkelingsniveau moet dat doen op een wijze die ook volgehouden kan worden." Hij benadrukte dat alleen door het voortzetten van het tegenwoordige Chinese-stijl-socialisme en de regels van de wetenschappelijke ontwikkeling, die de laatste 30 jaar gevolgd werden, de Chinese Volksrepubliek in staat zal zijn de huidige problemen op te lossen.
Het Chinese-stijl-socialisme houdt in dat buitenlandse investeerders welkom zijn en privébezit mogelijk is, dit alles onder de noemer 'één land, twee systemen', aangepast aan de tegenwoordige situatie in dit uitgestrekte land met bijna 1,4 miljard inwoners en 56 verschillende etnische groepen.
Hoe machtig het westerse media-apparaat en de mensen aan de top daarvan ook mogen zijn, ze kunnen China's vooruitgang niet negeren en nog minder ontkennen dat China's economische groeipercentage al vanaf 2002 voortdurend met dubbele cijfers geschreven wordt (schattingen voor dit jaar komen uit tussen de 10,1 en 10,4 %). Ook kunnen ze er niet omheen dat China het tweede exportland ter wereld is, met reserves oplopend tot 2 miljard dollar.
Maar ze verzwijgen wel het enorme werk, georganiseerd door het Chinese volk en zijn regering, dat uitgevoerd wordt, en de rol van de Communistische Partij als stuwende kracht van dit hele proces. Het maakt echter niet uithoe de media de werkelijkheid ook weten te verdraaien, ze kunnen die werkelijkheid niet ongedaan maken.
Het zegt voldoende, lopend door de straten van de steden of van de dorpen op het platteland, zelfs in de meest verafgelegen streken van Centraal- of West-China, de kracht van de partij te bespeuren. Hoe zij erin geslaagd is de geschiedenis én de principes overeind te houden en de consequenties van de wetenschappelijke theoriën te benadrukken, de praktische uitwerkingen van het marxisme-leninisme, de ideeën van Mao Zedong, de stellingen van Deng Xiaoping en de drievoudige vertegenwoordiging. Dit laatste houdt in dat de partij altijd de voorwaarden moet scheppen om de meest geavanceerde productiekrachten te ontwikkelen, de nationale cultuur richting te geven en de belangen van de grote massa van het volk te behartigen.
Zoals kameraad Fidel Castro verklaarde op 23 november 2004, toen de Staatsraad van Cuba aan president Hu Jintao de José Martí-Orde toekende (Cuba's hoogste onderscheiding): "Objectief gezien is China de belangrijkste hoop en het beste voorbeeld voor alle derdewereldlanden geworden."
Bron: Cubanews, vertaald vanuit het Engels: Ardengo Persijn.