Richard Schmitz (*)
"Er zal geen wedloop komen naar subsidies en miljardensteun", verkondigde Angela Merkel. En dreigde via haar persvoorlichter, Thomas Steg: "Wie elkaar waar ook ontmoet, doet dat in het volle bewustzijn dat in het conjuncturele en economische beleid niets zonder Duitsland kan worden besloten."
Hiermee sloeg de Duitse almachtsfantasie een beetje op hol bij de heer Steg. Hij doelde op Gordon Brown, Nicolas Sarkozy en Manuel Barroso. Die drie hadden elkaar in Londen ontmoet, zonder Merkel. In voorbereiding op de EU-top wilde men over steunmaatregelen tegen de crisis praten. Merkel staat in dat opzicht, zoals bekend, op de remmen.
De situatie is irritant. Het kapitalisme glijdt op dit moment in de hele wereld af naar de ergste crisis sinds de grote depressie van eind jaren '20 van de vorige eeuw en in Duitsland laat de politieke leiding zich bejubelen, omdat ze alles dwarsboomt wat ook maar naar een stimuleringsprogramma riekt. Minister van Financiën Steinbrück (SPD) hoopt op applaus voor zinnen als: "Ieder voorstel uit Parijs of Brussel komt erop neer dat de Duitsers moeten betalen." De eenmakingsheld Kohl werd opgevolgd door de EU-pragmaticus Schröder en nu hebben we een steeds meer op Thatcher lijkende Angela Merkel.
Voor de wereldkampioen export (Duitsland, nvdr) is de EU maar een prooi-gebied. Daar komt het grootste deel van zijn exportoverschotten vandaan. Sinds onder Kohl en Schröder de concurrenten in monetair opzicht weerloos werden gemaakt, is voor deze kampioen de vruchtbare situatie ontstaan dat er weliswaar een economische en financiële eenheid is gecreëerd, maar dat de sociale kosten van de onderlinge concurrentiestrijd echter door ieder land apart moeten worden betaald. Zo maak je niet altijd vrienden. Vooral tijdens een crisis, als de kosten stijgen en de inkomsten wegvallen. De ontmoeting in Londen (en de reactie uit Berlijn) geeft deze zaak een diplomatiek gezicht.
Het concept van Merkel en Steinbrück betekent gewoon gebruikmaken van de crisis en dit proces verder laten voortdrijven. De door Eichel en Steinbrück tot sparen aangemoedigde Duitse werknemers moeten ertoe aangezet worden de crisis te leren aanvaarden en erin te berusten. En de onder publieke druk staande EU-'partners', maar natuurlijk ook de Chinezen, Amerikanen en Japanners, worden van de zijlijn gadegeslagen terwijl zij proberen met honderden miljarden verslindende stimuleringsprogramma's vat te krijgen op de recessie. Programma's, waarvan men dan als wereldkampioen export wederom uitstekend profijt kan trekken.
De Duitse exportindustrie heeft tot nog toe goed geprofiteerd van haar imperialistische koers. De werkende mensen minder, ook tijdens de laatse hausse zijn de reële lonen achteruitgegaan. Nu er sprake is van crisis nemen de orders uit het buitenland dramatisch af door de mondiale economische crisis, die wordt versterkt door het Duitse prijsoffensief.
De hoop van de bondsregering dat het door de 'buitenlandse' stimuleringspakketten wel in orde zal komen, is op drijfzand gebouwd. De prognose dat het allemaal binnen zes maanden weer beter zal worden en dat er slechts een brug naar die verbetering moet worden gebouwd, mist elke grondslag.
Tijdens deze crisis zal de 'drooglegging' van de binnenlandse markt flinke gevolgen hebben. De Duitse economie vergrootte haar exportaandeel (op het hoogtepunt met 48 procent) tot een ongekende hoogte. Daarvoor werd de bewuste verlaging van de inkomens en de uitholling van de verzorgingsstaat op de koop toe genomen. De staat 'slankte af', publiek eigendom werd versjacherd. Deze onvoorwaardelijk op export gerichte 'exportmachine' zal proberen het verloren terrein door verdere rationalisaties te heroveren met nog meer tijdelijke banen, nog meer bezuinigingen, nog meer armoede. Maar het zal desondanks niet lukken.
Zoals de crisis van 2001/2002 door het 'bezuinigingsbeleid' van Schröder en Eichel voor de Bondsrepubliek met drie jaar werd verlengd, bestaat nu door Merkel en Steinbrück het reële gevaar in een heel diepe, langdurige depressie te geraken. Die bovendien ook nog de EU en de euro tot aan de afgrond kan brengen. Niet weinig functionarissen van het kapitaal krijgen bij dit perspectief een flauw gevoel. Maar dertig jaar dogmatische oriëntatie op aanbod (van producten, nvdr) heeft een woestijn achtergelaten op conjunctureel gebied. Omdat het thema vraag (koopkracht van de bevolking, nvdr) per se uit het debat moest worden verwijderd, heerst nu een chaos van meningen, als in een hoenderhok. Het Duitse imperialisme beheerst namelijk maar één spel: vabanque! Alles of niets!
Richard Schmitz in UZ rr. 50 van 12 december 2008. Vertaald door Marcel de Jong.