Wil van der Klift
Met de titel 'Nieuwe wereld, nieuw kapitalisme' vond vorige week donderdag, op initiatief van de Franse president Sarkozy, een tweedaagse studiebijeenkomst plaats waaraan heel wat Europese (ex-)regeringsleiders en ministers deelnamen, waaronder Wouter Bos. De kapitalistische crisis noopt tot forse veranderingen, daarvan is iedereen inmiddels overtuigd. De werkloosheid in de wereld neemt zeer snel toe. In Europa zijn nu ruim 12 miljoen mensen zonder werk. Europa is nu ook officieel in recessie. Maar voor deze lieden die daarvoor minstens medeverantwoordelijk zijn, staat één ding vooraf al vast: het zullen geen fundamentele veranderingen zijn. Het kapitalisme moet hoe dan ook gered worden. Ook de nieuwe wereldorde moet kapitalistisch zijn.
Of dat gaat lukken is uiteraard zeer de vraag, want de heersende klasse lijkt het spoor volledig bijster. Uiteindelijk zullen aard en diepgang van de noodzakelijke veranderingen vooral afhangen van de bereidheid van de bevolking om te knokken voor hun rechten. Geen duizend studiedagen kunnen aan dat feit iets afdoen.
De pogingen om de crisis af te doen als een gevolg van menselijk falen - een ethisch vraagstuk - passen in de strategie om het kapitalisme overeind te houden. Uiteraard spelen hoge bonussen en 'gebrek aan bestuurlijk fatsoen' een rol. Maar dit soort problemen zijn eerder een gevolg dan de oorzaak. De op hol geslagen neoliberale politiek bood heel wat bankiers en toplieden uit het bedrijfsleven een kans om zich mateloos te verrijken, maar de oorzaken van de crisis liggen in het systeem zelf. De noodzakelijke veranderingen zullen bovendien niet worden verholpen door betere regelingen en meer controle. De crisis is van een veel fundamentelere aard.
Zoals hieronder wordt uiteengezet is de huidige crisis geen toevallige, die van voorbijgaande en tijdelijke aard is. Het kapitalisme is op langere termijn gewoon niet in staat oplossingen te vinden voor de problemen die het systeem zelf veroorzaakt (*).
Groeimodel huidige mondiale economie is uit elkaar geklapt
Er zijn oorzaken die voortkomen uit het algemene karakter van het kapitalistische systeem én andere die samenhangen met de huidige historisch-politieke voorwaarden. Marxisten beschikken over een analysekader dat hen het mogelijk maakt om aard en karakter van de crisis te begrijpen. Zij zijn niet afhankelijk van de waan van de dag en de toevalligheden van het verloop op de 'vrije' markt. Want juist het feit dat het kapitalisme niet planmatig is maakt het tot een crisisgevoelig systeem.
Immers: de productie vindt maatschappelijk plaats, maar de toe-eigening van de productie is privé. Dat is de fundamentele tegenspraak van het kapitalisme.
De planning en organisatie van de arbeid in de bedrijven (of concerns) staat, zoals Marx opmerkte, haaks op de anarchie van de productie in de hele maatschappij: daar moet de markt regelen hoe het maatschappelijke arbeidsvermogen ingezet en verdeeld wordt.
Niet de behoeften van de mensen regelen de verdeling van de arbeid, maar dejacht van de kapitalisten naar winst en de onderlinge concurrentie tussen hen. Gevolg is: er ontstaan steeds weer nieuwe onevenwichtigheden, overtollige capaciteiten, daar waar de hoogste winsten wenken en beleggers worden aangetrokken. Op dit moment wordt deze overproductie mondiaal nog versterkt door de groeiende onderconsumptie als gevolg van verminderde koopkracht door het verlies van banen en vermindering van lonen en pensioenen (in Nederland staan we pas op de drempel en zijn het m.n. de alleenverdieners die al volop gedwongen worden te bezuinigen, nvdr).
Het evenwicht tussen productie en consumptie wordt in het kapitalisme door cyclische crisissen bereikt, waarbij telkens weer overtollige capaciteiten vernietigd worden (in het klein gebeurt dat bij het doordraaien van producten op veilingen, wvdk). Dat noemen de burgerlijke economen dan "zelfreiniging" of "consolidering"; maar elke crisis voert zo tot kapitaalvernietiging en versnelt de centralisatie van het (privé)eigendom.
De huidige financiële crisis is echter niet alleen een conjuncturele crisis, die afhankelijk van conjunctuur en recessie ongeveer elke 10 jaar voorkomt. Zij berust tegelijkertijd op chronische onevenwichtigheden (onevenwichtigheden van structurele aard), die zich sinds het midden van de 70er jaren van de vorige eeuw opstapelen:
De onbalans tussen de financiële sector en de reële economie; het privé financieel vermogen heeft zich tussen 1980 en 2005 meer dan vertwaalfvoudigd (van 12 biljoen tot 140 biljoen dollar); het wereldwijde bruto sociaal product heeft zich in dezelfde periode slechts verviervoudigd (van 10 tot 45 biljoen dollar).
De oorzaken daarvoor zijn:
Zo is de Duitse economie eenzijdig op blijvende exportoverschotten ingericht (zie Manifest 13/2008, nvdr). Een groei alleen op basis van een zo hoog mogelijke export die niet door een even hoge import wordt gelijkgetrokken, veronderstelt echter dat steeds genoeg andere landen bereid zijn zich in de schulden te steken. Deze rol hebben vooral de VS de laatste decennia gespeeld, ook t.o.v. Japan en China. Naast de allang plaatsvindende vermindering van de waarde van de dollar was, om zo te zeggen, ook de verhandeling van de slechte kredieten onderdeel van de gelddrukpers waarmee de groei van de consumptie in de VS werd gefinancierd.
De tegenstelling tussen de maatschappelijke productie en de private toe-eigening bepaalt ook het gedrag van de banken: door goede en slechte kredieten samen te pakken en aan beleggers overal in de wereld te verkopen, dachten zij het risico breder te verspreiden. Feitelijk leidde dit er echter toe dat de kennis van de risico's praktisch verdween. Het huidige gedrag van de banken is een goed voorbeeld van de tegenstelling tussen planning in de onderneming en de anarchie in de hele maatschappij, want: elke bank afzonderlijk kon lange tijd met de aan de markt doorgespeelde risico's hogewinsten maken; vandaag moet elke bank van de andere vrezen dat die niet in staat zullen zijn hun betalingsverplichtingen na te komen, omdat de kredietketting ergens zal breken. Vanuit de economie van het bedrijf gezien handelen de afzonderlijke banken, indien zij andere banken geen geld lenen, op dit moment uiterst rationeel. Maar vanuit de gehele economie gezien handelen ze catastrofaal.
De kredietcrisis in de VS was slechts een aanleiding voor de huidige crisis, maar die had ook een andere aanleiding kunnen hebben
In 2006 en 2007 was er juist sprake van economische groei. Maar de ongeveer vijf procent hoge groeipercentages van de mondiale economie in de jaren voorafgaand aan de huidige crisis waren op geen enkele manier het resultaat van de neoliberale kostenvermindering ten koste van de lonen. Zij berustten op een samenspel van drie factoren:
Door de financiële luchtbel is nu één van deze drie poten van de groei van de laatste decennia op een wijze geklapt waarvan de wereldeconomie zich niet snel zal kunnen herstellen. Voor de komende periode is daarmee het hele groeimodel uitgerangeerd van de wereldeconomie, die zich sinds het midden van de 70er jaren van de vorige eeuw steeds meer in alle kapitalistische landen had ontwikkeld. Het model dat met het begrip 'globalisering' omschreven werd en waarvan de politieke vertaling het 'neoliberalisme' was. (Andere omschrijvingen zijn: neoliberaal groeimodel, financieel gestuurd kapitalisme, financieel gestuurd accumulatiemodel). "De neoliberale luchtbel is geklapt", zoals ook Rüttgers, de minister-president van Noordrijn-Westfalen in een interview met het 'Handelsblatt' op 20-10-2008 juist heeft vastgesteld.
Deze ineenstorting van een bepaald accumulatiemodel is op dit ogenblik met de conjuncturele daling van de wereldeconomie vervlochten en versterkt de crisis. Bij elkaar maken ze de huidige ontwikkeling tamelijk onberekenbaar en veroorzaken op de beurzen steeds weer paniekreacties. Deze onberekenbaarheid vinden we ook terug in de talloze, elkaar tegensprekende analyses in de kranten en op tv en radio.
Het kapitalisme zal waarschijnlijk nog niet instorten, maar het hangt af van de strijd aan de basis of het nieuwe model een voortzetting zal zijn van de neoliberale afbraak of een stap voorwaarts op weg naar de noodzakelijke planeconomie: het socialisme.
(*) Voor het artikel is gebruikgemaakt van een deel uit een uittreksel van een voordracht van Beate Landefeld gehouden op de zitting van het bestuur van het DKP-district Ruhr-Westfalen, eind november 2008. De volledige tekst is te vinden op www.dkp-ruhr-westfalen.de. Voor nadere informatie over aard en karakter van de huidige crisis verwijzen we ook naar de laatste uitgave van Marxistische Studies (no. 84) 'De Systeemcrisis', uitgegeven door de PVDA België. Verkrijgbaar via het partijkantoor.
Bron: Unsere Zeit - krant van de DKP, 12 december 2008, vertaling wvdk.