Gedicht: Sta je daar, toch ókselfris
Door Henricus Azewijn
Sta je daar, toch ókselfris
Erg wrang verdiende centen
die je bepaald niet voor niets krijgt
voor het brood, voor de krenten
als weer eens 'n crisis dreigt.
En, daarbij, óók nog de spelen
gaat het niet om het spel der machten
waar ze heersen en verdelen
zorgen voor slapeloze nachten
voor diegenen die amper overleven
onder het dak van een hypotheek
of de hemel van het schone streven
de hél ben je zozeer van streek.
Met een zuurstok op de kermis
in het circus, bij het amusement
sta je daar, toch ókselfris
als het kapitaal je rechten schendt
want je kent vooral je réchten
al het andere pik je nog niet
en laat je dagelijks knechten
door de beul die je een toekomst biedt.