Maarten Muis
Aan het begin van 2009 kun je geen krant openslaan, radioprogramma beluisteren of televisieprogramma bekijken of de economische crisis wordt erbij gehaald. Maar steeds meer klinken er stemmen op om deze crisis als een 'kans' te zien. Allerlei moderne managerprietpraat en newagegeneuzel worden gebezigd om het gevoel van bestaansonzekerheid dat deze crisis veroorzaakt te overstemmen.
De woordvoerders van de kapitalistische ideologie voelen goed aan dat het er nu op aan komt. Nieuwe metaforen vliegen over tafel, opeens bestaat er naast een egokapitalisme ook een nastrevenswaardig 'inclusief' kapitalisme. Met man en macht probeert de heersende klasse de ontluikende kritiek op drie decennia neoliberale afbraakpolitiek de kop in te drukken. Waar nodig stimuleert zij het cynisme, want dat leidt tot opstandigheid zonder perspectief. De hierdoor groeiende, ongeleide agressie kan dan als excuus gebruikt worden om de repressie te versterken. De eerste politiecommissaris begon er al over in zijn nieuwjaarstoespraak.
De progressieve beweging kan rekenen op meer campagnes zoals ten tijde van de affaire Duyvendak: een volledige demonisering van het linkse verzet. SP-er Harry van Bommel lijkt het eerste slachtoffer, omdat hij het aandurfde het woord 'intifada' in de mond te nemen. Linkse mensen zullen steeds meer worden afgeschilderd als onruststokers, die de nu zo noodzakelijk geachte solidariteit tussen alle Nederlanders in de weg staan. Want dat is het opeens: nu de crisis toeslaat moeten we allemáál de schouders eronder zetten, terwijl dertig jaar lang de kapitalisten met rugdekking van de neoliberale ideologie, geheel voor de eigen bankrekening op rooftocht waren.
Als het op ideologie aankomt in een periode van crisis roeren met name de sociaaldemocraten zich. Het is nu dé tijd voor de 'stevige' jongens zoals Aboutaleb en Van der Laan, die sociale rechtvaardigheid vooral zien als een gunst waar tegenover gepaste nederigheid behoort te staan. Opeens is het kapitalisme weer maakbaar. Maar niet maakbaar door verzet van onderaf, door gerechtvaardigde eisen van de werkende klasse. Het is alleen maakbaar, willen deze sociaaldemocraten ons doen geloven, via slimme deals tussen politieke hotemetoten en de profiteurs van weleer.
Het woord 'samen', dat nu zo vaak door burgerlijke politici gebruikt wordt, heeft iets pervers na jaren van sociale afbraak. Binnen de gezondheidszorg zijn steeds meer schotten ontstaan voor mensen met en zonder geld. Goed onderwijs is vooral afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de ouders, zoals ook een samenhang bestaat tussen goede huisvesting en het inkomen. Cultuur is door bezuinigingen weer verworden tot het speeltje van elite, het gewone volk wordt met goedkope pulp zoet gehouden.
Het jarenlange beleid van flexibilisering van de arbeidsmarkt begint nu zijn ware gelaat te tonen. En door de sterk versoberde sociale verzekeringen heeft een grote groep jongere werknemers geen enkele regeling om op terug te vallen. Vakbondsleider Agnes Jongerius waarschuwde er in haar nieuwjaarstoespraak terecht voor dat de verdere hervormingen van het arbeidsrecht de groep werkende armen zal vergroten.
De rechtse hervormers staan, met de EU-wetgeving achter de hand, klaar deze crisis te benutten om Nederland definitief richting Amerikaanse toestanden te duwen. De arbeidsmarkt zal dan uit twee geheel gescheiden werelden gaanbestaan: een slinkende groep werknemers met goede arbeidsvoorwaarden en een groeiend leger werkers dat in de servicesector (ten dienste van de eerste groep) met allerlei kleine, onzekere jobs amper een belegde boterham weet te verdienen. Dit verschijnsel, dalende netto-inkomens, was onder meer één van de oorzaken van de huidige crisis in de VS.
Het is nu zaak tijdig en grondig het ideologische verhaal, dat deze economische crisis een 'kans' biedt voor een beter soort kapitalisme, door te prikken. Het beste door het eisen van goede arbeidsvoorwaarden, van baanzekerheid en van echte democratische inspraak. Alleen strijd zal verbeteringen opleveren, niet een door de crisis gunstig gestemde kapitalist. Het is dus niet zaak, zoals premier Balkenende zei: "harder te gaan trappen als er tegenwind is". Het beste is, gebruikmakend van deze wind, een heel andere kant op te fietsen. Richting socialisme.