André Scheer (*)
Voor 15 februari zijn de mensen in Venezuela opnieuw opgeroepen om te stemmen. Deze keer gaat het erover dat vijf artikelen uit de grondwet van hun land moeten worden gewijzigd. Met deze wijziging moet de regel worden geschrapt dat gekozen volksvertegenwoordigers slechts eenmaal mogen worden herkozen. De afgevaardigden van het parlement, de burgemeesters, gouverneurs van de bondsstaten en ook de president van de republiek zouden zich dan steeds weer kandidaat kunnen stellen, tot een meerderheid van de kiezers tegen hen en voor een tegenkandidaat stemt.
Natuurlijk gaat het bij de discussie om deze grondwetsherziening in eerste instantie om de persoon van president Hugo Chávez. Oorspronkelijk zou de hervorming zelfs alleen maar over artikel 230 gaan, waarbij het om de herkiezing van de president gaat, terwijl het verbod op de meervoudige herkiezing voor de andere door verkiezingen verkregen mandaten behouden zou blijven. Dat stuitte in het parlement echter op het verzet van met Chávez verbonden partijen zoals 'Vaderland voor allen' (PPT). Ook de Communistische Partij van Venezuela (PCV) eiste de beperkingen voor alle door verkiezingen verkregen mandaten op te heffen, terwijl de afgevaardigden van de Verenigde Socialistische Partij (PSUV) eerst bij het standpunt bleven alleen voor de president een hernieuwde kandidaatstelling mogelijk te maken. Begin januari was het echter Hugo Chávez zelf die voorstelde de grondwetsherziening op alle verkozenen toe te passen.
Daarmee nam hij de oppositie de wind uit de zeilen. Deze schetterde dat het er bij de grondwetswijziging slechts om zou gaan Chávez eeuwig op zijn post te laten blijven. Tegelijkertijd wezen de rechtsen erop dat het concept van een herkiezing al onderdeel was van de in december 2007 afgewezen grondwetshervorming en dat de actuele grondwetswijziging daarom illegaal zou zijn. Dat klopt echter noch formeel noch inhoudelijk.
In december 2007 wees een heel krappe meerderheid de door president Chávez voorgestelde grondwetshervorming, die op het laatst over meer dan 60 artikelen ging, af. Eén van deze artikelen was ook artikel 230, die tot nu toe een hernieuwde kandidaatstelling van Chávez bij de presidentiële verkiezing in 2012 in de weg zou staan. Het verbod op het herkandidaatstellen op lager niveau maakte er toen echter geen deel van uit, terwijl veel plannen van de grondwetshervorming deze keer geen rol spelen. Bovendien zijn het nu ook andere aanvragers, want deze keer gaat het initiatief uit van de afgevaardigden van de Nationale Vergadering.
Voor de oppositie is dat echter geen reden om niet langer tegen het project te zijn, hoewel ook rechtse politici daarvan zouden kunnen profiteren. De rechtse partijen willen door middel van een hernieuwd succes bij het referendum de regering weer een slag toebrengen en tegelijkertijd bereiken dat een mogelijk minder populaire kandidaat bij de volgende presidentsverkiezing voor de linkse partij moet opkomen.
Voor de revolutionaire krachten in Venezuela is het referendum natuurlijk toegeven aan het feit dat het proces nog niet zo stabiel is dat de president moeiteloos vervangen zou kunnen worden. Tegelijkertijd is met de regionale verkiezingen van 23 november jl. de illusie van de onomkeerbaarheid vam dit proces vervlogen. Zodra de rechtsen enkele regionale bestuurders, waaronder de burgemeester van de hoofdstad Caracas, binnen haddengehaald, begonnen zij onmiddellijk de sociale missies aan te vallen, ambtenaren te ontslaan en de in de arme wijken werkende Cubaanse artsen te bedreigen.
Het was dit gevaar dat duizenden mensen in grote demonstraties de straat op dreef en de linkse partijen na de ruzies voorafgaande aan de regionale verkiezingen weer samenbracht. Tijdens een gemeenschappelijke bijeenkomst van alle revolutionaire partijen op 15 januari jl. gaf Chávez, met een blik op zijn scherpe aanvallen op PCV en PPT, in het najaar 2008, toe dat zijn uitingen voor een scheuring tussen de linkse partijen heeft gezorgd. PCV-secretaris-generaal Oscar Figuera beklemtoonde van zijn kant de betekenis van Chávez als leidende persoonlijkheid van het revolutionaire proces en eiste ruimte voor discussies tussen de partijen en organisaties van het Bolivariaanse kamp, opdat de oppositie geen gebruikmaken kan van onderlinge meningsverschillen.
De laatste peilingen tonen een meerderheid voor de grondwetshervorming. Zo ziet het instituut IVAD een voorsprong van 7 procent voor het 'ja', terwijl het instituut Datanálisis, dat enkele weken geleden nog een meerderheid tegen de verandering had voorspeld, nu eveneens uitgaat van een meerderheid voor het 'ja'. De aanhangers van de regering zijn echter gewaarschuwd, want ook voor het referendum van 2007 lag het linkse kamp in de peilingen meestal voor, tot het op de dag van de stemming bedrogen uitkwam.
Daarom heeft Chávez in een door hem sinds 22 januari drie keer per week in de dagbladen van Venezuela gepubliceerde kolom opgeroepen "dag voor dag, huis aan huis, straat voor straat, wijk voor wijk, stad voor stad een reusachtig offensieve, intelligente, fervente en verstandige operatie door te voeren en het initiatief, de creativiteit, de vreugde, de organisatie, de machinerie en de mobilisatie te tonen! Het is noodzakelijk om de machtige campagne van desinformatie te verpletteren die de contrarevolutie tegen het volk richt en die steunt op voortdurende manipulatie en permanent bedrog..."
UZ Nr. 5 van 30 januari 2009. Vertaald door Marcel de Jong.