Gedurende 10 jaar doorbreekt de Bolivariaanse regering rolmodellen, overwint weerstanden, overtreft prognoses, staat oog in oog met wereldmachten, revolutioneert het bewustzijn, verslaat buitenlandse en binnenlandse samenzweringen, en vooral verdedigt, als de motor en de brandstof voor het revolutionaire proces, de diepe overtuiging dat de mens het centrum en de reden van het bestaan van de samenleving is.
De opvallendste resultaten van de Bolivariaanse Revolutie kunnen worden vastgesteld door middel van de missies (sociale programma's), infrastructurele werken en technologische vooruitgang, en niet te vergeten de verbetering van de levensstandaard van de meeste Venezolanen en de aanzienlijk verminderde sociale ongelijkheden die de Bolivariaanse Revolutie bracht. Bovendien heeft Venezuela grote stappen gezet in zijn strijd voor de verwezenlijking van de materiële en reële voorwaarden voor een ontwikkeld land.
Tijdens de regeerperiode van de Bolivariaanse regering, onder leiding van president Hugo Chávez, is de extreme armoede significant gedaald van 42 procent in 1998 tot 9,5 procent. Dit resultaat zorgt ervoor dat Venezuela nu al deze VN-Millenniumdoelstelling heeft bereikt. Algemene armoede was ook duidelijk afgenomen van 50,5 procent in 1998 tot 33,4 procent in 2008.
Venezuela's score op Human Development Index is ook gestegen van 0,69 (medium ontwikkeling) in 1998 tot 0,84 (hoge ontwikkeling) in 2008. Momenteel neemt Venezuela rang 67 in (van 179 landen) volgens het UNDP-rapport van 2008.
De Gini-coëfficiënt van Venezuela is gedaald tot 0,4099, de laagste in de geschiedenis van het land en in Latijns-Amerika. In 1998 was het 0,4865.
In 2005 bereikte Venezuela de doelstelling van de UNESCO van een gebied vrij van analfabetisme: 96 procent van de volwassenen en ouderen kunnen lezen en schrijven. Maar we zijn nog aan het werk: 99,6 procent van de bevolking boven de leeftijd van 15 is nu geletterd.
Momenteel begroot de Venezolaanse staat 7 procent van het bbp voor onderwijs, terwijl ze in 1998 3,9 procent van het bbp aanwendde voor het onderwijs. In 1998 stonden 6,2 miljoen studenten ingeschreven bij een school, de socialistische missies (sociale programma's) niet meegerekend, nu staan 7,5 miljoen studenten, zowel bij openbare als particuliere scholen, ingeschreven.
De socialistische missies, opgezet op initiatief van president Chávez, bedoeld voor het bevolkingsdeel dat door het formele onderwijs wordt buitengesloten, worden zichtbaar in de volgende statistieken:
Venezuela investeert 4,2 procent van zijn bbp in de gezondheidszorg en continueert het verdiepen van de strategie die de Venezolanen garantie geven vrije toegang tot de gezondheidszorg te hebben, door middel van de oprichting van de sociale programma's Barrio Adentro I-II-III en IV. Tot 2009 had Barrio Adentro de volgende resultaten:
Het beleid van volksgezondheid ontwikkeld door de Bolivariaanse regering is erin geslaagd het sterftecijfer van kinderen onder de vijf jaar te verlagen tot 13,7 procent. In 1990 was dit cijfer 25,8 procent.
De werkloosheid is met 50 procent verminderd tijdens president Chávez' regeerperiode, zij daalde van 12 procent naar 6,1 procent begin 2009. In mei 2007 werd het Venezolaanse minimumloon het hoogste in Latijns-Amerika (372 dollar). Bovendien ontvangen de werknemers een maandelijkse bonus voor voedsel, tot ruim 139 dollar. Ook de pensioenen zijn verhoogd tot het minimumloon.
De Venezolaanse economie kende 20 opeenvolgende kwartalen van groei. Het jaar 2004 sprong eruit met een historische groei van 18,3 procent. Het groeipercentage in 2008 was 4,9 procent. Onze economie is gegroeid met 526,98 procent vergeleken met de Venezolaanse economie in 1998. Venezuela is de vierde grootste economie in Latijns-Amerika, na Brazilië, Mexico en Argentinië.
Om de voedselzekerheid en de soevereiniteit van het land te garanderen richtte de Bolivariaanse regering de Missie Voeding op, waarvan het doel is het aanbieden van elementaire levensmiddelen tegen lage prijzen en zonder tussenpersonen aan de Venezolaanse bevolking. Dit initiatief werd gematerialiseerd met de oprichting van een netwerk van magazijnen en winkels (o.a. Mercal, PDVAL, ASA, FUNDAPROAL en silo's). In 1998 produceerde Venezuela 16.272.000 ton groenten. In 2008 lukte het Venezuela 20.174.000 ton voedsel te produceren. Dit komt neer op een toename van 24 procent.
De staatsschuld daalde van 73,5 procent van het bbp in 1998 tot 14,4 procent in 2008, waarmee het begrotingstekort tot de laagste van de wereld behoort. In 1998 werd een schuld van 3 miljard dollar afbetaald aan hetInternationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank (WB).
Aan het begin van 1999 bedroegen de internationale reserves 14,3 miljard Amerikaanse dollars. In januari 2009 was dat gestegen tot 41,9 miljard.
Vóór de Bolivariaanse regering waren er vrijwel geen investeringen in de wetenschap en technologie. Vandaag is 2,69 procent van het bbp van Venezuela gericht op wetenschap en technologie.
Met de oprichting van de Infocentros (Informatiecentra) en het Nationaal Technologisch Alfabetiseringsplan werd de toegang van de bevolking tot informatie- en communicatietechnologieën een flinke stimulans gegeven.
Op 29 oktober 2008 lanceerde Venezuela de Simón Bolívar-satelliet vanaf het Sichuan Satelliet Centrum in de Volksrepubliek China. Hij is nu operatief en de Venezolaanse staat heeft er de controle over. Satellietdiensten zullen worden aangeboden aan duizenden gemeenschappen in het hele land en buiten zijn grenzen in andere Latijns-Amerikaanse en Caribische landen, onder meer voor tele-educatie en telegeneeskunde.
De consolidatie van technologische soevereiniteit van Venezuela omvat ook de nationalisatie van de belangrijkste strategische telefoonmaatschappij van het land, de Nationale Venezolaanse Telefoon Maatschappij (CANTV - Spaans Acroniem).
Gelijkheid van mannen en vrouwen levert een belangrijke bijdrage aan de vooruitgang van de Venezolaanse samenleving. Participatie van vrouwen in de Gemeenschapscentra bedraagt 60 procent, vier van de vijf Instituten van het Volk worden geleid door vrouwen. De aanwezigheid van vrouwen in de Nationale Vergadering (Venezolaanse parlement) steeg van 10 procent tot 16,5 procent.
Ministerie van Volksmacht voor Communicatie en Informatie, 2 februari 2009, vertaling Maarten Muis.