Anna Ioannatou
Binnen het debat in de communistische beweging over de machtsovername neemt het coalitievraagstuk als vanouds een belangrijke plaats in. Al sinds de bolsjewieken in Rusland in 1917 aan de macht kwamen is er heel wat gesproken over één-partijregeringen en hoe ondemocratisch dat zou zijn. In de regel wordt er (al of niet opzettelijk, dat laat ik hier even buiten beschouwing) geen rekening gehouden met de redenen waarom de communistische partij alleen bleef, ondanks Lenin's duidelijke uitleg daarover.
Dit korte uitstapje in de geschiedenis naar de eerste communistische partij die aan de macht kwam, brengt ons naar het huidige Griekenland en de ervaringen van de communistische partij (KKE) in dit land, die herhaaldelijk en sinds de gebeurtenissen van december 2008 met hernieuwde kracht wordt aangevallen vanwege, zoals het heet, de onwil om coalities aan te gaan op politiek niveau. De communistische partij zou zich dus isoleren.
Toen de KKE zich sinds december niet wilde aansluiten bij de leuze, dat de regering moest aftreden na de dood van een 15-jarige jongen door een politiekogel en de wekenlange rellen in het centrum van Athene, werd dit door de anarchistisch-autonome beweging plus de radicaal kleinburgerlijke Synaspismos/Syriza aangegrepen om de mythe te versterken dat KKE en Nea Dimokratia (centrumrechtse regering) de handen op één buik hebben.
De laatste jaren is dit een vaak herhaald stokpaardje ook van de sociaaldemocratische Pasok (nu in de oppositie, nvdr), die spreekt van een "heilloos bondgenootschap" tussen communisten en rechts. De Pasok komt o.a. met het voorbeeld (en hierin gevolgd door de 'grote opstandelingen' van anarchistisch autonoom en kleinburgerlijk 'links') dat de KKE 10 jaar geleden, na de smadelijke uitlevering door Griekenland van de Koerdische leider Ocalan aan Turkije, voor aftreden van de toenmalige Pasok-regering was. Daarbij voor het opportunistische en electorale gemak even vergetend dat de Pasok het na 20 jaar regeren toen steeds bonter maakte en het verraad van Ocalan de druppel was die de emmer deed overlopen. En ook vergetend dat al of niet van burgerlijke regeringen vragen af te treden geen principieel vraagstuk is voor de communisten, maar een kwestie van de politiek van het moment. (Een juiste stellingname, elke situatie moet steeds opnieuw concreet op basis van actuele feiten worden beoordeeld, nvdr).
Zo heeft de KKE zich begin jaren '80 (toen de Pasok, zwaar leunend op het zogeheten 'antirechtse syndroom', aan de regering kwam) niet sterk tegen de nieuwe regeringspartij geprofileerd, want het partijprogramma van de Pasok bestond toen voor zo'n 80 procent uit de eisen en leuzen van de KKE, massaal door de bevolking gesteund. Op deze wijze werd geprobeerd de KKE monddood te maken. Dat was dus niet het geschikste moment om verticaal tegen de stemming van toen in te gaan.
Verbaasd zijn en je afvragen voor welke burgerlijke partij de KKE eigenlijk is, wijst op politiek onbegrip (of ook onbenul). Strategisch doel van de KKE is de macht over te nemen van de heersende kapitalistische klasse om een eind aan het kapitalisme te maken en niet, zoals alle anderen (grote establishmentspartijen plus klein 'radicaal' plus anarchistisch-autonoom in één koor), een ander, antineoliberaal beheer (management) van het bestaande systeem voor te stellen.
Daar zit dan ook de kneep. Hoe samenwerken met partijen en/of bewegingen, die als eerste doel in wezen de kwestie van het bestaan of niet-bestaan van de communistische beweging stellen en die als bestaansgrond het opheffen van de communistische beweging hebben? Jammer dat er hier geen ruimte is voor het aanhalen van onthullende citaten uit het ideologische gedachtegoed van de sociaaldemocratie, Synaspismos/Syriza en de 'autonomen' naar aanleiding van de rellen van december. Juichend over "de beweging der bewegingen" (een term, die zich consolideerde na de antiglobalistische uitbarstingen sinds Genua 2003), over het samengaan van "briljante leerlingen, studenten, zigeuners, allochtonen, meisjes op pumps, jongelui uit het elitaire particuliere onderwijs, hooligans en werknemers met een onzekere positie". Dat is de door de klassen heenlopende 'nieuwe' coalitie, volgens Synaspismos/Syriza.
Over één ding zijn ze het eens met alle anderen behalve de KKE: twijfel over de rol van de werkende klassen. Even worden alleen wat 'onzekere werknemers' aangestipt, maar verder hollen zigeuners met meisjes op pumps en dure jongetjes enz. hand in hand over de straten als nieuwe autonome sociale kracht... Sinds het eind van de 19de eeuw werd de theorie van 'de beweging als belangrijkste en het doel als onbelangrijk' 'wetenschappelijk' vastgelegd (Bernstein). Maar de rol van de arbeidersbeweging werd toen nog niet in twijfel getrokken.
Sinds de jaren '60 (Marcuse, Garaudy e.a. en van recentere datum o.a. Antonio Negri) 'verdwijnt' de werkende klasse als subject (dragende kracht, nvdr) van een antikapitalistische (wel nog antineoliberale!) revolutionaire beweging. Klassenstrijd wordt ontkend en weggetoverd uit het ideologische gedachtegoed. Het subject van deze 'nieuwe' beweging is ten nauwste verbonden met de doelstelling van die 'nieuwe' beweging: afwisseling van het beheer van het kapitalisme in antineoliberale richting. Vandaar dan ook de leuze, dat de "regering van moordenaars" op moet stappen (Waarna een andere rechtse regering het werk kan voortzetten, nvdr).
Zo lazen we in een krant dat de generatie van antiglobalisten de strategie van de gewelddadige omverwerping van het kapitalisme heeft verworpen en van het anarchisme alleen het symbolische geweld heeft overgenomen (dus banken in brand steken en ruiten kapot gooien en zo): "Als jongeren een bank aanvallen, dan is dat een vorm van symbolisch geweld, ze zijn helemaal niet van plan de staatsmacht in handen te nemen." Dit laatste motief komen we herhaaldelijk tegen in het 'linkse debat', dat helemaal geen 'burgeroorlog tussen links' is, maar de aloude scheidingslijn toont tussen degenen die af willen van het kapitalisme en zij die het willen houden bij een ander beleid (uiteindelijk werden Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg in 1919 door de sociaaldemocratie vermoord).
Dit nu is de reden waarom de KKE geen coalitie met andere partijen kán aangaan. Van de communisten wordt gevraagd de management-opvatting over te nemen en radicale omwentelingen door de werkende klassen als ouderwets naar huis te sturen. Het gaat voor de zoveelste maal in de geschiedenis om het bestaan of niet bestaan van een antikapitalistische beweging (de anarchistische uitschietertjes worden door het establishment dankbaar gebruikt, of ook wel geënsceneerd, als stoomafblazers voor opgewonden jongeren).
Uit bovenstaande mag duidelijk geworden zijn dat er voor de KKE op het moment geen ruimte is voor politieke coalities. De partij zou een deel van haar programma overboord moeten gooien en doen wat de anderen zeggen, diebovendien nog in de minderheid zijn. Het is zelfs riskant zoals de recente geschiedenis leerde. In de tweede helft van de vorige eeuw, vooral de jaren '80, zijn heel wat communistische partijen ten onder gegaan (of hebben zich zelf opgeheven) binnen coalities, die o zo mooi van start gingen, maar na verloop van tijd met de eis kwamen dat de partijen binnen de coalitie zich moesten opheffen terwille van het bredere front (voorbeelden te over in Europa, Afrika, Latijns-Amerika) (en tot op zekere hoogte ook in Nederland binnen GroenLinks, nvdr). Het resultaat is dat een bevolking, die steeds meer te lijden heeft van de gevolgen van de crisis van het kapitalisme, politiek alleen is komen te staan.
De KKE heeft zich in 1991 op het nippertje weten te redden met zware verliezen door zich terug te trekken uit een wurgende 'coalitie'. Sindsdien is de partij verdubbeld in electorale termen en verveelvoudigd in maatschappelijke invloed. De partij wordt een steeds vastere betrouwbare aanwezigheid in het collectieve Griekse bewustzijn. De partij is er en werkt hard aan maatschappelijke coalities met de bevolking op de werkplek. (Het 18de Congres van de KKE, van 19 t/m 22 februari jl. ging diep in op de concrete uitdagingen - met name de rol van Pame en de basisorganisaties - die dat met zich meebrengt, nvdr).
Waarschijnlijk is dit ook één van de belangrijkste redenen van de gecoördineerde aanvallen van het burgerlijk establishment (dat sommige politici nauwelijks hun bewondering kunnen verhelen is geen teken van 'heilloze coalitie', een tegenstander kun je haten, maar tegelijk ook bewonderen) via alle mogelijke politieke kleurschakeringen tot aan anarchistisch-autonoom toe. In Griekenland is er nog een communistische partij en beweging kapot te maken, in de meeste andere landen (vooral Europa, maar niet alleen daar) is dit al effectief gebeurd!
Een gewaarschuwde partij telt voor twee.