"Het jaar 1952 kenmerkte zich door een grote werkloosheid. Eind januari 1952 bedroeg het aantal bij de Gewestelijke Arbeidsbureaus ingeschreven werklozen 174.916. Dit waren er 58.000 meer dan precies één jaar daarvoor. Alleen al in de maand januari van het jaar 1952 was het aantal werklozen met 20.000 gestegen. Nu was een stijging in januari in die jaren niet ongewoon, maar het illustreert toch wel de barre toestand waarin de arbeidersbevolking zich bevond, als de werkloosheidsstijging vergeleken wordt met die van dezelfde maand in het jaar daarvoor. Toen was de stijging namelijk 8.000. Het aantal arbeiders dat tewerkgesteld was in de D.U.W. (Dienst Uitvoering Werken), de naoorlogse werkverschaffing, bedroeg eind januari 1952: 35.746. De werkloosheid die steeds meer toenam, ook door het sluiten van een aantal van deze D.U.W.-projecten, drukte het levenspeil van de arbeidersbevolking verder naar beneden. De werkloosheiduitkeringen waren zeer laag, terwijl in die tijd jonge werklozen onder de 21 jaar helemaal geen uitkering kregen en dus ook nog moesten leven van het loon of de uitkering van hun vaders. De werkloosheid en de dreiging dat deze nog groter zou worden drukten ook het peil van de lonen naar beneden. Zo werden de werklozen gedwongen, als daar tenminste de kans voor was, voor een lager loon aan de slag te gaan dan ze hadden verdiend voordat ze werkloos werden. Het lijdt geen twijfel dat er sprake was van schrijnende toestanden in de arbeidersgezinnen en dat dit zich ook deed gevoelen bij de middenstanders die van de koopkracht van de arbeidersbevolking afhankelijk waren. Het einde van de Tweede Wereldoorlog was nog maar enkele jaren voorbij. Deze oorlog had grote delen van ons land verwoest, reeksen bedrijven ontmanteld achtergelaten en woning en wegenbouw verlamd. Er was werk genoeg dat aangepakt kon worden. Toch werd ons land geteisterd door een snel groeiende massale werkloosheid. Kapitalistisch wanbeheer, dat slechts oog had voor winst en allerminst voor wederopbouw in het belang van de bevolking, en een regering, die in het kielzog van de Verenigde Staten alles ondergeschikt probeerde te maken aan een mateloze bewapening, beroofden tienduizenden van hun werk. (...)"
Uit: 1952, de omgekeerde stakingen in Friesland, uitgave CPN- Friesland, 1979.