André Scheer
Met 1,1 miljoen stemmen voorsprong heeft Venezuela gekozen: alleen het volk en niet een beperking in de grondwet bepaalt of Hugo Chávez ook na de volgende presidentsverkiezingen in 2012 aan het hoofd van het land staat.
Op zondag 15 februari werden zo'n 16,7 miljoen mensen opgeroepen om te stemmen over een verandering in de grondwet. Iets meer dan 70 procent van de kiesgerechtigden maakte gebruik van zijn recht, 54,85 procent stemde 'ja' en daarmee "voor de revolutie, voor het socialisme, voor Chávez", zoals de president na het bekendmaken van de uitslag door de Nationale Kiesraad vanaf een balkon van het presidentiële paleis de daar verzamelde mensen toeriep.
Door de verandering vervalt de regeling waarbij parlementsleden, gouverneurs, burgemeesters en de president maar eenmaal herkozen kunnen worden. Daardoor was het niet mogelijk, zo was een argument voor de verandering, het goed uitvoeren van het ambt door een vertegenwoordiger in zijn twee ambtsperiode te belonen. Dat bestraffen was daarentegen wel al daarvoor mogelijk. Ook kan nog steeds elke ambtsdrager na de helft van zijn ambtstijd per referendum afgezet worden.
De Communistische Partij van Venezuela (PCV), die actief had gemobiliseerd voor het 'ja' bij het referendum, verwelkomde "de grote overwinning van het Venezolaanse volk". Secretaris-generaal Oscar Figuera toonde zich met name tevreden over de hoge kiezersopkomst. Het resultaat is een beduidende stap naar vergroting van de volksmacht. Een van de belangrijkste redenen voor de overwinning van het 'ja' is geweest de eenheid van actie van alle revolutionaire krachten op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Daarom stelde Figuera voor het werk van de Nationale Commando's Simón Bolívar voort te zetten en riep Chávez, als voorzitter van de Verenigde Socialistische Partij Venezuela (PSUV), op tot het bijeenroepen van een vergadering van alle revolutionaire organisaties, om te discussiëren over het verder samenwerken aan het verstevigen van het revolutionaire proces.
Met dit succes heeft de Bolivariaanse Revolutie zich hersteld van een zwakke fase, die zich weerspiegelde na de nederlaag bij stemming over de grondwetsveranderingen in december 2007 en deels bij de regionale verkiezingen in november. Bijzonder van belang is daarom ook dat op zondag 15 februari ook in de hoofdstad Caracas en in de deelstaat Carabobo de meerderheid van de kiezers met 'ja' stemden, terwijl hier in november leden van de oppositie gewonnen hadden. Ten opzichte van het referendum in 2007 kon het Bolivariaanse kamp zijn stemmenaantal met bijna 50 procent laten stijgen, van bijna 4,4 tot nu 6,3 miljoen stemmen.
Bron: Unsere Zeit, krant van de DKP, 20-2-2009. Vertaling Maarten Muis.