Redactie buitenland
De Europese Unie heeft aangekondigd Wit-Rusland toe te laten tot het Oost-partnerschap-programma. De aankondiging werd op 23 januari jl. gedaan na een bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken van de 27 aangesloten landen en komt binnen een week na het bezoek van de Chef Buitenlands Beleid van de Europese Unie, Javier Solana, aan de voormalige Sovjetrepubliek.
Het Oost-patnerschap-programma is een forum dat bedoeld is om de discussie over visumovereenkomsten, vrije handelsovereenkomsten en strategische afspraken op gang te brengen met een aantal landen in Oost-Europa en Zuid-Kaukasus. Dit houdt niet een toekomstig lidmaatschap van de Europese Unie in.
De Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken, Karel Schwarzenberg, wiens land momenteel het roulerend voorzitterschap heeft, zei na de vergadering: "Er is een algehele overeenstemming dat het systeem van een Oost-partnerschap levensvatbaar is." En "... dat het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten, uitgebreide vrijhandelszones, het creëren van een gemeenschappelijk platform voor vraagstukken van wederzijds belang, zoals bijv. energievoorziening, de weg voorwaarts betekent."
Behalve Wit-Rusland, zijn de andere landen in het partnerschap-programma Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië en Oekraïne.
De leider van Wit-Rusland met een lange staat van dienst, door Washington eerder 'Europa's laatste dictator' genoemd, heeft zijn politieke koers verlegd om de banden aan te halen met de Europese Unie, die hem steeds bekritiseerde vanwege zijn beleid t.a.v. de mensenrechten en democratie.
Schwarzenberg was echter voorzichtig met betrekking tot Minsk. Hij verklaarde dat Wit-Rusland "een zeer moeilijke situatie zou doen ontstaan" als het Abchazië en Zuid-Ossetië als onafhankelijke staten zou erkennen. Rusland erkende de beide staten in augustus 2008 na een 5-daagse oorlog tussen Rusland en Georgië over Zuid-Ossetië, die begon nadat Georgische troepen Zuid-Ossetië binnenvielen om te proberen dat gebied weer onder gezag van Tbilisi te krijgen. Tot dusver heeft behalve Rusland, alleen Nicaragua de beide republieken erkend.
De commissaris voor buitenlandse betrekkingen en Europese buurlanden beleid van de Europese Unie, Benita Ferrero-Waldner, zei op een persconferentie na de Brusselse vergadering dat het "absoluut noodzakelijk" is voor de Europese Unie om betrekkingen aan te gaan met landen in het gebied van de voormalige Sovjet-Unie. Ze verwees naar de recente oorlog tussen Georgië en Rusland en de strubbelingen rond de aardgasleveranties tussen Oekraïne en Rusland. Ze zei dat de Europese Unie 'cruciale belangen' in dat gebied heeft. Ze zei eveneens er vertrouwen in te hebben dat de Europese Unie op de top in maart 2009 350 miljoen euro extra zou goedkeuren ter financiering van dit programma. Dat komt dan bovenop de 250 miljoen euro die al eerder werd goedgekeurd.
Dit Oost-partnerschap-programma zal formeel worden gestart op een top in de Tsjechische hoofdstad Praag op 7 mei a.s.
Bron: R.I.A. Novosti, 24-2-2009. Vertaald vanuit het Engels: Ardengo Persijn.