Maarten Muis
Het zit in de afkorting van het CDA, dat appel, en het wordt nu dagelijks gebezigd: op alles en iedereen wordt een beroep gedaan om de verliezen van de crisis mee te dragen. Er wordt veel over solidariteit gesproken, maar zonder een klasseninhoud. Er worden allerlei tegenstellingen naar voren gehaald om de tegenstelling waar het bij een kapitalistische crisis om gaat, die tussen kapitaal en arbeid, te verbloemen.
Graag bezigt de politieke elite het credo 'drastische, maar noodzakelijke ingrepen'. Alles lijkt opeens bespreekbaar: werken tot je 67ste levensjaar, de nullijn, korting op uitkeringen en bezuinigingen op de AWBZ. Gezwegen wordt er over de JSF-straaljagers, de kosten van de Nederlandse troepen in Afghanistan, het aantasten van democratische rechten en de privacy onder het mom van terrorismebestrijding en de winstcijfers van vóór 2009.
Minister van Sociale Zaken, Piet Hein Donner, beleeft zijn 'finest moment': met de verwijzing naar zijn 'realisme' kan hij de Europees afgesproken plannen tot verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt nu gaan doordrukken. Shockdoctrine in Nederland.
De hervorming van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) zet Donner eveneens door, ondanks dat er van alle kanten signalen komen dat er bijna geen enkel perspectief meer is op een reguliere baan voor chronisch zieken en gehandicapten. Dit hervormingsplan is bedoeld om de cao van de WSW te ondergraven en werken onder het minimumloon mogelijk te maken. Het ideologische sausje van de emancipatie en de participatie verdampt in deze crisis. Als een geschenk uit de hemel komt voor minister Donner nu de budgettaire noodzakelijkheid van het plan. Nu moeten de werkers in de sociale werkplaatsen solidair zijn met de profiteurs in deze maatschappij, die hen nooit een betere kans geboden hebben behalve de WSW.
Iemand die ook het slinkende budget gebruikt om een appel te doen op valse solidariteit is Marleen Barth van GGZ Nederland, de werkgeversorganisatie in de Geestelijke Gezondheidszorg. Zij stelde in de Volkskrant van 11 maart jongstleden dat de werkers in de TBS-klinieken, de verslavingszorg en de psychiatrische zorg uit solidariteit met de patiënten de nullijn moeten accepteren. Want volgens haar zijn bezuinigingen onvermijdelijk en een loonsverhoging in de komende cao gaat ten koste van het aantal arbeidsplaatsen in de GGZ. Zij vergeet hierbij dat er in deze zorg een groot tekort is aan goed opgeleid en gemotiveerd personeel. Daarnaast is de nullijn een klap in het gezicht van al die behandelaars en verpleegkundigen, die zich al jaren uit de naad werken in een sector die niet profiteerde van de economische groei van de afgelopen decennia.
Het moreel appel van sociaaldemocratische politici en de vakbondstop aan de topmanagers van banken en verzekeringsmaatschappijen (die miljarden steun kregen van de staat) om van hun bonussen af te zien, bleek niet ingewilligd te kunnen worden. Hier zijn opeens 'niet beïnvloedbare marktmechanismen' aan het werk, volgens de neoliberale economen. De arbeidsmarkt waar topmanagers zich in bevinden blijkt dus een heel andere te zijn dan die van GGZ-verpleegkundigen. Grandioos deze brutaliteit, wat een mooie ideologische munitie krijgt links zo aangeleverd.
In de VS hielden progressieve bewegingen een bustour langs de kapitale villa's van de graaiers uit de financiële wereld, om te zien waar al die bonussen zijn gebleven. Veel klassenbewuste armen wilden zien waar ook hungeld heen gevloeid is met al die programma's van staatssteun. Staatssteun die er in veel mindere mate is voor chronisch zieken en gehandicapten. De crisis van 2009 maakt het noodzakelijk dat we helder gaan inzien met wie we dezelfde belangen delen en welke aan ons tegengesteld zijn. Tegen al dat moreel appel helpt alleen maar een juist klassenstandpunt.