Gedicht: Zit de vorst diep genoeg in de grond
Henricus Azewijn
Zit de vorst diep genoeg in de grond
Ik ben orthodox zwáár de lul
zit fundamenteel niet verkeerd
houd niet bepaald van flauwekul
zoals de ervaring mij heeft geleerd.
Niet met lelijke woorden gegooid
woorden zullen hooguit vallen
is de demon bepaald niet gekooid
de mammon met al zijn vazallen.
Radicaal ben ik vóór of tégen
bij alles wat twee kanten heeft
zal het zwaarst niet lichter wegen
waar men enkel om zichzelf geeft.
Geen woordenstroom maar dáden
de bal is niet in 't minst rond
gaat men niet bij mr. Joost te rade
in een sfeer van kruitvat en lont.
Nog steeds niet achter traliewerk
bij ontstentenis van écht hard bewijs
sticht ik in stilte mijn eigen kerk
mij oriënterend op bepaald glad ijs
waarop iedereen een scheve schaats rijdt
zit de vorst diep genoeg in de grond
waarop iedereen zich met zichzelf verblijdt
zit hij diep genoeg in de stront.