Anna Ioannatou
3 april 1999. Temidden van het oorverdovende lawaai van de NAVO-bombardementen op voormalig Joegoslavië en de talloze massale betogingen in Athene en ook andere delen van het land werd het Arbeiders Strijd Front (PAME) geboren. In de afgelopen tien jaar heeft het PAME een onuitwisbare stempel op Griekenland's vakbondsleven gezet. De verjaardag werd gevierd met acties in fabrieken, bedrijven, op de werkplaats. Giorgos Perros van het Uitvoerend Secretariaat van het PAME maakt een balans op in een interview met de krant 'Rizospastis', waarvan hier een verkorte vrije weergave:
Antwoord: De noodzaak de vakbeweging te reorganiseren en nieuw leven in te blazen, een nieuwe hoop voor de werkende mensen los van het regerings- en werkgeversvakbondsgebeuren, gericht tegen de overheersing van de rijken met hun politieke partijen en tegen de Europese Unie met haar antiwerknemersrichtlijnen. De vakbeweging moet zich emanciperen los van het z.g. sociale partnerschap, de maatschappelijke drogconsensus, de ondergeschiktheidsdialoog en de strategie die van vakbonden eist de tegen de bevolking gerichte politiek mee te vormen.
Het PAME is geboren en getogen uit de noodzaak meer krachten te concentreren en werkers te mobiliseren in klassenbewuste richting naar een confrontatie met het kapitaal en zijn vertegenwoordigers in de politiek en de vakbonden. Verder ontstond het PAME uit de noodzaak de strijd van werknemers in de particuliere en publieke sector te coördineren en zich in te zetten voor de gemeenschappelijke strijd van Griekse en buitenlandse arbeiders. Voor de eenheid dus op grond van de gemeenschappelijke belangen van de uitgebuite werkende mens en niet het soort 'eenheid' waar het door regering en werkgevers geïnspireerde vakbondsleven op hamert, eensgezindheid dus in het aanvaarden van de werkgeversstrategie. Dat bedoelen zij met 'eenheid.'
Antwoord: we zijn uitgegaan van de volgende maatstaven:
Onze inschatting is nu dat de balans van de afgelopen tien jaar een positieve is. We hebben flinke stappen gezet, over het hele land zijn plaatselijke secretariaten opgericht, bedrijfstakcomités, nieuwe bedrijfstakbonden. Dit alles laat zien dat we wel degelijk nog meer stappen vooruit kunnen zetten, de mogelijkheden zijn er.
De ervaring van de afgelopen jaren leert ons dat de zuurstof, waarvan een klassenbewuste vakbeweging leeft, het werk aan de basis is, in de fabrieken, op de werkplek, in de buurten. Dus daar waar de gewone mensen leven en werken.
Antwoord: PAME's optreden heeft de noodzaak bewezen van versterking van de klassenstrijd in confrontatie met de lijn van consensus, compromissen, sociaal partnerschap en regerings- en werkgeverssyndicalisme, dat twee handen op een buik betekent met de Bond van Griekse Industriëlen en de strategie van het kapitaal vertegenwoordigt in de arbeidersbeweging. Onze lijn is zwaar beproefd in harde strijd. Bewezen is dat de arbeidersklasse sterk is als zij overtuigd is van de noodzaak van een onverzoenlijke strijd tegen het kapitaal met zijn partijen en vakbondsvertegenwoordigers. De werkende klassen zijn niet alleen verplicht voor verbeteringen in werkomstandigheden, in levensstandaard te strijden, maar ook om op te eisen wat hun toekomt: de rijkdom die ze produceren en die nu door een rijke oligarchie, die de productiemiddelen in handen heeft, wordt geïncasseerd. Zo'n oriëntatie is noodzakelijk, zelfs voor de geringste verworvenheden. Onze lijn is de enige die komt met het idee van omverwerping van het barbaarse uitbuitingssysteem. Dat is nou eenmaal de historische missie van de werkende klassen.
Verder wees Giorgos Perros op een aantal praktisch bereikte resultaten, zoals het ongedaan maken van ontslag, het verhinderen van ongunstige veranderingen in arbeidsomstandigheden, de ondertekening van cao's met een veel betere inhoud dan door de regerings- en werkgeversvakbonden was bereikt (bijv. in de bouw, metaal, pharmaceutische industrie e.a.). Het PAME heeft op eigen kracht in de afgelopen tien jaar heel wat stakingen en betogingen op touw gezet, maakt gebruik van alle vormen van strijd, bezettingen van ministeries, bedrijven, overheidsinstellingen, bureaus voor 'slavenhandel', ondanks de dreigementen van regering, officieren van justitie en het inzetten van de Arm der Wet.
Concluderend legde hij de nadruk op de noodzaak tot het verdiepen van het maatschappelijk bondgenootschap. Nieuwe strijdfronten moeten geopend worden. Elke vakorganisatie dient initiatieven te nemen en op haar gebied te handelen als een meerderheid, ook al is ze in de minderheid. Verder is er veel behoefte aan het betrekken bij de vakorganisaties van vrouwen en jongeren die met flexibele roosters werken en moeilijk bereikbaar zijn. Hoe meer PAME op de werkplek, des te sterker het werknemerstegenoffensief!
(*) De kwestie van de 'twee lijnen' in de vakbeweging is door Giorgos Mavrikos (secretaris van de WFTU) zeer duidelijk in een historich perspectief gesteld in zijn boek 'De arbeidersvakbeweging 1918-1948' met als ondertitel 'Twee richtingen (lijnen) in voortdurende confrontatie', waarover wij al in Manifest schreven bij verschijning van het boek (in het Grieks) in 2001. Daarin wordt aangetoond aan de hand van de Griekse vakbondsgeschiedenis hoe zwaar de consequenties van het ideologische schijndilemma 'Revolutie of hervorming?' waren voor de hele arbeidersbeweging.