Maarten Muis
Balkenende voelde zich genoodzaakt deel te nemen aan het slepende debat over de vraag of de huidige crisis nu veroorzaakt wordt door menselijk falen of dat het een systeemcrisis is. In een lang artikel op de opiniepagina van het NRC van 19 mei betoogde hij dat deze crisis vooral duidelijk maakt dat we moeten streven naar het versterken van een economisch 'Rijndeltamodel'. Dit model zou een beter gereguleerd en 'milder' kapitalisme betekenen in het verlengde van de verzorgingsstaat en tegengesteld aan het hardere Amerikaanse economische model.
Zijn concrete voorstellen liggen echter allemaal in het verlengde van wat al jaren het beleid van sociale afbraak is, ook wel bekend als de Europese Lissabon-agenda die in alle landen van de EU wordt doorgevoerd.
In het artikel geeft Balkenende de christendemocratische maatschappijvisie een algemeen sociologisch sausje. Hij schrijft dat de overheid, de markt en de burgers alledrie ijveren voor het vergroten van de zeggenschap over de maatschappij. Natuurlijk benadrukt hij de door rechts geliefde evenwichtsthese. Hij wijst als oorzaak van de crisis aan dat het evenwicht tussen de drie verstoord is. Een Calvinist als Balkenende wijst er natuurlijk met nadruk op dat al het kwaad veroorzaakt is door de onbeheerste hebzucht van enkele individuen. Hij breekt dan ook een lans voor het polderen en verdere regulering. Hij probeert uit alle macht de klassenvrede te propageren door in het artikel angstvallig te zwijgen over de groeiende onvrede in het land over hoe deze regering de crisis zó benadert dat de bezittende klasse de hand boven het hoofd wordt gehouden.
Als er kritiek op de onrechtvaardige verdeling van rijkdom wordt geuit, reageren de rechtse tegenstanders vaak met het aanhalen van de 'trickle down'-theorie, ofwel het begunstigen van de rijken druppelt via consumptie door naar de arme groepen, en is dus wenselijk. Deze sfeer roept Balkenende ook in zijn artikel op: we zijn volgens hem allemaal gebaat bij de kapitalistische economie en goed ondernemerschap. Dus ook voor de mensen die zich dagelijks zorgen maken of zij het hoofd financieel wel boven water kunnen houden. Over de werkelijke slachtoffers van deze crisis geen woord, geen enkele handreiking naar al die Nederlanders waarvan de banen op de tocht staan of die al ontslagen zijn.
De niet-specifieke en a-historische benadering van het Rijndeltamodel is ook onderdeel van de ideologische trukendoos van Balkenende. Dat de welvaart in West-Europa gelijkmatiger verdeeld werd dan in de Verenigde Staten, is niet te begrijpen zonder de specifieke historische context erbij te betrekken, waarin een krachtige arbeidersbeweging bestond die ideologisch steun vond in het bestaan van het socialistische alternatief in de Sovjet-Unie.
De situatie is nu compleet anders: de kapitalisten, dus die kleine groep mensen die de productiemiddelen bezit, hebben sinds de val van de Sovjet-Unie het veel minder nodig ideologische en politieke compromissen te sluiten. In die zin is er helemaal geen sprake meer van een 'milder' model. Dagelijks merken de werkenden hoe hondsbrutaal de werkgevers zijn, als er weer nieuwe reorganisaties worden aangekondigd, als ziekmelden tot disciplinaire straffen leidt en als het opjaagwerktempo niet kan worden bijgehouden en zij als oud vuil worden afgedankt.
Er is maar één kapitalisme mogelijk: een uitbuitingssysteem. Dat is de aardvan het beestje. De zogenaamde 'mildheid' van het Rijndeltamodel is niet het gevolg van politiek beleid van bovenaf, maar resultaat van door de arbeidersklasse behaalde overwinningen in de klassenstrijd. En dat sommige verworvenheden er nog zijn, zoals het ontslagrecht, is geen vanzelfsprekendheid: dagelijks spannen vele vakbondsleden zich in om ze te verdedigen.
Balkenende zet zijn kaarten vooral in op de 'moderne arbeidsmarkt', met een centrale rol voor de ZZP-er. Hervormingen moeten zorgen voor de economische groei. In werknemerstaal betekent 'hervormen' vooral het inleveren van nettoloon, rechten en zeggenschap. Ook in dit opiniestuk klinkt zijn eerder geuite wens naar meer 'VOC-mentaliteit' door. Vooral het meer nemen van eigen verantwoordelijkheid is cruciaal in zijn betoog. Op dit moment kan iedereen duidelijk waarnemen dat als oplossing voor de crisis de verliezen genationaliseerd (door iedereen moeten worden opgebracht) worden. Die eerdere winsten echter zijn in de zakken van de individuele kapitalistische profiteurs verdwenen. Daarover wordt verder niet meer gerept.
Een leefbaar, toekomstbestendig en rechtvaardiger systeem komt er alleen als we collectief de verantwoordelijkheid nemen voor deze maatschappij en de antwoorden op deze crisis vanuit het klassenbelang formuleren. Het gaat er nu vooral om de ideologische en economische machtsbalans weer in voordeel van de werkende klasse te bewegen. Dat betekent concreet het eisen van meer collectieve arbeidsrechten, koopkrachtverbetering voor de werkers en uitkeringsgerechtigden, een goede en solidaire gezondheidszorg en het terugdraaien van de privatisering van de publieke sector. De vage sociologie van Balkenende probeert deze rechtvaardige eisen te verbloemen, doelbewust, om van het kapitalisme te redden wat er te redden valt.