Rick Rozoff
Op een bijeenkomst van de Raad van Algemene Zaken en de Raad van Buitenlandse Betrekkingen van de Europese Unie te Brussel, op 26 mei 2008, deed Polen gesteund door Zweden een voorstel over wat later het Oost-Partnerschap genoemd zou worden. Dit voorstel hield in dat toenadering gezocht zou worden tot alle Europese en Zuid-Kaukasische landen die tot de voormalige Sovjet-Unie behoorden (behalve Rusland), voor zover zij al niet lid van de Europese Unie of de NAVO geworden waren. (Tweede deel).
Deze landen zijn Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Georgië, Moldavië en Oekraïne. Dit is de helft van de voormalige Sovjetrepublieken van de Gemeenschap van Onafhankelijke Staten (GOS), opgericht als concessie tegenover Rusland, vlak nadat de Sovjet-Unie uiteengevallen was.
De Verenigde Staten en hun NAVO-bondgenoten zijn ware meesters in het vissen in troebel water, hoe troebeler hoe beter. De sluimerende conflicten boden het Westen een goede gelegenheid om zich bij verschillende GOS-staten op te dringen en zich te mengen in de conflicten onder het motto van 'vredesoperaties', onder afwisselende vlaggen van de OSCE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa), de Europese Unie of de NAVO.
De Verenigde Staten en NAVO-bondgenoten hebben nooit het CFE-bewapeningsverdrag van 1990 willen ratificeren (over troepenmacht en conventionele bewapening in Europa). Dit verdrag werd alleen door Wit-Rusland, Kazachstan, Rusland en Oekraïne geratificeerd.
Hun weigering werd door hen gerechtvaardigd door deze te koppelen aan de terugtrekking van kleine Russische contingenten, vredesmachten uit Abchazië, Zuid-Ossetië en Trans-Dnjestrië, die door de GOS gemandateerd waren en in één geval ook door de VN.
Tijdens de 18 jaar, die sinds de onderhandelingen over dat verdrag verstreken zijn, zijn talrijke nieuwe staten in Europa gecreëerd: Bosnië, Kroatië, Estland, Letland, Litouwen, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Servië, Slowakije en Slovenië (en natuurlijk de nepstaat Kosovo). En in de Zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, en Georgië. Deze nieuwe staten hebben geen van alle het bovengenoemde verdrag getekend. Daar zijn door de Verenigde Staten en de NAVO-troepen wapens gestationeerd zonder verdragsbepalingen, waar Rusland en de drie andere ondertekenaars zich op zouden hebben kunnen beroepen. En dergelijke ontwikkelingen blijven niet beperkt tot conventionele bewapening.
Op de GUAM-conferentie in Kiev, in 2006, werd aan de naam GUAM toegevoegd: Organisatie voor Democratie en Economische Ontwikkeling, en men verklaarde zichzelf tot internationale organisatie en kondigde aan een gezamenlijke militaire vredesmacht te vormen. Op de conferentie werd eveneens openhartig en tot in detail uitgelegd waarom de Verenigde Staten en hun bondgenoten de GUAM in het leven geroepen hebben, ... "de vorming van dit machtsblok is een forse stap voorwaarts in het verkrijgen van de energie-aanvoerroutes die het Kaspische Zee-gebied met de afnemers in de Europese Unie verbinden, waardoor men minder afhankelijk wordt van Russische leveranties. Eén van de belangrijkste projecten om uit te voeren is: ruwe olie vanuit het Kaspische Zee-gebied uit Kazachstan en Azerbeidzjan via Georgische en Oekraïense pijpleidingen naar de afzetgebieden in Europa te transporteren. Er bestaat ook een plan de pijpleiding van Odessa naar Brody door te trekken naarPlock in Polen, dat ook al verbonden is met een grote olie-terminal en raffinaderij in Gdansk". (Ukrainian Journal, 23 mei, 2006).
Hetzelfde rapport bevat nog een belangrijk detail: "De situatie is afgelopen jaar gewijzigd toen Joeshenko, een pro-westers leider, in Oekraïne tot president gekozen werd en beloofde om de Russische energie-afname vanuit het Kaspische Zee-gebied te verhinderen, en te vervangen door leveranties aan Oekraïne en de Europese Unie" (Ibid).
Een Russisch commentaar, afgelopen herfst, maakte hier een toespeling op door te zeggen dat de achtereenvolgende 'kleurenrevoluties' de onderdanige houding van GUAM tegenover het Westen versterkt hadden. Deze landengroep was gevormd om op velerlei terreinen de Russische invloed in de regio terug te dringen. Daarvan werd nog weinig gebruikgemaakt, totdat de Oranjerevolutie in Oekraïne plaatsvond en Michaël Saakashvilli in Georgië aan de macht kwam. (Rusland Vandaag, 7 november, 2009).
Het jaar erna, op de conferentie van Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, werden de partnerschappen GUAM-Verenigde Staten, GUAM-Japan, GUAM-Visegrad (Tsechië, Hongarije, Polen, Slowakije), GUAM-Baltische Staten, en andere opgericht.
In november 2007 nodigden de Verenigde Staten de nationale coördinators van de GUAM-staten uit voor een bijeenkomst met een speciaal onderwerp op de agenda: de mogelijkheden tot consolidatie van energieleveranties vanuit het Kaspische Zee-gebied en het Nabucco Project van de Guam-staten. (Infotag, Moldavië, 2 november 2007).
David Merkel, staatssecretaris van de Verenigde Staten, zei: "GUAM verbindt de Zwarte Zee-regio en de Kaspische Zee-regio met elkaar, en kan zorgen voor aansluiting van Centraal-Azië met het Nabije Oosten." (Georgische Publieke Nieuwsdienst, 1 juli 2008).
De Georgische minister van Energiezaken, Alexander Khetaguri, wees op het grote belang van de energieprojecten richting Baltische Zee. Hij verklaarde: "We hebben de plannen voor een pijpleiding Odessa-Brody-Gdansk besproken. Zo'n pijpleiding kan olie van de Kaspische Zee-regio naar Oekraïne transporteren en vervolgens naar andere gebieden in Oost-Europa." (The Messenger, Georgië, 1 juli 2008).
De NAVO-top van april vorig jaar in Boekarest was het keerpunt in de vastberadenheid van de NAVO om de sluimerende conflicten te willen 'oplossen'. Alle 26 bondgenoten bevestigden dat Georgië en Oekraïne, de meest uitgesproken pro-Amerikaanse en pro-NAVO staten van de GUAM, onomkeerbaar op weg waren naar het volwaardig NAVO-lidmaatschap, maar nog aarzelden om tot de laatste stap, de integratie in de NAVO, te besluiten. Twee grote hindernissen voor een staat die het NAVO-lidmaatschap ambieert zijn: onopgeloste conflicten, en buitenlandse (lees: niet-NAVO-)militairen op hun grondgebied. Georgië blijft dus Abchazië en Zuid-Ossetië claimen, en Oekraïne biedt onderdak aan de Russische Zesde Vloot in Sebastopol op de Krim. Georgië en Oekraïne werden beide gemaand om deze 'problemen' op te lossen, in feite werden ze daartoe gedwongen.
Om te beginnen werden afgelopen augustus in de Georgische hoofdstad zes mensen gedood (waaronder een Russische soldaat van de vredestroepen) en 12 gewond door Georgische granaten. Op 7 augustus 2008 trok het Georgische leger (door de Verenigde Staten bewapend en getraind) de grens over met Zuid-Ossetië en richtte grote verwoestingen aan in de hoofdstad. Dit leidde tot een rechtstreeks militair treffen tussen Georgië en Rusland. Deze Georgische aanval vond plaats enkele dagen na deelname aan een twee weken durend militair oefenprogramma van Georgië, Armenië, Azerbeidzjan en Oekraïne onder de vlag van NAVO-Partnerschap voor Vrede. Ook enkele weken na het bezoek van Condoleezza Rice aan de Georgische hoofdstad, en slechts enkele uren nadat Saakashvilli een eenzijdig staakt-het-vuren uitgeroepen had. In dezelfde periode, na de NAVO top, lieten de Oekraïense autoriteiten de Russen weten dat de overeenkomsten t.a.v. de Russische Zesde Vloot niet verlengd zouden worden.
Enkele weken na de Kaukasische oorlog belegde de Europese Unie een buitengewone topconferentie "ter bespreking van de situatie in Georgië". Hier werd een resolutie aangenomen met de verklaring: "Het is nu meer dan ooit noodzakelijk om de regionale samenwerking van de grond te tillen en de relaties met onze oostelijke buurlanden strakker aan te halen, in het bijzonder uitbreiding van ons buurlandenbeleid, de ontwikkeling van het Zwarte Zee Synergie-initiatief en het Oost-Partnerschap. (Forum, Oekraïne, 2 september, 2008).
Hij zei: "De ontwikkelingen van de laatste maanden, vooral de crisis in de Kaukasus, hebben de vooruitziende kwaliteiten van het Pools-Zweedse initiatief aangetoond, dit is een voorstel van belang voor de gehele Europese Unie, met wereldwijde dimensie." (Unian, Oekraïne, 18 september, 2008).
En op hetzelfde tijdstip zonden de Verenigde Staten een oorlogsvloot naar Georgische havens, en versterkte de NAVO haar militaire aanwezigheid door uitbreiding van het aantal schepen in de Zwarte Zee.
In november vorig jaar vond er een energie-top plaats in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan. Hier namen de presidenten van Oekraïne, Turkije, Polen, Estland, Letland, Roemenië, Georgië en nog meer staatshoofden aan deel. Voormalig Amerikaans burger en tegenwoordig president van Litouwen, Valdas Adamkus, zei dat "... het aantal letters van GUAM vermeerderd zou moeten worden, het zou zowel de organisatie zelf, alsook de deelnemende landen ten goede komen." En hij legde verder uit "We moeten ernaar streven om de organisatie GUAM te versterken. We moeten de contacten tussen de landen van de Baltische Zee, Zwarte Zee en Kaspische Zee uitbreiden en we moeten tot een hechtere samenwerking komen met betrekking tot de energievoorziening." (Today AZ, Azerbeidzjan, 14 november, 2008).
De uitspraken van Adamkus werden in een westers persbericht nog diezelfde dag onderstreept: "Het plan benadrukt het tot stand komen van de 'zuidelijke gasaanvoerroute' om het gas vanuit het Kaspische Zee-Gebied en het Midden-Oosten buiten Rusland om te leiden, en om aan te sluiten op Europa en de zuidelijke landen van het Middenlandse Zee-gebied." (Agence France-Presse, 14 november, 2008).
De minister van Energiezaken van de VS, Samuel Bodman en speciaal gezant voor Euraziatische Zaken, Boyden Gray, hielden toezicht op deze bijeenkomst. De nadruk lag op het oliepijpleidingproject Kaspische Zee-Zwarte Zee-Baltische Zee, ofwel Odessa-Brody-Gdansk, maar het ging eveneens over het mega-aardgasproject van Nabucco, dat de Noord-Afrikaanse gasvelden, de energiebronnen van de Perzische Golf en de transportleidingen behelst.
Tijdens de bijeenkomst verkondigde Bodman dat de ... "energie topconferentie van Bakoe de voortzetting is van het contract van de eeuw, dat in 1994 werd overeengekomen". Hij doelde op het contract dat in dat jaar werd aangegaan tussen Amerikaanse, West-Europese, en Azerbeidzjaanse maatschappijen, waarbij de fundamenten gelegd werden voor de Trans Euraziatische oliepijpleiding Bakoe-Tbilisi-Ceyhan, de gaspijpleiding Bakoe-Tbilisi-Erzurum, en het Nabuccoproject.
Deze drie energieprojecten, ongeëvenaard in omvang en politiek belang, zullen door het nieuwe Oost-Partnerschap-Programma worden opgekrikt. (wordt vervolgd)
Vertaald vanuit het Engels: Ardengo Persijn.