Sociaaleconomische redactie
Nu er sprake is van de grootste crisis sinds de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw, wordt heel vaak wordt in progressieve kring gezegd, dat het (neo)liberale model niet deugt. Het geluid is te horen in progressieve vakbondskringen, maar bijvoorbeeld ook bij de SP. Maar het gaat niet om een of andere afwijking binnen een systeem dat verder wel in orde is.
Banken nemen ongeziene risico's. Ze storten in elkaar. Regeringen moeten met miljarden bijspringen om het hele financiële systeem te redden. Maar wie betaalt uiteindelijk de rekening? Het zijn woorden van een Belgische vakbondsman. Inderdaad, de hele bevolking wordt opgezadeld met de rekening van de gigantische crisis bij de banken en op de financiële markten. Het probleem is echter dat er meer aan de hand is dan een financiële crisis, veroorzaakt door het nemen van onverantwoorde risico's. Het gaat er niet alleen om dat de nieuwe financiële spitstechnologie onmogelijk te begrijpen is. Het is geen technisch probleem. Waarom werd er geld uitgeleend dat de banken zelf niet hadden? En waarom werd dat geld uitgeleend aan mensen die het niet konden terugbetalen? Was dat alleen maar om het mogelijk te maken voor een relatief kleine groep graaiers om steeds sneller, steeds grotere winsten te maken?
Zeker het speelde allemaal een rol, maar de oorzaak ligt dieper. Die ligt in het kapitalistische systeem zelf. De oorzaak is overproductie. De oorzaak is dat de consumptie hoe dan ook moest worden aangezwengeld, omdat anders de producten nog minder zouden kunnen worden verkocht en de overproductie razendsnel zou toenemen. De oorzaak was ook dat het kapitalisme begin '70, toen de verschijnselen voor het eerst optraden, in een hevige politieke en ideologische strijd was gewikkeld met het socialisme. De bevolkingen in de westerse thuishavens moesten hoe dan ook een hogere levensstandaard hebben dan in de socialistische landen. Dat kon alleen door massaal leningen en kredieten te gaan verkopen.
Zo tewerk gaan wordt vroeg of laat fataal. Verscheidene jaren al waarschuwden tal van specialisten daarvoor. Maar de sneeuwbal bleef maar voortrollen. Want dat is de dynamiek van de 'vrije markt'. Er is geen controle, of ze is in ieder geval ontoereikend, zolang het doel is winstmaximalisatie. En dat is de kern van het probleem. De zogenaamde vrije markt (het kapitalisme) helpt de wereld niet vooruit maar stort haar van de ene crisis in de andere. Het is tijd om over te stappen naar een maatschappij waarin socialistische planning centraal staat en onderlinge concurrentie, wedijver en marktwerking een ondersteunende rol spelen.
Het volstaat dus niet overheidsgeld te pompen in banken. Daarmee werd alleen het financiële systeem van de totale ondergang gered. Maar zonder fundamentele veranderingen blijft het economische systeem nog altijd even ongezond en gevaarlijk. Om dat te verhelpen is er strikt toezicht nodig op de ecomische ontwikkelingen en niet alleen op de handel en wandel van de financiële wereld. Een overheidscontrole die garandeert dat banken een nuttige rol spelen en er voorzichtig wordt omgegaan met het geleende geld. Want het gaat merendeels om het geld van kleine spaarders, het geld waarmee onze economie draait. Een overheid die niet het maken van snelle, steeds grotere winsten promoot, maar gericht is op de behoeften van haar burgers.
De overheid moet de markt aan strikte regels onderwerpen. Een belangrijke eis blijft dat er een scherpere prijzencontrole ingevoerd wordt op noodzakelijke goederen en voorzieningen zoals voeding, energie en huisvesting. Want eten, verwarming en huishuur zijn geen luxeproducten. Dat zijn levensnoodzakelijke dingen die iedereen moet kunnen betalen. Daar moet de overheid voor zorgen. Zij moet de markt in de hand houden.