Marcel de Jong
Over een maand gaan de Duitsers na een serie van lokale en regionale verkiezingen weer naar de stembus: de Duitse Bondsdag wordt op 27 september verkozen. De zittende 'grote' coalitie, bestaande uit christendemocraten (CDU) en sociaaldemocraten (SPD) heeft al laten weten dit noodhuwelijk niet te willen voortzetten. Men gaat dus gescheiden ten strijde.
Hoewel, van een heuse verkiezingsstrijd kan bijna geen sprake zijn. De voorman van de SPD, minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier, probeert de kiezer te vertellen dat hij toch nog wel enkele kansen heeft het tij te keren (op dit moment is de SPD in de peilingen goed voor zo'n 20 procent) en de lijsttrekster van zijn coalitiegenoot CDU, bondskanselier Angela Merkel, gaat helemaal aan het feit voorbij dat er verkiezingen op komst zijn. Liever zou ze gewoon de methode van haar oude mentor Kohl toepassen en het hele probleem 'uitzitten': ook de verkiezingstijd gaat wel over en daarna ben ik nog steeds kanselier. Kohl heeft dat immers 16 jaar volgehouden. De CDU doet het in de peilingen weliswaar beter dan de SPD, maar echt profijt kan ze uit de neergang van de sociaaldemocraten ook niet trekken.
Men verwacht dat de kleine partijen winst zullen boeken. De twee liberale partijen, de FDP (liberale, de beoogde coalitiegenoot van de CDU) en de "linksere" GrĂ¼ne staan beide boven de tien procent en 'Die Linke' zit ook (nog) dik boven de magische vijf procent (kiesdrempel).
Gedurende de laatste weken was steeds vaker te horen dat de economische crisis nu over is en de steunmaatregelen van de bondsregering voor het kapitaal succesvol zouden zijn geweest. Dat was wel te voorspellen. Wat echter ook voorspelbaar was, is dat na de verkiezingen de portefeuille open moet worden getrokken. De economische steun aan de banken en de grote concerns moeten tenslotte - door de belastingbetaler - betaald worden, evenals het conjunctuurpakket II (daarmee kregen infrastructurele maatregelen op lokaal niveau voorrang), waarmee in de komende jaren de gemeenten zullen worden belast.
Ook vallen harde klappen bij de werkgelegenheid. De crisis treft nu vooral de consumptieve sector. Door het faillissement van het warenhuisconcern Arcandor zullen 3.700 banen bij het verzendhuis Quelle verdwijnen, ieder vijfde warenhuis van 'Karstadt' gaat op de schop. De warenhuizen van 'Hertie' zullen na een lange worsteling nu compleet verdwijnen.
De minister van Economische Zaken, baron Karl-Theodor zu Guttenberg (CSU), ziet echter al het einde van de crisis in aantocht. Het Bureau voor Statistiek heeft een groei van het bruto binnenlands product tussen april en juni van 0,3 procent gemeld. De reden voor deze lichte opbloei is echter dat bij de buitenlandse handel de importen sterker achteruitgegaan zijn dan de exporten. Alle verhalen over een einde van de crisis zijn dus meer sprookjes uit de fabeltjeskrant: oogjes dicht en snaveltjes toe. Slaap lekker en maak je maar geen zorgen over morgen. Daar zorgen de bewindvoerders in Berlijn wel voor.