Rick Rozoff
Op 15 en 16 juni hield de Shanghai Cooperation Organization (SCO) haar negende jaarlijkse top van staatshoofden in de Russische stad Jekaterinenburg (inmiddels dus plaatsgevonden). Deze top werd bijgewoond door de presidenten van de zes gewone leden - China, Rusland, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en Oezbekistan - en door vertegenwoordigers van verschillende rang van de vier waarnemerslanden - India, Iran, Mongolië en Pakistan - en van verschillende kandidaatlanden. (deel 3/itt tekst in leader van Manifest 7)
De SCO als een instelling en als een concept vertegenwoordigt 's werelds grootste potentieel en is in zekere zin ook haar grootste paradox omdat haar capaciteiten en de realisatie daarvan vandaag de dag nog zo ver van elkaar afliggen.
Zo bezorgd was Washington dat zijn plannen voor permanente militaire aanwezigheid in Centraal- en Zuid-Azië onder het mom van de zogenaamde Global War on Terror in gevaar kwam dat het Defense Secretary Donald Rumsfeld in-zette op een in de haast geregelde tour naar de regio, met een bezoek aan Kirgizië en Tadzjikistan.
Op dat moment hadden de VS "1000 vliegtuigen op de Ganci militaire basis in Kirgizië en ongeveer 1500 militairen en vliegtuigen op de Khanabad basis in Oezbekistan." [18]
Rumsfeld plande zijn reis nadat de Shanghai Cooperation Organization opgeroepen had voor een tijdschema voor vertrek van de VS begin juni op een top in Astana.
"Tijdens zijn besprekingen in Bishkek zal Rumsfeld vragen de huur van de Ganci militaire basis in de omgeving van Bisjkeks luchthaven Manas te verlengen." [19]
Washington had twee ijzers in het vuur in de gesprekken met de regeringen van Kirgizië en Tadzjikistan: het steeds dreigender gevaar van een andere 'kleurenrevolutie' dat zou kunnen worden geactiveerd tegen een regering die het Amerikaanse dictaat overtrad en Amerika zou economische prikkels kunnen bieden aan de twee Centraal-Aziatische landen die geen aanzienlijke olie- en aardgasvoorraden hebben anders dan Kazachstan, Turkmenistan en Oezbekistan.
In augustus werden zogenaamde antiterroristische oefeningen gehouden (bijna elke militaire inzet of oefening sinds 11 september 2001 wordt als zodanig gekenmerkt) in de Kaspische Zee, met deelname van de Shanghai Cooperation Organization, de (post-Sovjet) Collectieve Veiligheids-Verdrag Organisatie (CSTO, bestaande uit Rusland, Armenië, Wit-Rusland en de vier Centraal-Aziatische landen in de SCO) en het commando van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS).
Onder de deelnemers bevonden zich de leiders van antiterroristische eenheden en geheime diensten uit Azerbeidzjan, Armenië, Wit-Rusland, Kazachstan, Kirgizië, Rusland, Oekraïne, Moldavië, Tadzjikistan, Oezbekistan. Ambtenaren van het Iraanse ministerie van Veiligheid woonden de oefening voor de eerste keer bij in de hoedanigheid van waarnemers. [20]
Dit vond plaats terwijl de Amerikaanse minister van Defensie Rumsfeld stiekem bezig was om een door het Westen gedomineerde Kaspische Garde te organiseren in de regio.
Dagen later lanceerden Rusland en China hun allereerste gezamenlijke militaire oefeningen, de acht dagen Vredes Missie 2005, in Oost-Rusland en in de Chinese provincie Shandong, bestaande uit onderdelen van de land-, zee- en luchtmacht en 10.000 manschappen.
In december kondigde de opperbevelhebber van de Russische Generale Staf, op dat moment Yuri Baluyevsky, aan: "Ons doel is het organiseren van dergelijke militaire oefeningen [met zowel India als China] in het kader van de Shanghai Cooperation Organisation."[21]
Een Pakistaans commentator vestigde in dezelfde periode de aandacht op het doel van deze oefeningen: "De NAVO werd vaak beschouwd als de verborgen vuist achter een vreedzame door de VS geleide drang tot een gelijke toegang tot de enorme energievoorraden van de opvolgersstaten van de Sovjet-Unie." [22]
Maar het belangrijkste aspect van de periode na de SCO-top in juni was de gretigheid waarmee landen buiten de organisatie hun nieuwe grotere rol verwelkomden en de onderliggende oproep voor wereldwijde multipolariteit.
De Indiase minister van Buitenlandse Zaken, K. Natwar Singh, die zijn volk vertegenwoordigde op de top, kondigde een maand later aan "Om de betrokkenheid met de regio te verdiepen, maakt India plannen voor de aanvraag van het volledige lidmaatschap van de SCO," [23], een stelling die hij herhaalde in november toen hij verklaarde dat India van plan is haar betrokkenheid met de SCO te versterken en "verklaarde het voornemen te hebben tot een grotere Indiase rol in de organisatie." [24]
Tegelijkertijd heeft de Pakistaanse premier Shaukat Aziz "benadrukt dat de SCO ... 3 miljard inwoners van de wereld vertegenwoordigt" [25] en zei hij dat zijn land "een volwaardig lid wil worden van de Shanghai Cooperation Organization." En daaraan toevoegend: "Deze organisatie is van enorm strategisch belang" en "dat als de SCO militaire oefeningen uitvoerde zoals die door Rusland, China en India onlangs, Pakistan deelname overweegt." [26]
De nieuwe waarnemer Iran gaf ook uiting aan zijn wens om volwaardig lid te worden en verklaarde dat de SCO de toegang geeft tot het Midden-Oosten, en volgens de Iraanse eerste vicepresident, Mohammad-Reza Aref, zou "Iran een sleutelrol kunnen spelen in de koppeling van de Shanghai Cooperation Organization met de Perzische Golf-staten en zelfs Europa." [27]
De Maleisische ambassadeur in Rusland, Mohamad Khalis, die had deelgenomen aan de top van Astana, zei: "Maleisië steunt volledig de doelstellingen van de SCO en is bereid om samen te werken met de organisatie en haar leden voor gemeenschappelijke belangen."[28]
In de daaropvolgende maanden werd vergelijkbare belangstelling geuit door landen als Bangladesh, Wit-Rusland, Nepal, Turkije en Azerbeidzjan.
Op 4 november 2005 werd een ceremonie gehouden op het SCO-secretariaat om een protocol te ondertekenen over de oprichting van een contactgroep tussen de Shanghai Cooperation Organization en Afghanistan. [29]
De SCO heeft ook betrekkingen met de Verenigde Naties, waar zij een waarnemer in de Algemene Vergadering is, de Europese Unie, ASEAN (Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties), het Gemenebest van Onafhankelijke Staten en de Organisatie van de Islamitische Conferentie.
Het antwoord op de vooruitzichten van een uitgebreide SCO was zodanig dat een Pakistaanse commentator zei: "De nieuwe kandidaten voor toelating zijn Afghanistan, Noord-Korea en Zuid-Korea. Als de SCO haar expansie zuidwaarts doorzet dan kunnen Vietnam, Thailand, de Filippijnen, Maleisië en Indonesië zich in de toekomst aansluiten. "[30]