Sociaaleconomische redactie
Het SER-advies over de verhoging van de AOW-leeftijd moet over een week bij Donner liggen. Een gezamenlijk alternatief lijkt zich nog altijd niet aan te dienen. Vakbeweging en werkgevers zitten om verschillende redenen niet te wachten op verhoging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar, zoals het kabinet wil. Maar tot op heden beperken de werkgevers zich tot een halfzacht verzet en trachten zij een goede onderhandelingspositie te krijgen om een slaatje uit een eventuele deal te slaan.
Het kabinet heeft maar één enkel doel voor ogen met de verhoging van de AOW-leeftijd: zo snel mogelijk bezuinigen, niet onmiddellijk maar op termijn. Het gaat dit neoliberale kabinet erom weer een stukje van de sociale zekerheid te hebben geslecht. Een antwoord op de crisis is het zeker niet, daarvoor duurt het te lang voor er wat binnenkomt. Vanaf 2015 zou de AOW-leeftijd jaarlijks met een maand kunnen worden verhoogd. Op nog langere termijn zou dat 4 miljard euro per jaar aan besparingen opleveren.
De Sociaal-Economische Raad (SER), bestaande uit werkgevers, vakbeweging en door de regering aangestelde Kroonleden, mag alternatieve bezuinigingen aandragen. Maar met het vinden van alternatieven schiet het nog niet op. De tijd begint te dringen, want over een week moet het SER-advies er liggen. De christelijke vakcentrale CNV, die in de praktijk vaak functioneert als stakings- en actiebreker, heeft gemeld "onder strikte voorwaarden" akkoord te willen gaan met verhoging van de AOW-leeftijd. De FNV ziet niets in doorwerken tot 67 jaar, omdat werklozen van 50 jaar en ouder nu vrijwel kansloos zijn op de arbeidsmarkt. Zij vinden geen nieuw werk. De FNV dreigt met stakingen in het najaar, maar van een echte mobilisatie is nog geen sprake.
De werkgevers (VNO-NCW) staan evenmin te springen om later staatspensioen, omdat ze nu al moeite hebben met oudere werknemers. Die zien ze vaak liever gaan dan komen. Maar het ontslag van oudere werknemers is vaak lastig én duur: wie lang bij een baas werkt, krijgt een hogere ontslagvergoeding.
Toch vormen de werkgevers geen echt front met de vakbeweging. Zij kijken de kat uit de boom en hopen op veel consessies van de vakbeweging. De hoop van de vakbeweging is kennelijk dat de politiek zelf gaat morrelen aan het kabinetsbesluit.
Tegelijk voert de FNV de druk op werkgevers op door te speculeren over "reparatie van het AOW-gat". In cao's kan met extra pensioensparen de verhoging van de AOW-leeftijd ongedaan worden gemaakt. Een dure grap, maar in de jaren tachtig en negentig waren zulke 'reparaties' schering en inslag bij bezuinigingen op de sociale zekerheid: WAO en Ziektewet. De kosten verschuiven dan van de overheid naar cao's. Ook schermt de FNV ermee om in het geval van verhoging van de AOW-leeftijd de lonen niet te matigen.
De werkgevers lobbyen inmiddels voor wetgeving die reparatie lastig of onmogelijk maakt. Alle partijen proberen hun uitgangsposities te versterken om in de uitruil die staat te gebeuren zo sterk mogelijk te staan. De 'sociale partners' voeren de druk op elkaar op onder het motto van oud-FNV-voorzitter Johan Stekelenburg: "Onder druk wordt alles vloeibaar."
Komt er op 1 oktober geen akkoord in de SER, dan staat CDA-minister Donner (Sociale Zaken) sterker om het kabinetsbesluit voor een hogere AOW-leeftijd ook daadwerkelijk uit te voeren. In dat geval moet de FNV op eigen kracht het najaar in. Dan zullen de 65-minuten-acties die nu op veel plaatsen worden voorbereid het startschot vormen voor hardere acties later in het jaar en in de loop van volgend jaar. Wellicht niet eens zo slecht. Te lang heeft de vakbeweging zich verscholen in de onderhandelingskamers en zich laten chanteren door een zogenaamde partner die belangen heeft die haaks staan op de belangen van de werkenden en uitkeringsgerechtigden. Nu we aan de vooravond staan van een langdurige aanval op lonen, werkgelegenheid en sociale voorzieningen zou het loslaten van de strategie van de klassenvrede, het poldermodel, wel eens de enige juiste stap kunnen zijn.