Amerikaanse bankiers blijven graaien

Redactie buitenland

De lonen en bonussen van Amerikaanse topbankiers schieten weer naar de duizelingwekkende hoogten die ze vorig jaar voor het uitbreken van de financiële crisis bereikten. Een doorsnee ceo verdient nog altijd 319 keer meer dan de gemiddelde Amerikaanse werknemer, wat de loonkloof nauwelijks smaller maakt in vergelijking met een jaar geleden.

"De bel van de Amerikaanse toplonen is nog niet gebarsten", zegt Sarah Anderson van het Instituut voor Beleidsstudies (IPS), dat de studie publiceerde. "En die buitenissige beloningen zetten de topbankiers ertoe aan zich buitensporig te gedragen, wat de rest van de bevolking met grote risico's opzadelt."

America's Bailout Barons ('De Amerikaanse baronnen van de reddingsplannen') kijkt naar de vergoedingen van honderd topbankiers bij twintig van de grootste financiële instellingen die staatssteun kregen om de crisis te doorstaan. Samen konden die banken en verzekeringsinstellingen op ongeveer 283 miljard dollar aan overheidsgeld rekenen.

De ceo's van de twintig instellingen blijken dit jaar gemiddeld 13,8 miljoen dollar op te strijken, ruim een derde meer dan het gemiddelde van 10,1 miljoen dollar waarop de bedrijfsleiders van de grootste 500 bedrijven in de VS recht hebben. De huidige toplonen liggen ook hoger dan het gemiddelde van de vergoedingen die de afgelopen drie jaar in de financiële sector werden uitbetaald. Van 2006 tot 2008 ontvingen de 100 best betaalde topbankiers gemiddeld 32 miljoen dollar, of iets minder dan 10 miljoen dollar per jaar.

Loonkloof

Een doorsnee werknemer in de VS moet met zijn of haar jaarloon van 31.589 dollar duizend jaar werken om 32 miljoen dollar bij elkaar te krijgen. In vergelijking met 2007 is de scheefgroei tussen de Amerikaanse toplonen en het gemiddelde werknemersloon wel licht afgenomen: twee jaar geleden verdiende een doorsnee ceo 344 keer meer dan de gemiddelde werknemer, nu is dat nog maar 319 keer. Volgens het IPS is die vermindering echter onbeduidend, zeker in het licht van de achteruitgang van de bedrijfswinsten met 10 procent.

De loonkloof blijft enorm in vergelijking met de afgelopen decennia. In de jaren negentig verdienden Amerikaanse ceo's volgens het IPS nog maar 107 keer meer dan hun gemiddelde werknemers, in de jaren tachtig zelfs maar 40 keer. De onderzoekers wijzen ook op het grote verschil tussen de private en de openbare sector. De gemiddelde topbankier verdient per jaar zowat zeventig keer meer dan de 196.700 dollar die minister van Financiën Timothy Geithner of de voorzitter van de Nationale Bank Ben Bernanke mee naar huis neemt. Dat "zuigt het talent weg uit de overheidsdiensten" en zorgt voor belangenconflicten tussen de ambtenaren die over de financiële spelregels moeten waken en hun potentiële toekomstige werkgevers in de private sector. Ook in lagere echelons zijn de loonverschillen tussen banken en toezichtorganen enorm. Goede ambtenaren kunnen dan ook meestal niet lang weerstand bieden aan de lokroep van de private sector.

Ontslagen scheppen financiële ruimte

Ironisch genoeg kunnen de banken hogere lonen betalen omdat ze het afgelopen jaar zwaar het mes gezet hebben in hun personeelsbestand. De twintig instellingen die de meeste staatssteun kregen, hebben sinds begin 2008 meer dan 160.000 werknemers de laan uitgestuurd. Citigroup nam daarvan 75.000 ontslagen voor zijn rekening.

Uit solidariteit heeft de ceo van Citigroup, Vikram Pandit, zijn loon

teruggeschroefd tot één dollar, tot de onderneming weer winst maakt. Maar in 2008 streek Pandit wel meer dan 38 miljoen dollar op. Veel andere topbankiers verdienen ook weer meer omdat de financiële sector zich begint te herstellen. Begin 2009 kenden de bedrijven gul aandelenopties toe aan hun directeurs, en de waarde daarvan stijgt nu weer. Het IPS schat dat die aanwinst voor vijf topbankiers uit de onderzochte bedrijven alleen al goed is voor bijna 90 miljoen dollar. Kenneth Chenault, de ceo van American Express, zag de waarde van zijn aandelenopties sinds begin dit jaar toenemen met 17,9 miljoen dollar.

Volgens het rapport onderneemt de regering van president Barack Obama te weinig. De maatregelen om de toplonen op Wall Street in te perken halen nauwelijks iets uit en nieuwe inspanningen zouden zijn stilgevallen. Goldman Sachs betaalde onlangs 10 miljard dollar aan staatssteun terug om onder de beperkingen op de toplonen in geredde bedrijven uit te kunnen. De instelling heeft alweer 11,4 miljard dollar opzijgezet om de vergoedingen van zijn werknemers te financieren.

Bron: IPS, 3-9-2009.