Marcel de Jong
2009 was uitgeroepen tot 'super-verkiezingsjaar': niet alleen de Europese en de bondsdag-verkiezingen stonden op de agenda, ook in meerdere bondslanden waren er regionale en gemeenteraadsverkiezingen (het tijdstip verschilt per bondsland). Bij de Europese en verschillende regionale verkiezingen in het begin van het jaar werd al duidelijk dat de steun voor de regerende partijen (CDU/CSU en SPD) tanende was en het de oppositiepartijen - de rechts-liberale FDP, de links-liberale 'Die Grünen' en de links-sociaaldemocratische 'Die Linke' - voor de wind gaat.
Op 30 augustus waren er gemeenteraadsverkiezingen in Noordrijn-Westfalen, met 17 miljoen inwoners het grootste bondsland van Duitsland. De uitslag van deze lokale verkiezing straalt altijd ook uit naar de landelijke politiek. De trend - kabinetspartijen dalen, oppositiepartijen stijgen - zette zich ook hier voort, maar liet nog ruimte voor enkele sociaaldemocratische dromen dat het allemaal nog wel zou meevallen.
Een maand later, op 27 september, spatte deze droom als een zeepbel uit elkaar. De christendemocratische CDU en haar zusterpartij CSU in Beieren verloren behoorlijk. De CDU is nog maar goed voor 34 procent van de kiezers (1,3 miljoen stemmen minder) en de eens oppermachtige CSU in Beieren komt nog maar net boven de 40 procent (minus 664.000 stemmen, een ramp voor een partij die 20 jaar geleden nog 20 à 30 procent meer had).
Maar dat is niets vergeleken met de rampzalige uitslag voor de SPD. Haar kleurloze kandidaat Frank-Walter Steinmeier, die in het kabinet Schröder II nog coördinator was van de geheime diensten (daar kan een beetje kleurloosheid nooit kwaad!), en die 'Kanzler-Kandidat' werd omdat de SPD echt geen betere kandidaten meer heeft, haalde op het nippertje 23 procent van de stemmen. Zes miljoen vroegere kiezers kozen deze keer voor andere mogelijkheden. Dat was het slechtste verkiezingsresultaat van de SPD in de hele 60-jarige geschiedenis van de Bondsrepubliek Duitsland, zo kon men in iedere krant lezen. 'Junge Welt' keek overigens nog wat dieper in de geschiedenisboekjes: het was zelfs het slechtste resultaat sinds 1893. Toen was de SPD nog een min of meer revolutionaire partij.
De winst ging naar de oppositiepartijen, alle drie zitten ruimschoots boven de 10 procent. De FDP heeft met 14 procent (+ 1,7 miljoen stemmen) het hoogste resultaat dat een liberale partij ooit heeft geboekt in Duitsland, 'Die Linke' ziet haar koers van consequent sociaaldemocratie bevestigd en heeft 12 procent en alleen 'Die Grünen' zijn met hun ruime 10 procent een beetje teleurgesteld. Ze hadden op meer gehoopt.
Het burgerlijke kamp mag zich winnaar noemen. Bondskanselier Merkel mag ook de komende vier jaar haar baan houden. De FDP is tot spreekbuis van diegenen geworden die zich slachtoffer voelen van de Republiek van Berlijn. Er is een uiterst interessante enquête van Infratest Dimap, waarin enkele weken geleden werd gevraagd of het er in Duitsland rechtvaardig aan toe gaat. Het resultaat was: de helft van de FDP-aanhang oordeelde de toestand als "eerder onrechtvaardig", in verhouding tot de relatieve tevredenheid van alle overige partijen, vooral van 'Die Grünen' en met uitzondering van 'Die Linke'. Hier is een met Nederland vergelijkbare electorale aanhang van 'achtergestelde middenstand' zichtbaar, die in Duitsland echter (nog) niet naar het kamp van de vreemdelingenhaat afzwaait. (De situatie is meer vergelijkbaar met de periode Bolkestein, voordat Wilders de VVD verliet,nvdr).
De FDP is niet langer de partij die de andere partijen aan een meerderheid moet helpen zoals vroeger (denk aan D66 en nu de CU, nvdr). Zij weerspiegelt de sociale uitdrukking van de crisis zelf op dit moment. Voldoet ze straks niet aan de verwachtingen dan gaat de pendule niet naar gematigd rechts of naar het oppositionele kamp van links. "Men kon in de afgelopen jaren in Nederland goed zien waar dat heen kan gaan. Geert Wilders doet de groeten." (F. Walter, Spiegel-online, 20.9.2009)
En de SPD? Je kunt op het moment van een verpletterende nederlaag niet van iemand die in de eerste plaats medeverantwoordelijk is geweest voor de 'agenda 2010' en andere sociale afbraakmaatregelen verwachten dat hij daarvan meteen afstand neemt. Maar de heer Steinmeier en een groot gedeelte van de nu sterk verkleinde SPD-fractie heeft helemaal niet begrepen waar het om gaat. De kiezer heeft deze club van sociaaldemocratische regenten naar huis gestuurd en het ziet er niet naar uit dat hij hem over vier jaar gewoon doodleuk weer terug wil zien. En ook de tweede op rij, de plotseling weer als links betitelde nieuwe secretaris-generaal van de SPD, Andrea Nahles, die in de jaren van het sociale afbraakbeleid van de SPD ook maar zelden haar stem heeft laten horen, probeert nu het roer over te nemen.
Er bestaat een kans dat de SPD in de oppositie samen met 'Die Linke' en 'Die Grünen' een nieuw, socialer gezicht opbouwt. 'Die Linke' kan daarbij in de oppositie de SPD onder druk zetten en op een vernieuwing aansturen. Het zwart-gele kabinet zal verwikkeld raken in tegenstellingen. De crisis van het kapitalisme is niet op een neoliberale manier op te lossen. De rol van 'Die Linke' zal in dat opzicht ook interessant blijven. Lukt het haar een socialistisch alternatief te blijven, of gaat ze uiteindelijk toch een neo-sociaaldemocratische partij worden? Staat ze ook vooraan tegen oorlogen in Afghanistan, Irak en andere delen van de wereld, of stapt ze in dezelfde valkuil als eerder de SPD en 'Die Grünen'? Staat ze op voor sociale rechten of geeft ze zich over aan de 'Politiek van het haalbare', waardoor ze keer op keer asociale maatregelen door haar strot laat duwen (wat ze in Berlijn trouwens al heel goed kunnen)?
Op dit moment is 'Die Linke' nog een electorale stofzuiger. Dat hebben vooral ook de gemeenteraadsverkiezingen in Noordrijn-Westfalen, maar ook in mei in Baden-Württemberg en Saarland getoond... 'Die Linke' was niet langer geïnteresseerd in linkse samenwerking. Dat hebben veel lijsten, waar ook de DKP deel van uitmaakte, gemerkt. Velen zijn geminimaliseerd of zelfs weggevaagd. Ook in gemeenten, waar de DKP nog zelfstandig uitkwam, had de partij onder dat stofzuigereffect te lijden. Het aantal stemmen in Pütlingen (Saarland), waar de DKP vier jaar geleden nog 15 procent haalde, is nu gehalveerd. In Noordrijn-Westfalen, waar de DKP in 2004 nog in tal van gemeenten alleen of op linkse lijsten aanwezig was, zijn alleen de zetels in Gladbeck (van 2 naar 1) en Bottrop (van 4 naar 3) behouden, alsmede een plaatselijke lijst in Bochum.
Welke lessen zullen hieruit worden getrokken binnen de DKP? Het ene kamp zegt: we hebben als communisten op electoraal gebied voorlopig geen betekenis, dus dat loont de moeite niet meer. Het andere kamp vindt dat overal waar communisten hun gezicht hebben laten zien, ze weliswaar ook gehavend uit de strijd zijn gekomen, maar in ieder geval konden laten zien dat ze er zijn. En er is ook vooruitgang geboekt: er werden nieuwe contacten gelegd en nieuwe kameraden traden toe tot de gelederen...