Anna Ioannatou
De voorzitters van de Bond van Griekse Industriƫlen, de Kamer van Handel en Industrie van Athene en de Bond van Industriƫlen van Noord-Griekenland, de Grieks-Amerikaanse Handelskamer en de president van de VS Barak Obama waren er als de kippen bij om de 'socialistische' Pasok van Jorgos Papandreou te feliciteren met zijn electorale zege bij de verkiezingen van 4 oktober jl.
Het door de aftredende premier Karamanlis gewenste "verse mandaat" om Griekenland's warboel op te ruimen kwam terecht in handen van de politieke 'tegenstander'. De ook in Manifest 9 aangehaalde conservatieve krant 'Kathimerini' (die een steunpilaar was van de aftredende centrumrechtse regering) schreef gelijk dat het op de eerste 100 dagen aankomt. Nu het mandaat nog 'vers' is (maar wel in handen dus van de 'socialisten') en de weerstand in de samenleving nog zwakjes, aldus de krant, moeten er meteen flinke stappen gezet worden.
En wat houden die flinke stappen nu in? Luisterend naar de commentaren van bovengenoemde voorzitters komt dit op het volgende neer:
De persvertegenwoordiger van het Witte Huis verklaarde, dat de VS een nog nauwere samenwerking met de Griekse regering tegemoetzien en de Grieks-Amerikaanse Handelskamer verwacht dat Amerikaanse ondernemers goed in Griekenland zullen kunnen investeren. Men verwacht gemeenschappelijke businessinitiatieven Griekenland-VS in Zuid-Oost-Europa.
Het State Department ziet een samenwerking met de nieuwe Griekse regering tegemoet om aan de behoeften van de NAVO te voldoen.
Het grote verschil tussen beide grote partijen (10%), die al zo'n 60 jaar (niet onder dezelfde naam) Griekenland regeren, leidde bij verliezer Nea Dimokratia tot veel interne turbulenties. Vergeet niet dat er heel wat posten verloren zijn gegaan, wat op persoonlijk niveau tot een uitrangeren van heel wat kaders heeft geleid. Ruzie dus. Maar premier Karamanlis deed verbazend(?) makkelijk afstand van zijn partijvoorzitterschap. Bovengenoemde krant 'Kathimerini' adviseerde zijn partij niet te introvert te worden, maar zich snel te herstellen. Griekenland heeft immers een sterk centrumrechts veld nodig en de Nea Dimokratia moet klaarstaan, want ze komt toch weer aan de beurt om te regeren...
Uit alles wordt duidelijk dat het Griekse grootkapitaal een andere beheerder nodig achtte, omdat de ene bij de bevolking te zeer in diskrediet was geraakt. Toen in maart 2004 de Nea Dimokratia won, was de Pasok er nog erger aan toe. Dit zou overtuigend moeten zijn voor diegenen die nog denken dat beide grote partijen een andere maatschappijopvatting vertegenwoordigen.
Het is het Griekse establishment dus nogmaals gelukt het stelsel van de eenpartijregeringen overeind te houden. De Pasok won met bijna 44 procent, de Nea Dimokratia met nu 33,48 procent incasseerde een flink verlies vergeleken met twee jaar geleden, toen zij nog bijna 42 procent scoorde en de Pasok 38 procent. Hoge percentages als je ze vergelijkt met de partijen van de gevestigde kapitalistische orde in andere Europese landen.
In Griekenland heerst bij veel mensen nog de opvatting, dat een sterke eenpartijregering stabiliteit garandeert. De cultuur van coalitieregeringen klopt af en toe aarzelend op de deur (in de loop der jaren zijn de percentages van beide grote partijen immers aan erosie onderhevig gebleken), scenario's werden uitgedacht voor als het zover is, maar andermaal bleek het niet nodig, zeker nu de 'bonus' voor de winnende partij van 40 tot 50 parlementszetels is verhoogd! Deze stap bleek goed voorvoeld, want met de vorige bonusregeling zou de Pasok in het 300 zetels tellende Griekse parlement nu geen meerderheid hebben gehad... Voor je coalities aangaat probeer je eerst alle andere trucjes om de volkswil te omzeilen.
Griekenland's communisten hielden stand in de branding met verlies van een zetel (7,54%), een stapje achteruit vergeleken bij het sprongetje vooruit van september 2007 (van bijna 6% op 8,15%). Ook de kleinburgerlijk linkse 'radicale' Synaspismos/Syriza verloor 1 zetel (van 5,4% op 4,6%) en het ultrarechtse Orthodoxe Volks Reveil boekte een winst van 4 zetels (van 3,8% op 5,6%). De Groenen haalden de drempel van 3 procent niet (sinds juni wel 1 zetel in het Europees Parlement). Alle cijfers zijn vergeleken met de nationale verkiezingen van twee jaar geleden.
De KKE wist dus onbetwist de derde plaats te behouden. Belangrijk, want er is met behulp van de media hard aan gewerkt de communisten van hun plaats te verdrijven. De KKE vindt dat het door haar gestelde doel niet is bereikt. D.w.z. het tweepartijenstelsel blijkt taaier dan gedacht. Het bereikte percentage is niet in overeenstemming met de duidelijk gestegen invloed en het toegenomen prestige van de KKE onder de bevolking. Deze invloed werd niet omgezet in een politieke stap. Natuurlijk trappen alle andere partijen op de rem in het radicaliseringsproces, dat de communisten trachten te bevorderen uitgaand van de verslechterende sociale omstandigheden.
In Griekenland is de traditionele sociaaldemocratie nog niet in dezelfde mate aan het verval onderhevig, dat in andere Europese landen al jaren geconstateerd wordt. Zij is pas veel later ontstaan (eigenlijk sinds 1974) en niet in de 19de eeuw. Toen had het land zich nog maar net losgemaakt uit het Oosterse feodalisme van het Ottomaanse Rijk en is dus in zijn kapitalistische ontwikkeling een nieuwkomer met alle gevolgen van dien op partijpolitiek niveau, waar wij in dit artikel niet verder op kunnen ingaan. De eventuele vreugde in de 'socialistische' Internationale (waar Papandreou voorzitter van is), vanwege een Griekenland dat 'standhoudt', zal niet van lange duur zijn. De fundamenten van deze zogeheten 'sociale' opvatting van het kapitalisme hebben in Europa allang hun langste tijd gehad. Griekenland komt gewoon wat achteraan vanwege de anders gevormde historische omstandigheden.
Harde maatregelen staan voor de deur. EU-commissaris Almunia heeft al gezegd dat Griekenland er na de verkiezingen echt tegenaan moet. De grote bonzen staan te trappelen (arbeidssubsidie aan bedrijven, belastingontheffingen voor de groten, bescherming van de vrije concurrentie, openen van gesloten markten en beroepen, nog flexibeler werktijden, beperking van de overheidssector met zijn vaste banen enz. enz.), zoals we in het begin van dit artikel zagen. En de Pasok heeft o zo veel beloofd aan de bevolking.
Maar er was toch sprake van een economische crisis! Volgens een algemeen in de media heersende mening is die 44 procent niet zo gunstig voor de Pasok, want dat schept verwachtingen bij de bevolking. Met een minder hoog percentage zou deze partij meer excuses hebben kunnen aanvoeren bij de komende golf van maatregelen die de bevolking treffen. De partij zou zich erachter hebben kunnen verschuilen niet sterk genoeg te zijn om er wat aan te kunnen doen. En volgens dezelfde evaluatie van de verkiezingsuitslag heeft de bevolking met bezwaard hart gekozen voor wat haar het geringste kwaad leek. Geen positieve stem dus.
Kortom: de bevolking zit klem, donkere sociale wolken pakken samen aan de politieke hemel en de KKE zet zich schrap voor een zich verhardende strijd.