Ron Verhoef
Geschiedenis is het verhaal van overwinnaars. Hoewel dit een waarheid als een koe is staan we daar vaak niet bij stil. Terecht wordt door geschiedfilosofen weleens opgemerkt dat een geschiedenisboek meer zegt over de historicus die het boek schreef dan over wat er daadwerkelijk is gebeurd. In beide stellingen zit wel een kern van waarheid. Natuurlijk hebben overwinnaars niet per definitie in alles ongelijk en natuurlijk is een geschiedenisboek altijd wel gebaseerd op feiten uit het verleden.
Toch waren het deze twee stellingen die me te binnenschoten toen ik de berichtgeving volgde over de herdenking van de val van de muur.
Het debat over de vraag of de val van de muur nu positief of negatief was, moet op een andere plaats worden gevoerd. Maar opvallend is wel weer dat het met de geschiedschrijving slecht is gesteld. Bladzijden werden volgeschreven over hoe het leven in de DDR de burgers had veranderd. Opvallend genoeg kwamen daarbij vrijwel alleen West-Duitsers of geslaagde Oost-Duitsers aan het woord. Al moet gezegd worden dat de Volkskrant ook Egon Krenz interviewde. Dat laatste is overigens niet ongebruikelijk. Ook in serieuze geschiedschrijving wordt Krenz vaak aangehaald, hoewel hij doorgaans wordt weggezet als een naïeveling.
Een dergelijke opvatting van de geschiedenis, waarin het communisme zonder meer als onjuist wordt bestempeld, levert echter onmiddellijk een probleem op. Hoe ontstaat bijvoorbeeld 'Ostalgie'? (Hoe kan het dat veel DDR-vluchtelingen naar de DDR terugkeerden ook toen de DDR nog bestond?) Zolang we alleen de tegenstanders van het communisme horen is het vrijwel onmogelijk deze vragen te beantwoorden. Niet alle Ostalgie kan immers geweten worden aan naïviteit.
Echte antwoorden zullen we pas vinden als ook het verhaal van de verliezers wordt gehoord. Dat geldt niet alleen voor de val van de muur, ook bij andere historische gebeurtenissen en personen zien we het gebrek aan aandacht voor de mensen die uiteindelijk aan het kortste eind trokken. Julius Caesar is wellicht het beroemdste voorbeeld. Caesar wordt vaak gezien als een dictator die de vrijheid van de burgers behoorlijk wilde inperken. Dat laatste is ongetwijfeld juist, maar we moeten ons dan wel bedenken dat de burgerstatus alleen voor de allerrijksten gold. De moord op Caesar, die vaak als onvermijdelijk en terecht wordt gezien, verbloemt dat Caesar gedurende zijn bestuursperiode opkwam voor de belangen van de armere inwoners van het Romeinse rijk. Deze arme Romeinen komen we in de geschiedschrijving niet tegen.
Ook in de huidige berichtgeving over de muur ontbreken vooral de armere Oost-Duitsers. Dat is jammer, hun verhaal zou immers een hele andere visie op het geheel geven. Toegegeven, de berichtgeving van nu heeft meer aandacht voor de Oost-Duitsers dan 20 jaar geleden het geval was, maar eenzijdig blijft dit wel.
Hoe kan het eigenlijk dat historici zo weinig kritische vragen stellen over de val van de muur? Op elke wetenschappelijke opleiding dienen de studenten immers te leren dat gezocht moet worden naar de waarheid, ook als deze niet overeenkomt met wat de samenleving graag wil. Wat het gebrek aan kritische historici vooral laat zien is hoe belangrijk ideologische overwegingen zijn bij het onderzoeken van de geschiedenis en dat geldt uiteraard ook voorjournalisten.
Het is te hopen dat de herdenking over vijf jaar, of 20 jaar, aanzienlijk objectiever is. Dat niet langer ideologische overwegingen bepalen hoe de herdenking wordt verslagen, of zelfs maar hoe de ceremonie in elkaar zit. Alleen dan kunnen we daadwerkelijk iets leren van wat er in 1989 gebeurde. Wat West-Berlijners bewoog om aan de val van de muur mee te werken is wel duidelijk, maar wat bewoog Oost-Berlijners? Wat diezelfde West-Berlijners nu denken over een herenigd Duitsland is inmiddels ook genoegzaam bekend. Dat veel Oost-Duitsers teleurgesteld zijn in de hereniging is inmiddels ook wel bekend. Maar waarom eigenlijk? Die vraag zou eens gesteld moeten worden. Eenzijdige verklaringen over de val van de muur horen dan tot het verleden. Wat het antwoord op die vraag is, kan ik u niet vertellen. Wel ben ik ervan overtuigd dat er bij beantwoording een veel genuanceerder beeld zal ontstaan van de DDR.
Laat de geschiedenis eens het domein worden van zowel de overwinnaars als de verliezers, dan zal een echte geschiedschrijving plaatsvinden. Misschien dan wél een geschiedschrijving die meer zegt over de geschiedenis dan over de historicus die het schrijft. (zie ook: Manifest 11: Zonder Oosten geen Westen)