Wil van der Klift
Na Griekenland, met een twee keer zo hoge staatsschuld dan door de vorige regering aangekondigd, blijkt ook Japan zich rijk te hebben gerekend. Daarvan is ook sprake in Dubai. De financiƫle problemen lijken zich daar niet te beperken tot het staatsbedrijf Dubai World. De markten in het Midden-Oosten, met name die van Egypte, staan onder grote druk. Voor een reeks van landen verlagen de kredietbeoordelaars de kredietwaardigheid voor staatsobligaties. Daarentegen stijgen de bedragen voor verzekeringen tegen wanbetaling op (staats)obligatieleningen. De wereld staat voor een volgende dip.
Na het rumoer over de (aanhoudende) problemen in Ierland en recenter Griekenland wordt nu ook Spanje aan het rijtje toegevoegd. Ook daar lopen de overheidstekorten in sneltreinvaart op en ook voor dat land wordt overwogen om de kredietstatus (opnieuw) te verlagen.
De nieuwe Japanse regering greep, in reactie op de veel te fraaie statistieken, naar het enige wapen wat nog voorhanden is: een nieuw stimuleringsplan. Er wordt zo'n 54 miljard euro in de economie gepompt, gericht op het stimuleren van de particuliere sector en het stoppen van de oplopende werkloosheid. Dit is de vierde impuls sinds september vorig jaar (totaal 217 mrd euro/7% van het bbp). Het nieuwe stimuleringsplan moet voorkomen dat Japan opnieuw terugvalt in een recessie. Kort voordat Europa en de Verenigde Staten aankondigden uit de recessie te zijn geraakt, meldde Japan dat er weer sprake was van economische groei.
De Japanse regering heeft echter geen enkel recept voor het verhogen van de bedrijfsinvesteringen. Die namen vorig kwartaal met bijna 3 procent af. Alleen dankzij de stimuleringsmaatregelen van de regering is de particuliere consumptie in het land nog redelijk op peil gehouden. De Japanse staatsschuld is inmiddels opgelopen tot meer dan 200 procent van het bruto binnenlands product. De schuld is alleen dragelijk doordat de rente zo laag is.
Analisten achten een nieuwe recessie, waardoor de gevreesde dubbele dip zal worden bewaarheid, om te beginnen in Japan, niet meteen waarschijnlijk. Zij zien slechts een lagere economische groei dan eerder was voorspeld. Maar juist om de gevolgen van de voortwoekerende crisis weg te poetsen en het moreel zo hoog mogelijk te houden zal mooipraterij aan de orde van de dag zijn. We zullen te maken krijgen met kleine en grote leugens en vervalsing van de statistieken. Het wachten is dus op de volgende dip.
Niet alleen in de Verenigde Staten, Engeland en Nederland groeien de overheidstekorten. De crisis kan alleen worden gedempt met bakken overheidsgeld. De belastingbetalende bevolking moet de ravage proberen te drukken. Voor sommige landen dreigt bovendien op korte termijn een bankroet. Dat geldt ook voor een aantal Europese landen. Hongarije werd al eerder geholpen, maar nu worden ook West-Europese landen bedreigd. Griekenland was de afgelopen weken dagelijks in het nieuws, maar nu wordt ook Spanje genoemd. Willem Buiter, oud-bestuurder van de Britse centrale bank, denkt dat Griekenland, met een financieringstekort van officieel 13 procent, het eerste Europese land sinds 1948 wordt dat in een faillisement raakt. Maar ook Ierland (overheidstekort dit jaar 15%H) en Portugal (8%H) kampen met zeergrote gaten in hun begrotingen.
Er hangen inktzwarte wolken boven de hoofden van de bevolking in veel landen. De regeringen worden opgeroepen om nu maar eerns eindelijk moedig te zijn en de bevolking de waarheid te zeggen. Die waarheid heet overal: verlagen van de overheidsuitgaven. De gevolgen van de crisis van het systeem moeten worden doorgesluisd naar de bevolking. Linksom of rechtsom. Zeker nu ook nog eens de belastinginkomsten in veel landen achterblijven bij de verwachtingen.
Durft de (sociaaldemocratische) premier van Griekenland, George Papandreou, de Griekse bevolking "de waarheid te zeggen?", roepen media en andere politici om het hardst. De (eveneens sociaaldemocraat) Linthorst, jarenlang wethouder in Rotterdam en nu baas van de uitkeringsinstantie UWV, meldt bijvoorbeeld zonder blikken of blozen dat de sociale zekerheid niet lijkt te ontkomen aan de bezuinigingstaak van 35 miljard euro die de overheid zich voor deze zomer - maar na de raadsverkiezingen - ten doel heeft gesteld. Precies daarom gaat het, de ambtenaren komen nog meer onder vuur te liggen alhoewel er natuurlijk grenzen zijn, zij doen overwegend nuttig en onmisbaar werk, de openbare diensten worden uitgehold, de sociale voorzieningen aangepakt. Vooral de druk op de sociale uitkeringen en het minimumloon zal aanzienlijk groter worden, nu het aantal werklozen zal groeien.
Wereldwijd zijn er inmiddels 20 miljoen banen weg door de crisis. In veel landen, waaronder Nederland, moet de golf nog komen. Het aantal ontslagen in Nederland zal het eerste kwartaal van 2010 aanzienlijk stijgen. De afnemende werkgelegenheid gaat in eerste instantie vooral ten koste van mensen met een flexibel werkverband. Flexwerkers tussen de 25 en 45 jaar lopen het meeste risico op werkloosheid. Dit feit zou overigens veel meer naar voren moeten worden geschoven nu her en der praatjes worden rondgestrooid over de noodzaak van verdere flexibilisering van de arbeid. Niet het feit dat het aantal flexibele banen aanzienlijk is gegroeid en dat nu eenmaal de werkelijkheid is moet als uitgangspunt voor de discussie dienen, maar de noodzakelijke strijd tegen alle vormen van ongewenste flexibilisering moet centraal staan. Evenals het inzicht dat verplichte verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd haaks staan op een menselijke en waardige maatschappij. Uitgangspunt zou moeten zijn de noodzaak en mogelijkheid van verlaging van die leeftijd. In dat perspectief kan dan over vrijwillige verlenging worden gesproken. Vaste arbeidsverhoudingen, regelingen in het belang van de werknemers moeten uitgangspunt zijn, niet de belangen van de ondernemer en bankier die slechts uit zijn op eigen winst.