Wil van der Klift
Er bestaat in het kapitalisme geen wondermiddel om banken veiliger te maken. Banken kunnen immers alleen groeien als ze onveilig zijn en ze moeten om te overleven blijven groeien, en zo fors mogelijk. Zonder groei kan onder kapitalistische verhoudingen geen bedrijf blijven bestaan. De concurrent komt onmiddellijk langs om toe te happen als stagnatie optreedt.
Om dezelfde simpele reden is het bovendien ondenkbaar dat het spel eerlijk kan worden gespeeld. Multinationale bedrijven en banken kennen de spelregels om de wetgeving te ontduiken en eventueel in hun voordeel te veranderen als geen ander. Al die banken en multinationals hebben slimme mensen in dienst die gelijk uitpluizen hoe ze om regels heen kunnen. De partijen die daarin slagen, verdienen daardoor weer meer geld dan hun concurrenten.
Onder kapitalistische verhoudingen wordt dag in dag uit, uur na uur - meestal succesvol - geprobeerd om het collectief, de belastingbetaler, de werkende bevolking op te zadelen met de verliezen om de winsten te maximaliseren. De spelers aan deze tafel worden rijkelijk beloond, zolang ze zich aan deze spelregels houden uiteraard. Als ze de interne spelregels overtreden en voor zichzelf gaan spelen, zoals Madoff en Scheringa, worden ze uit het circuit verwijderd. Maar de blijvers nemen geen genoegen met kleinere bonussen of met minder winstgevende financiële transacties.
Het is niet voor niets dat de oude praktijken van voor het begin van de crisis weer overal worden opgepakt. Er is gewoon geen andere weg, laat staan terug. De 'show must go on'. Het kapitalisme is niet te repareren of dusdanig bij te stellen dat het kan blijven functioneren. Het gaat kapot, eerder vroeger dan later. De weerzin tegen de laaienlichters en zakkenvullers aan de top wordt almaar groter, terwijl tegelijkertijd de grote meerderheid van de bevolking steeds meer in haar bestaanszekerheid (materieel, milieu, democratische rechten) wordt aangetast. De kapitalistische vervreemding van de arbeid neemt steeds meer toe. Op deze wijze wordt een uiterst explosief mengsel gebrouwen dat uiteindelijk echt tot ontploffing zal komen.
Elke crisis schept evenwel ook nieuwe mogelijkheden. De machtigen der aarde zullen niet zonder slag of stoot hun wapens neerleggen, maar doorvechten tot het gaatje. Hun machtsmiddelen, legaal en meer nog illegaal, zijn weliswaar niet onbeperkt, maar nog altijd zeer, zeer omvangrijk. Illusies hebben over een snelle ineenstorting van hun 'rijk' is niet verstandig.
Politieke dienaren van het kapitaal, centrale bankiers en toezichthouders beraden zich na het uitbreken van de crisis en de noodoperaties bij banken op een hele nieuwe rol. Ze waren vorig jaar gedwongen massaal in te grijpen om het financiële stelsel overeind te houden. Ze nationaliseerden banken, verleenden staatssteun en deden forse injecties in de geldmarkt.
Er wordt nu volop gewerkt aan hervormingen die het mondiale financiële stelsel stabieler, veiliger en transparanter moeten maken. In principe zijn die hervormingen op langere termijn weliswaar niet mogelijk, maar in de praktijk kan het systeem toch tijdelijk beheersbaarder worden gemaakt en kan de grote klap nog worden vooruitgeschoven, ook al gaat dat dan weer tenkoste van andere zaken, zoals bijvoorbeeld het klimaat, die via de achterdeur ertoe kunnen leiden dat het boeltje klapt. Immers het gaat niet alleen en zelfs niet met name om een financieel probleem. Het gaat om een vraagstuk met veel facetten: financieel, politiek-economisch, moreel en milieu. Alle onderdelen werken op elkaar in, kunnen sommige ontwikkelingen tijdelijk dempen, maar andere juist versterken.
Een systeem dat vooral draait op privé-eigendom, concurrentie en winstmaximalisatie is te weinig flexibel om op alle vraagstukken tijdig antwoorden te ontwikkelen. Het blijft dus dweilen met de kraan open. En de politieke schoothondjes zullen uiteindelijk terugschrikken voor het opbreken van banken en controle op multinationale bedrijven. Als ze het al zouden willen, zijn ze er gewoon te klein en onbeduidend voor. Zelfs in Nederland waren er banken waarvan het balanstotaal een veelvoud was van het totale bruto binnenlands product!
In de G20, in de EU, in het Basels Comité van centrale bankiers probeert men gezamenlijke antwoorden te vinden. Maar van meet af aan zijn er deelnemers aan het spel die niet mee willen doen. Vaak wordt vergeten dat elke crisis ook winnaars kent. Dat zijn de supergroten die zich niets gelegen laten liggen aan de bestuurders die proberen orde op zaken te stellen. Het is in dit verband volstrekt begrijpelijk dat voormalig Shell-bestuurder Jeroen van der Veer nu adviseur bij de NAVO is. Kunnen de belangen immers niet goedschiks worden gediend dan is er altijd nog de mogelijkheid om de doelen gewapenderhand te bereiken. Een motief om ergens binnen te vallen is zo gevonden.
Zo nu en dan worden er wel besluiten genomen, maar veel fundamentele vragen zijn nog niet beantwoord en zullen waarschijnlijk ook niet kunnen worden beantwoord. Er blijkt eigenlijk alleen overeenstemming te bestaan over het feit dat de banken meer kapitaal aan zullen moeten houden en ervoor moeten zorgen dat ze meer liquide zijn. Waar dat geld vandaan moet komen is trouwens voor de belastingbetaler best een interessante vraag.
De harde werkelijkheid is intussen dat er alweer een sterke tendens bestaat om gewoon verder te gaan zoals voor de crisis. Zelfs de Bank voor Internationale Betrekkingen (BIS) valt het op: banken beginnen weer dezelfde soort 'excessieve risico's' te nemen als die in de afgelopen jaren de crisis hebben veroorzaakt. "Financiële instellingen keren terug naar hetzelfde agressieve gedrag dat voor de crisis opgeld deed." Uitgerekend de twee banken die als eerste terugvielen in hun veel bekritiseerde praktijken van voor de crisis, Lloyd Blankfein van Goldman Sachs en Jamie Dimon van JPMorgan Chase, zullen overigens niet deelnemen aan een besloten vergadering van de BIS. Het bonusfeest bij de Amerikaanse banken gaat inmiddels gewoon door. De drie grote Amerikaanse zakenbanken Goldman Sachs, Morgan Stanley and JPMorgan Chase gaven in 2009 naar schatting 47,4 miljard dollar aan salarissen uit, waarvan 28,5 miljard dollar aan bonussen. De bonuspot van Goldman Sachs, de grootste van de zakenbanken, bedroeg over 2009 minimaal 20 miljard dollar. Ook Bank of America (BoA) beloonde zijn medewerkers in 2009 rijkelijk. De bonussen van de topbankiers waren volgens The Wall Street Journal net zo hoog als in het recordjaar 2007 (5,8 miljard dollar - 4 miljard euro).
Alle goede bedoelingen van de redelijke systeemoppoetsers ten spijt. En dat terwijl de overheden en de centrale banken een jaar geleden er alles tegenaan moesten gooien wat ze hadden om te voorkomen dat een algehele ineenstorting van het financiële systeem plaatsvond. En dat terwijl de daardoor reusachtig gegroeide staatsschulden nog niet zijn afgelost, de bevolkingen er nog voor moeten bloeden. En dat terwijl er nu wel enige mate van stabiliteit in het systeem is, maar de ellende nog lang niet over is.
De economie is herstellende, maar het herstel is buitengewoon fragiel. De economie kan op elk moment nieuwe tegenslagen krijgen. In toenemende mate krijgen landen te maken met uit de hand lopende begrotingstekorten. Een aantal landen dreigt net als IJsland om te vallen. Als dat er te snel teveel worden kan er ook moeilijk een collectief vangnet onder worden gespannen. Bovendien lijden commerciële banken nog grote verliezen op leningen aan klanten als gevolg van de zwakke economie. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) raamt dat er nog voor 1700 miljard dollar aan afschrijvingen in het bankwezen moeten komen.
Het feit dat er in eigen kring een aardige opruiming heeft plaatsgevonden, waarbij de sterksten sterker werden en de vitaalste bankiers overbleven, maakt dat de laatste groep het liefst zo snel mogelijk op de oude voet verdergaat. Business as usual. Dit soort bankiers beweert dat er wel een storing is geweest, maar dat die vooral kwam door een paar banken - niet die van hun - die slecht geleid werden. Dit soort ontsporingen hebben geleid tot de crisis; onvermijdelijk met mondiale concurrentie. De overlevers waren en zijn nu nog beter in staat met complexe internationale financieringen om te gaan. Die moet je niet beperken in hun innovatie, die moeten verder kunnen groeien, zeggen zij. Anders knel je de economische groei af, beweren ze in koor. Een beetje zalf op de doorligwonden van een ernstig zieke patiënt is genoeg, vinden zij.
Het andere kamp dat opvattingen heeft die dichter bij de waarheid liggen is te zwak om echt van betekenis te zijn. De totale ramp kwam niet, het economisch herstel neemt voorlopig toe, het momentum is dus alweer voorbij. In de wereld van het grootkapitaal heersen harde wetten, voor zwakkelingen is er geen plaats. Risico hoort erbij. Dit levert een riskant, maar onvermijdelijk beeld op. Strenge maatregelen om het financiële systeem strakker te controleren zullen er daarom niet komen, ondanks allerlei economisch onderzoek dat stelt dat economische groei meer gebaat is bij een stabiel bankensysteem, waar de hogere kosten van het aanhouden van meer kapitaal gemakkelijk opwegen tegen de grotere volatiliteit (beweeglijkheid) die je anders hebt. Daar wordt geen echte bankier warm van. In die kringen speelt eigen gewin een rol, niet de stabilteit van het systeem, laat staan de noden van de bevolking. Lukt Mozambique niet, dan gaan we toch gewoon naar Argentinië! Maar we laten ons niet afschrikken door wat klungels in een parlement, liever houden we een leeg moralistisch verhaaltje op de tv, waar intussen gelukkig bijna iedereen doorheen kijkt overigens.
We staan nog ver af van het blijvend oprichten van staatsbanken, daarvoor moet het systeem eerst nog harder worden geraakt. Op den duur zijn genationaliseerde staatsbanken de enige manier om een gezond financieel systeem op te bouwen, maar lucratief voor individuele winstmakers zijn die niet. De tendens van verdergaande privatisering en marktwerking is dan ook nog lang niet voorbij. Immers in staatshanden valt er minder te ritselen dan als je bedrijf particulier is en op de markt mag meespelen.
Voorlopig zullen de werkenden en uitkeringsgerechtigden het gelag moeten betalen, zolang zij niet in staat zijn een krachtige gezamenlijke vuist te maken. Daarvoor is in de eerste plaats nodig het inzicht in de noodzaak daartoe. Dat inzicht groeit, gezien de toenemende bereidheid om in verzet te komen.