Ron Verhoef
De verkiezingen staan in Engeland weer voor de deur en daarmee dus ook de verkiezingscampagne. Nadat Labour jarenlang onoverwinnelijk leek, is het nu vooral een kwestie van schade beperken. Sinds Gordon Brown het stokje van Tony Blair overnam heeft de partij vrijwel alleen nog maar verkiezingen verloren, vooral aan de Conservatieven maar ook aan partijen zoals de Liberal Democrats (Engelse D66) en de SNP (Scottish National Party).
Voor de traditionele rechterkant van Labour, evenals voor de linkerkant lijkt de partij geen optie meer. New Labour heeft haar tijd gehad. Helemaal verbazingwekkend is dit niet.
Tony Blair begon in 1997 met een vernieuwingsproject van Labour waar de traditionele achterban weinig mee kon. Privatisering van collectieve taken bleken voor Blair niet meer heilig. Overleg tussen de sociale partners moest de klassentegenstellingen verdoezelen. Dit was zijn zogenaamde Derde Weg, waarvan niemand ooit duidelijk begrepen heeft wat deze nu precies inhield.
Zolang de Britse economie standhield ging het met New Labour nog goed. Conflicten waren er wel voortdurend. Met name de post staakte regelmatig tegen privatisering, eind 2009 voor het laatst, maar ook in 2010 staan acties gepland. De initiatieven die Blair nam voor samenwerking tussen het bedrijfsleven en de overheid riepen ook steeds meer weerstand op. Zeker toen bleek dat de economie in Schotland harder groeide dan die in Engeland en dat terwijl de Schotse SNP-regering de samenwerking met het bedrijfsleven in de collectieve sector een halt toeriep en weer ijverig aan het nationaliseren is gegaan.
Voor het omvallen van de banken bleek de Derde Weg van Blair ook geen oplossing. De Engelse economie laat nog altijd geen herstel zien. Waarom zou een arbeider dan eigenlijk nog op Labour stemmen? Zijn geld bleek bij Labour niet veilig en de collectieve sector werd met de privatisering volledig uitgekleed. Labour zakt dus volledig weg, zowel in de afgelopen verkiezingen als in de peilingen.
Uiteraard moet Labour hier een antwoord op vinden en dat antwoord was wel zeer onverwacht. In de campagne voor de komende verkiezingen (waarschijnlijk in juni van dit jaar) speelt Labour de kaart van de klassenstrijd weer. De Conservatieven wordt verweten dat hun beleid uitsluitend goed is voor de rijken (een terecht verwijt overigens) en dat de arbeiders dus een vuist moeten maken tegen deze asociale plannen.
Hoe terecht ook dat Labour nu eindelijk verklaart dat de klassenstrijd nog steeds gevoerd moet worden, is het maar de vraag hoe serieus we het allemaal moeten nemen. Zo maakt Labour er nu veel ophef van dat de Conservatieven het belastingtarief op de hoogste inkomens wil verlagen. Zeker in tijden van economische teruggang is dat wat merkwaardig. Toch is Labour hier wel heel schijnheilig. In de begroting voor dit jaar die de Labour-regering heeft aangenomen staat dezelfde verlaging namelijk ook aangekondigd. Het enige verschil tussen Labour en de Conservatieven is dat de Conservatieven de verlaging direct willen laten ingaan, waar Labour eerst wil wachten tot de financiƫle sector zich iets heeft hersteld.
In een debat tussen Labour en de Conservatieven verweet Labour de Toriesbovendien nog dat veel andere punten die de Conservatieven in hun verkiezingsprogramma hadden staan erg asociaal waren. Journalist Jeremy Paxman wees de Labour-woordvoerder er fijntjes op dat alle omstreden maatregelen ook te vinden waren in de Labourbeleidsstukken. De klassenstrijd bleek dus alleen op de verkiezingsposters aanwezig, maar niet in het programma van Labour.
De Labour-woordvoerder kon niet anders dan erkennen dat dit zo was, maar hij zei tegen Paxman dat er toch wel een groot verschil was. Labour 'sloot niet uit' te korten op de uitkeringen en de belastingen voor de hoogste inkomens te verlagen, terwijl de Conservatieven het 'zeker' zouden doen.
Voorlopig lijkt de terugkeer van de klassenstrijd dus vooral een kwestie van campagne. Labour hoopt op die manier opnieuw een sterke positie te krijgen onder de arbeiders, een positie die ze onder Blair verloren heeft. Of de arbeider wel op Brown aankan is maar zeer de vraag. De huidige premier van Groot-Brittanniƫ was weliswaar ooit voorzitter van de militante socialistische studentenbond, maar van die idealen bleef weinig over. Behaalde resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. De Britse arbeider zal nog veel werk moeten verzetten om Labour weer echt op het spoor van de klassenstrijd te krijgen.