Geen verandering bij PvdA zonder met het verraad van Wim Kok af te rekenen

Wim Kok, toonbeeld van arrogantie, pleegt verraad tegen alle principes van het socialisme. Wanneer neemt de PvdA daadwerkelijk - en niet alleen in woorden - afstand van zijn neoliberale verleden?
Met deze handdruk werd op 24 november 1982 de overgave bezegeld van de werkers aan de bazen. Kok en Van Veen hadden elkaar gevonden. Het polderen begon, de weg lag open voor een neoliberale politiek.

Wil van der Klift

Ondernemend Nederland zag in 2002, terugkijkend naar de periode 1977-1982, heel scherp wat er aan de hand was. Het had geen gekunstelde 'Derde Weg-theorie' nodig om te laten zien hoe belangrijk de draai van Wim Kok was en daarmee hoe belangrijk de fundamentele omslag in die periode, ruim voordat Wim Kok zijn veren publiekelijk afschudde in 1995.

Een periode overigens die ook werd gekenmerkt door de teloorgang van de CPN, waarmee er een einde kwam aan een krachtig georganiseerde communistische oppositie in het land. De Nederlandse communisten, verenigd in VCN en later NCPN hebben overigens, dat even terzijde, een bijzonder belangrijke prestatie geleverd door tegen een overweldigende stroom in overeind te blijven. Voor de toekomst van de arbeidersklasse in ons land is dat van groot belang. Maar hun organisatorische kracht is tot op vandaag nog steeds erg zwak.

Hieronder tonen we enkele fragmenten uit een boekje van VNO-NCW (*) uit 2002, naar aanleiding van het feit dat de schrijver Jan-Willem van den Braak 25 jaar in dienst was van de VNO en later van de VNO-NCW. Het zegt veel meer dan de verwarrende analyse van Wouter Bos over de rol van de Derde Weg in de 21ste Den Uyl-lezing op 25 januari jl. Waarschijnlijk heeft dat ook te maken met het feit dat Wouter Bos pas werd geboren in 1963 en in 1980, toen 17 jaar jong dus, in de laatste klas van het Gymnasium (te Zeist) zat. Die hele periode kent hij dus niet uit eigen waarneming. Hij is daarmee een voorbeeld van een hele generatie jonge yuppen met te weinig historisch-dialectische bagage. Een generatie die het allemaal anders zou gaan doen, nieuwe wegen ging inslaan, zonder te worden gehinderd door voldoende historische kennis. Uiteraard was deze generatie niet bij machte om de jonge bankiers in Londen en Amsterdam van repliek te dienen. Hun kenniskoffertjes waren aan beide kanten daarvoor te leeg.

Wouter Bos gaat niet in op het feit, zoals hij zelf al opmerkte, dat de buitenlandse bewonderaars van Wim Kok hem allemaal een Derdewegger avant la lettre noemen. "Wim Kok, from the Neterlands, actually was doing all this before we were. He just didn't know that - he just didn't have anybody (...) who could put a good label on it". Zo introduceerde de Amerikaanse president Bill Clinton in april 1999 Wim Kok op een bijeenkomst over de Derde Weg [1]. Het is goed om zijn geheugen eens op te frissen. Dat is ook nodig om de echte rol van de sociaaldemocraten zichtbaar te maken. Daarover staat ook het e.e.a. in het verhelderende stukje uit: Wim Kok, 15 jaar vakbeweging.

Ja, inderdaad al twintig jaar eerder sloeg Wim Kok een brug tussen Kapitaal en Arbeid die de sociaaldemocratie fataal zou blijken te worden! De plaatsbepaling van Clinton is dan ook juister dan die van Wouter Bos. Het verklaart wellicht ook waarom Wim Kok altijd enige afstand hield en zichzelf niet openlijk Derde Wegger noemde. Hij had immers zijn sporen al veel eerder verdiend. Hij had immers de sociaaldemocratie al twee decennia eerder uitgeleverd aan de ondernemers. Met hem onstond de periode van langdurig polderen, van klassenvrede en de zogeheten sociale partners.

Van 1973 tot 1985 was Kok voorzitter van de FNV (eerder NVV). Van 1979 tot 1982 ook vz. van de ETUC, de Europese koepel van vakbonden. Tijdens die ETUC-periode werd de Nederlandse vakbeweging haar strijdbaarheid ontnomen, werd de vakbeweging maatschappelijk geblinddoekt en omgevormd tot een sociale ANWB: uw zaakwaarnemer. Het Akkoord van Wassenaar vond al in 1982 en de drie jaar daaraan voorafgaande plaats. Wil de sociaaldemocratie en met haar de FNV werkelijk veranderen, dan moet de fundamentele zwaai naar rechts van vakbondsleider Wim Kok uit die periode aan de kaak worden gesteld. De carrière van Wim Kok hangt van verraad aan de arbeidersklasse aan elkaar. Vanaf het moment dat hij in 1986 partijleider van de PvdA werd (en in 1989 vicevoorzitter van de Socialistische Internationale), via zijn ministerschap op het ministerie van Financiën (1989-1994) tot zijn premierschap in 1994 wordt hij door de Nederlandse ondernemers op handen gedragen. Zijn keuze voor het kapitalisme en het ondernemerschap en tegen de arbeidersklasse verklaart het optimisme bij de werkgevers en hun bereidheid om Kok te steunen als minister van Financiën en minister-president! Het verklaart ook zijn huidige steun voor zijn collega-graaiers in besturen van grote Nederlandse multinationals. Zolang de PvdA niet met Wim Kok heeft afgerekend helpt geen enkele halve of hele boetedoening.

De Den Uyl-lezing van 1995, nu dus 15 jaar geleden, waarin hij afscheid nam van de sociaaldemocratische dogma's en zijn ideologische veren afschudde, vond plaats na zo'n 15 jaar praktijk. De opvattingen die hij ventileerde tijdens die lezing waren het resultaat van bijna twee decennia praktijk. Wellicht dat de lezing van Wouter Bos het begin zal zijn van een andere praktijk van de PvdA, maar dat zal de tijd leren. Dat Wim Kok en de zijnen een historische vergissing hebben gemaakt wordt met de dag duidelijker. Dat het zwaar beschadigde communisme en socialisme, ondanks alle fouten en tekortkomingen, de enige begaanbare weg is voor de mensheid zal de komende periode steeds zichtbaarder worden. Dat heeft Wouter Bos in ieder geval wel al begrepen of aangevoeld. Maar er zullen er weer veel zijn die op de rem gaan staan en daaronder zal zich vrijwel zeker ook Wouter Bos bevinden. Of niet...?

Een grondige historische analyse van het tijdperk 1977-1982 zal uiteraard ook gepaard moeten gaan met een analyse van de (plannen tot) opheffing van de CPN. Was het onwil, onmacht of onkunde van de toenmalige leiding van de CPN? Waarschijnlijk een combinatie van factoren. De tijd en grondige studie zullen het moeten leren. Wil de werkende bevolking van Nederland onder het juk van het kapitalisme wegkomen, en daarmee van steeds grotere aanvallen op het levenspeil, dan moet met name die periode opnieuw worden bestudeerd en worden begrepen. De tijd is er overigens nu rijper voor dan gedurende de laatste drie decennia het geval was.

Noot

[1] 'De Derde Weg voorbij', 21-ste Den Uyl-lezing. Wouter Bos op 25 januari 2010.

Enkele passages uit Keerpunt '82, enkele herinneringen aan het VNO en de crisistijd 1977-1982

Jan-Willem van den Braak, Koninklijke Van Gorcum, 2002. (ISBN 90 232 3883 4). Hoofdstuk 12:

"Afscheid van vooroorlogse generaties".

"De 'wederopbouw' waar Fortuyn en Balkenende voor de verkiezingen op aandrongen, begon twintig jaar geleden en niet in de zomer van 2002". (Hugo Keuzekamp en Coen Teulings in NRC Handelsblad, 13 juni 2002).

Blz 53: "Kijkend in de achteruitkijkspiegel blijkt de periode 1977-1982 een boeiende overgangstijd te zijn geweest, politiek en maatschappelijk. De politieke omwenteling van de jaren zestig eindigde definitief in 1977, toen het tweede kabinet-Den Uyl er niet bleek te komen en vervolgens politieke maakbaarheid economisch op de klippen liep. Het Stichtingsakkoord werd al gauw het 'Akkoord van Wassenaar' genoemd, naar de woonplaats van de heer Van Veen [voorzitter VNO, redactie Manifest] waar het allemaal in essentie plaatsvond.

Het akkoord leidde eindelijk tot een omwenteling ten goede in het sociaaleconomisch beleid en de overheidsverhoudingen. De historische betekenis ervan was van meet af aan duidelijk. Voor 1983 en 1984 werd in nagenoeg alle cao's de nullijn afgesproken en de arbeidsduur werd met circa 5 procent verkort (maar zonder volledige herbezetting). Tegelijk zette het kabinet-Lubbers 1 een fors herstelbeleid in langs drie sporen: bezuinigen, werkloosheidsbestrijding en deregulering.

En ook alle inkomenspolitieke ideeën uit de jaren zeventig belandden successievelijk op de mestvaalt der geschiedenis: de raamwet inkomensvorming (1983), de vermogensaanwasdeling (1984), de wet niet-cao-lonen (1987), het wetsontwerp openbaarheid van inkomens werd ingetrokken (1988) en tenslotte ook de wetgeving voor de loonvorming in de non-profitsector (1993) en even belangrijk: de mogelijkheden voor loonmaatregelen werden drastisch ingesnoerd (1987)."

Blz 54: "Langzamerhand kwam ook ondernemen weer in zwang, evenals het dragen van eigen verantwoordelijkheid. Linkse staatspolitiek had zijn langste tijd gehad, het no-nonsense tijdperk brak aan. En deze tendens was er niet alleen in Nederland maar overal. In 1979 kozen de Engelsen Margaret Thatcher tot hun premier. Zij slaagde erin de almachtige vakbonden hun tanden uit te trekken en een begin te maken met de modernisering van Engeland. In 1982 werd Helmut Kohl (CDU) bondskanselier van West-Duitsland en hij bleef dat zestien jaar lang. In 1981 kwam in Frankrijk de socialist Mitterand aan de macht, maar met zijn experimenten stopte hij al na een paar jaar radicaal, toen hij inzag hoe schadelijk ze voor de economie waren.

En in datzelfde jaar werd Reagan president van Amerika en hij begon vrijwel meteen met zijn definitieve uitdaging van de Sovjet-Unie, het in zijn ogen "Evil Empire." (...) "Kwamen er in de jaren zeventig nauweljks centrale aanbevelingen tot stand, na 1982 ging dat steeds vlotter tot er vanaf eind jaren tachtig zelfs een ware regen aan akkoorden losbarstte op welhaast alle terreinen: werkgelegenheidsbeleid, scholing, loonvorming, arbeid en zorg etc. Het poldermodel in opmars... (...)"


 
 

Uit: Wim Kok 15 jaar vakbeweging

Nypels & Tamboer, stichting FNV-pers, 1985, hoofdstuk 10:

Naar het Afrikaanderplein en terug

Wim Kok (1985): "Je moet soms dingen aanvaarden zonder ze te accepteren".

Blz 91: "In december 1979, op de drempel van de dreigende jaren tachtig, lijken de wonden van de grote FNV-staking voor behoud van de prijscompensatie geheeld. In kleine kring is het een publiek geheim dat Wim Kok en Chris van Veen weer met elkaar praten.(...) VNO-voorzitter Van Veen heeft de indruk dat er met Kok voor het eerst sinds lange tijd weer zinvol te praten valt over de verwoestende gevolgen van de volledige automatische prijscompensatie. (...)"

Dat is niet verwonderlijk gezien het volgende:

Blz. 92: "(...) Eind augustus [1979, redactie Manifest] is er in de Rotterdamse haven voor de zoveelste keer door toedoen van de activiteiten van extreem-linkse splintergroepen een explosieve situatie ontstaan. Deze leidde tot verspreide, wilde stakingsacties, die hun hoogtepunt bereikten op vrijdag 7 september. Op die dag marcheerden verontwaardigde havenwerkers, onder aanvoering van het 'Actiecomité Rotterdamse Havens' van Flip Schults [CPN, redactie Manifest], naar het Afrikaanderplein. Zij voelden zich verraden en vonden dat de Vervoersbond FNV, die drie dagen eerder een door hen afgewezen loonakkoord met de havenwerkgevers had afgesloten, niettemin de stakingskas moest openen. Deze uitbarsting, die herinneringen opriep aan de wilde havenstaking van september 1970, veroorzaakte dat najaar een diepe bestuurscrisis bij de Vervoersbond FNV, die zich nog jaren heeft voortgesleept. (...) Henne Pauli, die als voorlichter van Wim Kok in die tijd vaak met zijn baas op en neer is gereisd tussen Amsterdam en Rotterdam, bekent:

"Die conflicten in de haven en de mars naar het Afrikaanderplein zijn, voor zover ik dat heb kunnen waarnemen, een keerpunt geworden voor de vakbeweging. Nooit kwam die vraag zo klemmend op ons af of wij een vakbeweging zijn voor de klassentrijd of dat wij onze verantwoordelijkheid moeten nemen voor het oplossen van de crisis. Wim en ik voelden dat onze taak lag bij het laatste. Daar hebben we gedurende veel autoritten over gepraat. Gezien de stemming, ook elders in het land, moest Wim in die tijd uiterst omzichtig opereren. Hardop denken was er niet bij, zelfs niet in de Federatieraad. Eén verkeerd woord kon immers de vlam in de pan doen slaan."