Schoon genoeg! 'Zij hebben het geld, wij de aantallen!'
De macht aan de schoonmakers!
Herrie Hoogenboom moest dringend kantoorwerk doen na een reeks van stakingsacties. (Foto Manifest)
Interview met Herrie Hoogenboom, organizer Vakbond van Schoonmakers FNV Bondgenoten
Wil van der Klift en Maarten Muis (*)
Het cao-bod van de werkgevers van 18 maart jongstleden aan de actievoerende schoonmakers werd massaal afgewezen. De minachting die uit het bod sprak wekte grote woede en vooral nog meer strijdbaarheid. Dagelijks sluiten zich meer stakers aan bij de strijd. De acties voor meer loon en betere arbeidsvoorwaarden, maar ook vooral voor respect van opdrachtgevers en klanten, gaan door tot de eisen zijn ingewilligd.
Manifest sprak maandag 29 maart met Herrie Hoogenboom, organizer van FNV Bondgenoten, over de acties, het principe van 'organizing' en de noodzaak van een strijdbare vakbond die de taal van de werknemers spreekt. Zijn kamer in het kantoor van FNV Bondgenoten in Amsterdam Sloterdijk vertoonde alle sporen van een langdurige afwezigheid. Actie voer je niet op of vanuit een kantoor. Herrie maakt in Amsterdam deel uit van een team van vier organizers.
- Hoe lang zijn jullie al bezig met het organiseren van de schoonmakers?
- HH
- In oktober 2006 begonnen we met vier organizers bij de vakbond. Vlak daarvoor was er een organizing-project in Den Haag gestart, dat resulteerde in een documentaire over de positie van schoonmakers die veel losmaakte. Nu zijn we drieënhalf jaar bezig. In 2007 hebben we een cao-campagne gevoerd voor een uurloon van tien euro en dat is ook binnengehaald. Toen hebben we vooral de onderkant van de schoonmaak-cao omhoog gekregen. Vorig jaar hebben we op Schiphol een grote campagne gevoerd in het kader van een contractwisseling van schoonmaakbedrijven die plaatsvond. Met de huidige cao-campagne zijn we nu vijf maanden bezig, waarbij het aantal organizers en gebieden waar we actief zijn verder is uitgebreid.
- Wat is de 'organizing'-methode? Waarin onderscheidt het zich van het gewone vakbondswerk?
- HH
- De methode, ontstaan in de VS, waarmee met name de vakbond SEIU successen heeft behaald, wordt gebruikt om vakbondsmacht op te bouwen waar die nog niet of onvoldoende aanwezig is. Organizing begint met het leggen van contacten op de werkvloer en onderzoeken wat er leeft. We zijn gericht op het verkrijgen van contactgegevens zodat er actief een relatie met de vakbond kan worden opgebouwd. Doel van het contact is de werkers, met name die zonder werk- of verblijfsvergunning, bewust te maken van de eigen positie en van de mogelijkheden om die gezamenlijk en georganiseerd in de vakbond te verbeteren. De methode kan worden gezien als een terugkeer naar de roots van de vakbeweging.
- Kenmerkend voor de huidige acties is de roep om respect, waarom ligt daar de nadruk op?
- HH
- Dat is de behoefte van de mensen. Het is hét belangrijke issue. Ook de strijd voor meer loon en betere arbeidsvoorwaarden staat in dit kader. Ik krijg steeds verhalen van de schoonmakers te horen dat zij onzichtbaar zijn en worden genegeerd en geïntimideerd door opdrachtgevers, klanten en gebruikers. De schoonmakers hebben veelal de ervaring niet voor vol te worden aangezien. De organizing-methode houdt met name in dat je de mensen zelf aan het woord laat met wat zij naar voren willen brengen in de strijd enhen helpt hun eigen strijd te organiseren. We doorbreken de afhankelijkheidsgevoelens. Lid worden is actief opkomen voor je eigen rechten. En in dit geval geldt de strijd voor 'decent jobs' heel nadrukkelijk. We maken de onderkant van de arbeidsmarkt zichtbaar en tillen die omhoog.
- In de schoonmaak wordt veel gewerkt met flexibele contracten, de financiële en sociale situatie is bij veel schoonmakers precair en er is sprake van een grote etnische diversiteit. Hoe staat het met de solidariteit en de actiebereidheid?
- HH
- De culturele diversiteit onder de schoonmakers maakt mijn werk als organizer extra interessant, maar ook moeilijk. De persoonlijke verhalen kunnen flink uiteenlopen: je komt advocaten uit Irak tegen, maar ook mensen uit plattelandsdorpen in Afrika. Er is veel verschil wat betreft de vakbondservaring in het land van herkomst en ook qua strijdcultuur zijn er verschillen. We hebben verder te maken met taalproblemen en veel mensen hebben zulke lage lonen dat zij zich nauwelijks kunnen veroorloven de vakbondscontributie te betalen. Staken is nog meer geld inleveren en vraagt dus om grote motivatie. Er leven ook irreële ideeën onder de schoonmakers, bijvoorbeeld als zou de regering verantwoordelijk zijn voor hun loonsverhoging.
Er wordt door de werkgevers in de schoonmaak moedwillig verdeeldheid gezaaid door voormannen uit een bepaalde etnische groep zeggenschap over het werk te geven. Dat leidt hier en daar tot vriendjespolitiek. Het gebruik van uitzendkrachten en nul-uren-contracten (ver)hindert ook het organiseren van solidariteit. Maar de ervaring van het isolement als schoonmaker, zowel in het werk als maatschappelijk, herkennen de mensen bij elkaar. Men gaat, indien georganiseerd, de kern zien van wat elkaar verbindt en dat is de basis voor de strijd. Onze rol is vooral gericht op vereniging: samen sta je sterk!
- Wat hebben jullie tot nu toe bereikt?
- HH
- Wij hebben een organisatie van sterke mensen opgebouwd, er is een parlement van schoonmakers georganiseerd en de Vakbond van Schoonmakers heeft een bestuur van mensen die allemaal actie-ervaring hebben. Dit in plaats van de veelvoorkomende praktijk dat kaderleden min of meer per ongeluk in de vakbondsvereniging zijn terechtgekomen en vooral gericht zijn op het opbouwen van de individuele dienstverlening. Concreet met de acties hebben we bereikt dat de werkgevers zijn opgeschoven van een houding van 'wij doen niks' naar het nu magere bod van 2,5 procent loonsverhoging in twee etappes, een reiskostenvergoeding van 5 cent per kilometer, een cadeaubon van 25 euro voor de vakbondsleden en het meewerken aan scholing in de Nederlandse taal.
- Dat bod is toch afgewezen?
- HH
- Ja, de minachting voor de acties die uit dit bod sprak wekte grote woede. Tijdens een krachtige bijeenkomst van 800 stakende schoonmakers uit het hele land in de Westergasfabriek op dinsdag 23 maart jl. besloten de schoonmakers door te gaan met de strijd. Ik heb nog nooit zo'n indrukwekkende, inspirerende en strijdbare bijeenkomst meegemaakt. Zo moet 'mei '68' hebben gevoeld. Je kunt gerust spreken van een historische gebeurtenis. De acties leiden ook tot aanzienlijke groei van het aantal leden, tientallen per dag, veel meer dan normaal. De winst voor de schoonmakers gaat hand in hand met de winst voor de vakbeweging.
- Welke politieke en publieke steun aan de acties is gewenst?
- HH
- Mensen kunnen deelnemen aan de acties, zoals de jongeren van het CJB al vanaf het begin doen. Zij steken daadwerkeijk de handen uit de mouwen envoeren gesprekken met de schoonmakers. Zij stellen zich betrokken op. Maar je kunt ook aandacht vragen voor de positie van de schoonmakers in de organisatie of instelling waarbij je zelf werkt, of bij je ondernemingsraad erop aandringen dat er 'schoon genoeg'-contracten worden getekend waarmee de opdrachtgevers onze eisen ondersteunen. Bij veel kader- en or-leden is er een blinde vlek voor alles wat ingeleend wordt, waaronder de schoonmaak. Daar moet verandering in komen. Steun uit politieke hoek wordt ook gewaardeerd, zolang je niet in het zonlicht van de schoonmakers gaat staan en onenigheid tussen de verschillende steunverleners over andere zaken dan de acties niet hinderlijk wordt.
- Wat wil jij met de vakbond? Wat zie jij als belangrijkste bijdrage van de methode van 'organizing' aan de toekomst van de strijdbare vakbond?
- HH
- Met de organizing-methode nemen we stelling in het debat over welk type vakbond we willen. Als ik mensen vraag wat zij onder 'vakbond' verstaan, dan krijg ik meestal het antwoord: 'de vakbond helpt mensen met problemen met hun werkgever'. Dat beeld zit bij de mensen vast omdat we dat ook jaren zo verkocht hebben: 'de vakbond als uw zaakwaarnemer'.
Ik zie de vakbond in allereerste plaats als een collectieve macht. Zoals ze in de VS zeggen: 'They've got the money, we've got the numbers'. De verzekeringen, de individuele dienstverlening, de kortingen, de cadeautjes, al het polderen in de SER zijn daar afgeleiden van of staan er totaal los van. Het moet beginnen bij het bewustzijn dat de vakbond een organisatie is waarin je als collega's gezamenlijk optrekt. Aan mensen die lid worden van de Vakbond van Schoonmakers vraag ik dat ze daadwerkelijk meedoen met de strijd. Anders nemen ze maar een rechtsbijstandsverzekering of worden lid van het CNV.
- Hoe schat je de kansen in op een overwinning?
- HH
- We zijn nu bezig met het verbreden van de strijd. We richten ons vooral op de opdrachtgevers. De werkgevers in de schoonmaak, onder leiding van de sociaaldemocraat en voormalig staatssecretaris Hans Simons, zijn laf en buigen voor de opdrachtgevers. Zo als het nu gaat concurreren ze elkaar de vernieling in, en dan met name de mensen die het werk moeten doen. Willen we deze strijd winnen dan moeten we de verantwoordelijkheid van de schoonmaak en een rechtvaardige beloning en behandeling van de werkers dáár neerleggen. Als de grote opdrachtgevers meegaan met onze eisen, dan volgt de rest vanzelf. De schoonmakers zijn vastbesloten door te gaan tot de werkgevers de eisen accepteren. "We gaan winnen, dat is zeker!"
(*) Uitwerking interview door Maarten Muis.