Het socialisme van het Cubaanse volk - Een reisverslag

De reisgroep onderweg in de bus. Op de foto helemaal rechts Mark Jan Smit (foto reisgroep/Flickr).

Mark Jan Smit

Op 1 februari vertrokken tien deelnemers vanuit Nederland naar Cuba voor een 15-daagse politiek getinte reis, georganiseerd door de NCPN in samenwerking met de Cubaanse Communistische Partij (PCC). Het doel was om kennis te maken met de Cubaanse maatschappij door deze van binnenuit te observeren en te ervaren. Er werd ons vooraf door de Cubaanse ambassadeur in Nederland op het hart gedrukt om vooral met een open blik naar Cuba af te reizen. In de westerse media is de berichtgeving over Cuba doorgaans negatief. (deel 1 van 3)

"Zet alle vooroordelen opzij, ook de positieve, en kijk nou gewoon eens hoe ons land er uitziet en wat er gebeurt", verzocht hij ons. En dat hebben we dan ook gedaan en het werd een bijzondere ervaring!

Vraag een groep Nederlanders wat zij vinden van Cuba en de overgrote meerderheid zal antwoorden dat het een dictatuur is. Geen vrijheid van meningsuiting, alle macht aan de gebroeders Castro die een tijdje terug stuivertje verwisselden. Oké, de gezondheidszorg is niet slecht, maar dat is dan ook alles. Niet gek dat de grote meerderheid deze meningen is toegedaan, want precies dit beeld wordt altijd van Cuba geschetst door de westerse media.

Tijdens onze reis hebben we de westelijke helft van het eiland bezocht. Havana was de basis, waarna we na drie dagen Havana eerst de westelijke provincie Pinar del Rio hebben bezocht. Vervolgens terug naar Havana, om een aantal dagen later een trip oostwaarts te maken. Eerst richting Varkensbaai, toen naar Santa Clara en terug via de noordkust langs Varadero en Matanzas naar Havana. We zijn meerdere steden kriskras doorgereden en hebben veel van het buitengebied gezien.

Volksdemocratie

Tijdens de reis werd het ons duidelijk dat de Cubaanse maatschappij heel anders is dan ons altijd wordt voorgehouden door de media. Op de eerste dag hadden wij een ontmoeting met Juan Carlos Marsán, hoofd van het Europese Bureau van het Centraal Comité van de Communistische Partij van Cuba. Hij benadrukte dat het Cubaanse bestuur veel meer is dan alleen de communistische partij. Massaorganisaties waarin de bevolking participeert nemen op Cuba een zeer belangrijke plaats in.

Hoe deze in de praktijk functioneren, zagen wij tijdens een bezoek aan een Comité ter Verdediging van de Revolutie, afgekort CDR, in de westelijke stad Pinar del Rio. De CDR is met acht á negen miljoen leden de grootste massaorganisatie op Cuba. Iedere wijk of elk dorp, hoe klein en afgelegen ook, heeft een eigen afdeling. Het doel van de CDR is het ontwikkelen van de directe leefomgeving en het stimuleren en ondersteunen van de bevolking op allerlei manieren. Dit varieert van het geven van cursussen tot het opzetten van culturele projecten, tot het beleggen van vergaderingen waarin lokale problemen besproken worden. En net zo belangrijk is dat de CDR een centrale rol speelt in het voordragen van kandidaten voor gemeentelijke vergaderingen van de Volksmacht, de Poder Popular.

In de Poder Popular wordt er niet gestemd op politieke partijen, maar op personen. Dit zijn personen die bekend zijn bij de bevolking om hun kwaliteiten of verdiensten. Eenmaal verkozen, blijven zij altijd verantwoording verschuldigd aan hun achterban in hun wijk of dorp. De band met de gewone bevolking is veel directer en hechter dan in het Nederlandse politiekesysteem het geval is. De bevolking heeft via organisaties als de CDR veel meer mogelijkheden om mee te praten en mee te beslissen over belangrijke lokale, maar ook landelijke kwesties. Er worden bijvoorbeeld zeer veel referenda gehouden. Niet voor niets kan Cuba daarom een participerende volksdemocratie genoemd worden.

Hetzelfde principe en dezelfde organisatievorm geldt op provinciaal niveau. Dit werd ons uitgelegd op Poder Popular Provincial, een soort Provinciale Staten, van de provincie Pinar del Rio. Iedere gemeente mag een evenredig aantal kandidaten leveren. Zelfs de afgevaardigden in het Nationale Parlement blijven verantwoording verschuldigd aan hun achterban. Door een dergelijke constructie kunnen voor lastige problemen goede oplossingen gevonden worden die kunnen rekenen op steun van de bevolking.

Een goed voorbeeld is de pensioengerechtigde leeftijd, een kwestie die ook op Cuba speelt. Op dit moment is die leeftijd voor vrouwen 55 jaar en voor mannen 60 jaar. Door de vergrijzing dreigt het pensioenstelsel onbetaalbaar te worden en de productiviteit te laag. Daarom is besloten tot een verhoging van de pensioenleeftijd van maar liefst vijf jaar, uitgesmeerd over een korte periode van vijf jaar! Vrouwen mogen dan met 60 jaar met pensioen en mannen met 65 jaar. Nog steeds heel redelijk als je dit vergelijkt met de 67 jaar in Nederland en andere Europese landen. Heeft dit geleid tot grote onvrede op Cuba, tot protesten, tot demonstraties? Nee. Deze kwestie is uitgebreid met de bevolking besproken, via de massaorganisaties. De bevolking heeft kunnen meepraten en uiteindelijk is tot deze maatregel besloten.

Wat is dan de rol van de communistische partij in dit geheel? Zij speelt geen enkele rol in de kandidaatstelling en verkiezing van bestuurders op wat voor niveau dan ook. Ook bij de verkiezing van de leden in het Nationale Parlement speelt zij geen rol. Wat doet de partij dan wel? Zij is de hoeder van de Revolutie. Zij verdedigt en versterkt de waarden die de afgelopen vijftig jaar zijn opgebouwd. Zij verdedigt het Cubaanse socialisme in een omgeving die allerminst vriendelijk is, namelijk op een steenworp afstand van de Verenigde Staten, een land dat de keuze van het Cubaanse volk voor het socialisme nooit heeft geaccepteerd, en dat er in de afgelopen halve eeuw alles aan heeft gedaan om de maatschappelijke orde van vóór de Revolutie te herstellen. "De ideologische strijd is de voornaamste taak van de partij", vertelde Juan Carlos Marsán, "in nauwe samenwerking met alle massaorganisaties van de bevolking."

Een trots volk

Gedurende twee weken hebben wij veel mensen ontmoet. We zijn in meerdere steden geweest en hebben diverse afgelegen gebieden, dorpen en gemeenschappen bezocht. Na een dergelijke periode lukt het om een beeld te vormen van de Cubaanse maatschappij, van het straatbeeld en van de mensen.

Wat opvalt is dat de Cubaanse bevolking trots op haar land is. Op het feit dat zij al meer dan een halve eeuw haar socialistische maatschappij in stand heeft weten te houden en uit te bouwen. Iedereen doet mee, niemand valt buiten de boot. We hebben geen daklozen en geen zwervers gezien. Een enkele Cubaan kwam ons om geld vragen. Zij leken in het geheel niet op een zwerver, maar ze weten natuurlijk dat westerlingen veel geld op zak hebben en daarom is het de moeite van het proberen waard. Armoede zie je niet op straat. De Cubaanse bevolking komt vrolijk en gelukkig over. De gastvrijheid en vriendelijkheid stralen van de mensen af. Je voelt je op je gemak tussen de mensen.

Maar het land heeft ook veel problemen. Zo valt het achterstallig onderhoud aan de huizen en gebouwen duidelijk op. Ook de kwaliteit van sommige wegen, met name de kleinere binnenwegen, is slecht en de meeste auto's lijken rechtstreeks uit het museum te komen. Het openbaar vervoer is gebrekkig. Veelal oude en overvolle bussen, soms nog met het opschrift 'Utrecht-Centraal' of 'Gorinchem' of 'Geen Dienst', want er rijden veel bussen rond uit Nederland. Het treinverkeer is voor de lange afstanden.

De Cubanen ontkennen deze problemen niet en lopen er niet voor weg. In hun benadering vallen zelfkritiek en een realistische kijk op maatschappelijke problemen op. Maar de voornaamste veroorzaker van de problemen is toch Cuba's noorderbuur. De handelsblokkade door de VS drukt al een halve eeuw op het land. Deze reikt verder dan de VS. Veel landen zijn huiverig om handel te drijven met Cuba, bang als ze zijn dat dit hun handelsrelaties met de VS schaadt. Een schip dat de haven van Havana aandoet om goederen te lossen, mag vervolgens zes maanden lang geen Amerikaanse haven bezoeken. Het zal geen verbazing wekken dat rederijen daarom niet staan te springen om Cubaanse havens regelmatig te bezoeken. En als ze langskomen, brengen ze een hoger tarief in rekening om de misgelopen inkomsten te compenseren. Dit is een duidelijk voorbeeld hoe de blokkade drukt op de dagelijkse praktijk op het eiland. Cuba kan daardoor zeer moeilijk, en vaak alleen tegen zeer hoge prijzen aan bepaalde goederen komen zoals elektronische apparatuur, bouwmaterialen, verf, medicijnen en diverse huishoudelijke artikelen.

Daarnaast heeft Cuba te maken met andere problemen, waarvan de drie tropische stormen van 2008 en de mondiale economische crisis de belangrijkste zijn. De tropische stormen zijn onder meer over de provincie Pinar del Rio getrokken. Meer dan 50 procent van de huizen in de provincie werd daarbij beschadigd. De wederopbouw vordert met rasse schreden, maar meer dan 25.000 mensen moeten nog beter gehuisvest worden. De economische crisis gooit echter roet in het eten. Deze is van invloed op het bouwtempo.

Socialistisch Cuba ontkomt niet aan de gevolgen van de mondiale crisis. Het eiland is voor veel producten en voor harde valuta afhankelijk van het buitenland. Juan Carlos Marsán heeft ons op de eerste dag uitgebreid verteld wat de gevolgen van de economische crisis voor Cuba zijn. Er komen minder toeristen naar Cuba en die geven minder geld uit. Buitenlandse valuta zijn voor Cuba zeer belangrijk omdat het veel dure goederen moet invoeren. Met minder geld kun je minder uit het buitenland invoeren, zoals grondstoffen. Met minder grondstoffen kun je minder produceren, dus is er minder werk en zijn er minder producten te verdelen onder de bevolking. Het gevolg is dat er schaarste is aan bepaalde producten. Maar ook in deze crisisperiode wil de regering het uitgebreide sociale systeem in standhouden. De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd moet in dit licht worden gezien. (wordt vervolgd)