Het onderzoeksteam van de onafhankelijke Europese denktank E2020 is ervan overtuigd dat de wereld momenteel te maken heeft met een mondiale systeemcrisis. Het team analyseert binnen dit kader de mondiale financieel-economische en sociaal-politieke ontwikkelingen vanuit het perspectief van de eurozone, de monetaire unie van de eurolanden binnen de Europese Unie. Deze analyses leiden tot voorspellingen die online gepubliceerd worden in het maandelijkse Global European Anticipation Bulletin. In het aprilnummer gaat het onder andere over de centrale banken van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, Fed en Bank of England, die dit jaar met ernstige problemen geconfronteerd zullen worden.
De Britse elite bereidt zich momenteel voor op een van de gevaarlijkste periodes in de moderne geschiedenis van het land. De combinatie van een onzekere binnenlandspolitieke situatie en catastrofale budgettaire, economische en financiële omstandigheden brengt hoge ambtenaren ertoe te onderzoeken of het mogelijk is de resultaten van de parlementsverkiezingen van 6 mei aanstaande zo te 'kanaliseren' dat een politiek vacuüm vermeden wordt dat fataal zou kunnen zijn voor het Britse pond.'
De Amerikaanse centrale bank heeft niet alleen een balans die steeds meer verontreinigd raakt met giftige activa, maar is bovendien in toenemende mate gedwongen zijn toevlucht te nemen tot boekhoudkundige trucs om te verbergen dat hij een van de belangrijkste kopers van Amerikaanse staatsobligaties geworden is. LEAP/E2020 is van mening dat de Britse crisis in de komende zomer deze twee ontwikkelingen zal versnellen, en dat dit in de winter van 2010/2011 voor de Fed zal resulteren in een situatie waarmee elke bank, centraal of niet, te maken kan krijgen: het risico om niet meer aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.'
Persbericht bij GEAB nr. 44 (16 april 2010)
Zoals LEAP/E2020 vele maanden geleden al voorspelde, heeft Griekenland, in tegenstelling tot de berichten van 'deskundigen' in de media van de afgelopen weken, inderdaad de steun van de eurozone gekregen in het vertrouwen dat het door een verantwoord bestuur in de toekomst zal ontsnappen aan de gevaarlijke spiraal van alsmaar toenemende staatsschulden. Griekenland zal dan ook zijn betalingsverplichtingen blijven nakomen, ook al is alle commotie rond de Griekse kwestie een duidelijke aanwijzing voor het groeiende bewustzijn dat het geld voor de financiering van de enorme westerse staatsschulden steeds moeilijker te vinden zal zijn. Een situatie die volgens een recent rapport van de Bank voor Internationale Betalingen niet langer houdbaar is.
De drukte die vooral in de Engelse en Amerikaanse media over Griekenland gemaakt is, was vooral bedoeld om voor de meerderheid van de economische, financiële en politieke spelers te verbergen dat het Griekse probleem geen teken was van een naderende crisis in de eurozone [1], maar in feite een vooraankondiging van een nieuwe grote schok in de mondiale systeemcrisis: de botsing tussen enerzijds de virtuele Britse en Amerikaanse economieën die gebaseerd zijn op onhoudbaar hoge niveaus van publieke en private schulden, en aan de andere kant het vanaf 2011 fors groeiend aantal leningen dat nodig zal zijn om oude en nieuwe schulden te financieren, en dat allemaal in combinatie met een mondiaal tekort aan fondsen die voor (her)financiering tegen een lage rente beschikbaar zijn.
Toen we in februari 2006 de spoedige komst van de huidige mondiale systeemcrisis voorspelden, hebben we ook uitgelegd dat we niet moeten vergeten dat deze zijn oorsprong vindt in de ondergang van de wereldorde van na 1945, die met ondersteuning van het VK gebaseerd is op de VS. Om de werkelijke gevolgen van de crisisverschijnselen, zoals bijvoorbeeld de kwestie-Griekenland, te begrijpen, is het dan ook raadzaam hun betekenis in verband te brengen met de structurele zwakten van het centrum van de wereld, dat in een fase van complete meltdown verkeert. Dus wijst voor ons team de 'Griekse vinger' niet zozeer naar problemen in de eurozone, maar veel meer naar het explosiegevaar van de exponentieel groeiende financieringsbehoeften van het VK en de VS.
Het is belangrijk zich te realiseren dat in een periode waarin de financieringsbehoeften groter zijn dan de beschikbare fondsen, zoals momenteel het geval is, de absolute omvang van de emissie van staatsschuldpapieren veel belangrijker is dan de ratio's die de relatieve waarde ten opzichte van het bruto binnenlands product aangeven. Dat kunnen we met een eenvoudig voorbeeld verduidelijken: stel je bezit 100 euro en je hebt twee vrienden, een arme, A. die 30 euro nodig heeft en een rijke, B. die 200 euro van je vraagt. Zelfs als B. jou zijn dure horloge van 1.000 euro in onderpand zou geven, terwijl A's horloge slechts 20 euro waard is, dan nog kun je B. niet helpen om de doodeenvoudige reden dat je niet beschikt over genoeg geld om aan zijn financiële behoeften te voldoen. Je kunt daarentegen wel besluiten om na afspraken over onderpand en rente A. te helpen. Als we het zo bekijken worden alle argumenten die gebaseerd zijn op schuldratio's waardeloos: volgens de logica daarvan zou je immers B. moeten helpen, want zijn schuldratio (20%) is duidelijk veel gunstiger dan die van A. (150%). Maar in de wereld van de crisis, waarin geld niet in onbeperkte hoeveelheden beschikbaar is, botst de theorie met de harde werkelijkheid: iets willen is één ding, het ook kunnen is iets anders.
In het VK is de financiële situatie inmiddels zo ernstig dat de technocraten die het land runnen, een plan hebben voorgelegd aan de partijen die meedoen aan de komende parlementsverkiezingen, om het gevaar van een machtsvacuüm te voorkomen. Dat zou immers kunnen leiden tot een verdere koersval van het toch al zwakke pond sterling en van de Britse staatsobligaties (ter ondersteuning daarvan heeft de Engelse centrale bank 70%? van de obligaties die de afgelopen maanden zijn uitgegeven, zelf aangekocht). Volgens dat plan zou Gordon Brown, ook als hij de verkiezingen verliest, minister-president blijven tenzij de conservatieven genoeg stemmen zouden kunnen verzamelen voor een overweldigende overwinning. Tegen de achtergrond van een economische en politieke crisis doen de opiniepeilingen echter eerder vermoeden dat het land afstevent op een 'hang'- parlement', een volksvertegenwoordiging waarin geen enkele partij een voldoende grote meerderheid heeft om alleen te kunnen regeren. De laatste keer dat dit gebeurde, in 1974, was dat een soort politieke voorbereiding op de interventie van het Internationaal Monetair Fonds 18 maanden later.
Verder probeert de huidige regering een positieve draai aan de statistieken te geven om zo de voorwaarden te scheppen voor een overwinning, of tenminste een niet al te zware nederlaag. De werkelijkheid is echter ontmoedigend. De Britse onroerendgoedmarkt zit gevangen in een zodanig zware depressie dat het volgens Lombard Street Research nog vele generaties zal duren voordat de prijzen hun topniveau van 2007 weer zullen bereiken, als dat ooit gebeurt. De drie politieke partijen maken zich op voor de confrontatie met een catastrofale situatie na de verkiezingen. Volgens LEAP/E2020 zou het VK dan best wel eens te maken kunnen krijgen met een Griekse situatie: de Britse leiders moeten dan meedelen dat het land er aanmerkelijk slechter voor staat dan voor de verkiezingen werd beweerd. Het grote aantal ontmoetingen eind 2009 tussen de Britse minister van Financiën Alistair Darling en de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs is een zeer betrouwbare aanwijzing voor manipulaties met de omvang van de staatsschuld. Zoals we al in een eerder nummer van GEAB schreven, hoeft men slechts het spoor van Goldman Sachs te volgen om te weten wat het volgende land is dat mogelijk niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen.
Daarbij komt dat behalve staatsschulden ook private schulden ge(her)financierd moeten worden. Zo vervalt vanaf dit jaar een enorme hoeveelheid aan Amerikaanse private leningen, met name in verband met commercieel vastgoed en leveraged buyouts (bedrijfsovernames met geleend geld). Tussen nu en 2014 moet in de VS voor een bedrag van 4.200 miljard dollar aan dergelijke leningen geherfinancierd worden. Dat is toevallig evenveel als de omvang van alle nieuwe staatsschulden wereldwijd in 2010, waarvan de Amerikaanse overheid bijna de helft (45%?) voor haar rekening neemt (gevolgd door Japan en het VK met respectievelijk 11%? en 6%?). Tel daarbij op de financieringsbehoeften van de andere economische spelers (zoals huishoudens, bedrijven en lokale overheden) en de VS moeten in 2010 bijna 5.000 miljard dollar zien te vinden om te voorkomen dat het land 'droogvalt'.
Vanaf de komende zomer zullen we getuige zijn van 'de strijd om de Engelse centrale bank' in een poging om een gelijktijdige ineenstorting van het pond sterling en de Britse overheidsfinanciën te voorkomen. In elk geval zal het pond er niet ongeschonden uit komen en zal de crisis in de overheidsfinanciën een bezuinigingsplan van ongekende omvang tot gevolg hebben.
De omvang van de financieringsbehoeften van de VS overtreffen immers de mogelijkheden van de andere spelers, inclusief het IMF. Om toch de staatsschuld en de private schulden te kunnen (her)financieren, zal een enorme stijging van de rentetarieven nodig zijn. De zeepbel van Amerikaanse staatsobligaties die hierdoor ontstaat, zal in de winter van 2010/2011 uit elkaar spatten en een nieuwe golf van faillissementen van financiële instellingen veroorzaken. Maar niet alleen landen kunnen problemen met hun betalingsverplichtingen krijgen. Ook een centrale bank kan failliet gaan, zeker als de balans ervan bestaat uit waardeloze 'spookactiva'. De Amerikaanse centrale bank moet dan ook rekening houden met de reële mogelijkheid van een faillissement, zoals we in dit nummer van GEAB aantonen.
De winter van 2010 zal daarnaast ook nog een andere onevenwichtigheid laten zien in de VS: tijdens de eerste landelijke verkiezingen sinds het begin van de crisis zullen miljoenen Amerikanen waarschijnlijk hun hart luchten en aangeven dat ze de buik vol hebben van de alsmaar voortdurende crisis die geen gevolgen heeft voor Washington en Wall Street, maar wel een overheidsschuld veroorzaakt die inmiddels contraproductief is geworden: elke extra door de overheid geleende dollar levert een verlies op van 40 cent inhet bruto binnenlands product.
Men kan het niet eens zijn met de antwoorden die ons team op de twee bovenstaande vragen geeft. We zijn er echter van overtuigd dat deze vragen niet genegeerd kunnen worden: geen enkele analyse of theorie omtrent de mondiale ontwikkelingen in de komende drie kwartalen is geloofwaardig als die geen heldere antwoorden geeft op deze twee vragen: "wie kan en wil?". Wij sluiten ons aan bij Zhu Min, de vicepresident van de Chinese centrale bank, die van mening is dat "de wereld niet genoeg geld heeft om nog meer Amerikaanse staatsobligaties te kopen."
In dit nummer van GEAB geven wij daarom een voortgangsrapportage met betrekking tot de belangrijkste risico's waar het VK en de VS mee te maken gaan krijgen, en kijken we vooruit op de ontwikkelingen in de komende maanden tegen de achtergrond van een 'fluwelen oorlog' tussen de westerse landen op financieel, monetair en handelsterrein.
Bron: www.leap2020.eu
Vertaling: Louis Wilms
[1] Niet alleen was de angst die de experts in hun interviews verspreidden ongefundeerd, maar heeft de kwestie-Griekenland er ook voor gezorgd dat de eurozone zich is gaan voorzien van instrumenten en procedures die tot nu toe op bestuurlijk vlak nog ontbraken. We zullen het maar verder niet hebben over de duidelijke frustratie van veel commentatoren en experts die ervan droomden dat Duitsland zijn steun zou weigeren en dat de Griekse kwestie zo het levende bewijs zou worden van hun economische theorie over de monetaire unie. Het LEAP/E2020 team wil hier zijn eigen visie nog eens herhalen: economische theorieën, of ze nu gaan over de monetaire unie of andere onderwerpen, zijn niet nuttiger dan horoscopen. Ze zeggen niets over de werkelijkheid, maar alles over de ideeën van hun bedenkers en de bedoelingen van hun analyses. Een monetaire unie kan alleen maar (blijven) bestaan zolang er sprake is van een sterke en blijvende politieke wil om een gemeenschappelijke bestemming te delen, en dat is in de eurozone het geval. Om dat te begrijpen moet men de geschiedenis bestuderen, niet de economie.
[2] Sinds 2006 hebben we in een groot aantal nummers van GEAB al stilgestaan bij de nauwe structurele banden tussen de City in Londen en Wall Street in New York, en de Britse ondersteuning van de Amerikaanse 'grote broer'. In dit geval zal het wantrouwen ten aanzien van de Britse schulden dan ook onherroepelijk twijfels over de Amerikaanse schulden tot gevolg hebben.