Groeiende boosheid door organisatie in beweging brengen
Interview met Bart Plaatje, organizer FNV Bondgenoten
Bart Plaatje in actie tussen de mensen. (Foto BP)
De ambtenaren worden steeds bozer en de acties harder. In een aantal steden, zoals in Den Haag (zie foto), werd gestaakt door de ambtenaren van de reinigingsdienst. Dat was goed te merken. Resultaat is dat er beweging in de onderhandelingen komt (Foto Manifest/MZ).
Wil van der Klift en Maarten Muis (*)
Op dinsdag 27 april jongstleden had Manifest in zijn reeks interviews met vakbondsbestuurders een gesprek met organizer Bart Plaatje in zijn standplaats Utrecht. Hij coördineert het vakbondsproject met Poolse arbeiders bij Albert Heijn, werkt samen met Poolse werknemers die in een bungalowpark in Ommen wonen en in Zwolle werken en is betrokken bij de opbouw van vakbondsmacht bij de HANOS-horeca-groothandel.
Hij was, voordat hij een jaar geleden aan de slag ging als organizer Handel bij FNV Bondgenoten, werkzaam bij het distributiecentrum van Super de Boer in Beilen. In die functie liet hij zich al gelden als actief vakbondskaderlid van de FNV. Onder zijn leiding werd een sterke vakbondsaanwezigheid op de werkvloer gerealiseerd en actiegevoerd voor betere arbeidsvoorwaarden, inclusief die van uitzendkrachten. Met deze strijdervaring verdiepte Bart Plaatje zich in het Amerikaanse vakbondsconcept van 'organizing' en vond hierin een methode om de vakbondsmacht planmatig te versterken.
Het gesprek met Manifest ging over de praktijk van het organiseren van uitzendkrachten en Poolse werknemers, over de noodzaak van een andere, strijdbare vakbond en de rol van 'organizing' daarin en over de kracht van de arbeidstrots en de minachting daarvoor van de op winst beluste werkgever.
- Wat is er nieuw aan 'organizing'?
- BP
- Aan de ene kant is 'organizing' oude wijn in nieuwe zakken. Aan de andere kant is het veel technischer en methodischer dan het vakbondswerk van vroeger. We zijn er nu zeker van afgestapt dat we nog maar alleen op cao's lopen. Bij organizing gaat het niet puur om de grote kwesties, maar maak je de mensen zelfredzaam. In een vakbond krijg je ook een stukje identiteit mee en een stuk eigen kracht.
- Nieuw is vooral dat je de mensen opzoekt in de thuissituatie. Hoe gaat dat?
- BP
- Dit is onderdeel van de methodiek. Door deze persoonlijke aanpak krijgt de vakbond een gezicht, de vakbond komt naar de mensen toe. Als je het zo gaat doen merk je hoe belangrijk direct contact met de vakbond voor de werkers is. Dus niet alleen terug naar de werkvloer, maar verder door naar de leefsituatie.
- Hoe groot is de steun voor deze methode binnen de vakbond?
- BP
- Organizing is niet uit de lucht komen vallen, er wordt al vijf jaar links en rechts aan getrokken. Het bewustzijn binnen de vakbond groeit dat we moeten veranderen, dat het servicemodel niet langer voldoet. De organizing-methode wordt steeds meer gesteund, zoals laatst door Henk van der Kolk in de Telegraaf. Zeker nu na de overwinning van de schoonmakers is ook de publieke steun groot. Er worden nieuwe organizing-projecten opgezet in de agrarische sector, vleesverwerkende industrie en de grote industriële bakkerijen en snoepfabrieken.
- De boodschap die uitgaat van organizing: 'jullie werkers moeten het als collectief zelf doen', is een breuk met de jarenlange dominante methode van individuele belangenbehartiger en zaakwaarnemer die het probleem voor de mensen oplost. Zie jij die breuk ook?
- BP
- Ja, er is in een aantal sectoren echt een kentering te zien. In veel sectoren waar het servicemodel nog dominant is gaat het nog zo dat als in een bedrijf twee van de tien lid zijn van de vakbond en er komt van bovenaf een plan dat problemen op de werkvloer veroorzaakt, een van die twee de vakbondsbestuurder belt. Zonder dat de werkers er iets van zien gaat de vakbondsbestuurder op de koffie bij de directeur, die natuurlijk niet erg onder de indruk is van die twee leden. Heel vaak lost het probleem zo niet op, met als mogelijke consequentie dat een van de twee zijn lidmaatschap opzegt. Het imago dat je uitstraalt naar die andere acht is dan ook niet zo van: 'hé, daar verandert wat door de vakbond'. Uiteindelijk levert dit een krimp op en dat zie je in heel veel sectoren. Maar van onderop wordt dit model onder druk gezet, werkers willen gewoon weer strijden tot de winst binnen is. Daar zijn de schoonmakers het eerste voorbeeld van.
- Bij de staking van de schoonmakers was de eis van respect essentieel. Is respect een onmisbaar onderdeel in de strijd?
- BP
- Respect is het sleutelwoord. Zeker in grote bedrijven waar een mens niet meer centraal staat. Bijna alle gesprekken die ik thuis bij de mensen heb over problemen zijn terug te koppelen naar de samenvattende factor: respect. Ze beginnen nooit over geld, maar van 'mijn baas is een klootzak, bij het bedrijf was het beter toen het kleiner was, of sinds die nieuwe manager...'
Een beursgenoteerd bedrijf als Super de Boer of Albert Heijn is allang de band met zijn werknemers kwijt. De plannen die van bovenaf komen zijn heel onpersoonlijk. Je wilt als werknemer, met een taak die je zo goed mogelijk probeert uit te voeren, gerespecteerd worden om wat je doet. Als de waardering te lang uitblijft, dan geeft dat ontevredenheid en boosheid.
- Kom je in je werk als organizer dit vraagstuk van zin van en in het werk ook tegen? Of zijn de mensen de je tegen komt van: 'zo, na vijf uur ga ik weer verder met mijn hobby'?
- BP
- Die emotie van afkeer van het werk is vaak de bovenste emotionele laag die je tegenkomt bij de mensen, die het werkelijke gevoel afdekt. Als je even doorpraat met die mensen en het woord respect noemt, of je vertaalt het naar vaktrots, dan zie je dat mensen juist dát heel belangrijk vinden.
Mensen werken aan een bepaald product, of dat nu een container is die volgeladen moet worden en naar de supermarkt gaat of een boek wat uitgegeven wordt, ze willen er trots op zijn. Dat is vaak de ingang om tot organisatie op de werkvloer te komen omdat werkgevers dat allang achter zich hebben gelaten. In die vaktrots is veel kracht te vinden.
- Kom je ook tegen dat mensen weer over politieke en maatschappelijke opvattingen willen praten? Of gaat het alleen maar over het werk en de beloning?
- BP
- In de loop van het 'organisen' gaan de mensen zich ook weer meer in de politieke discussie verdiepen. In Zwolle leidde de frustratie over het AOW-dossier er juist toe dat de mensen zich er meer in gingen verdiepen. Ik krijg steeds vaker de systeemvraag voor mijn kiezen. Men vraagt zich af wat er werkelijk aan de hand is dat de huidige aanvallen op werkers allemaal maar kunnen. Als de boosheid sterker is dan de angst en die ook georganiseerd wordt, ontstaat er een strijdbare beweging op de werkvloer. Organizers organiseren de boosheid en overwinnen de individuele angst door gemeenschappelijk optreden.
- De directeur van de HANOS-vestiging in Groningen, een horecagroothandel, deed een poging jullie aan te rijden met de auto tijdens het werk. Wat was het effect daarvan?
- BP
- Dat was een mooie capriool om op mij en mijn collega in te rijden. We hebben aangifte gedaan. Werknemers uit goed georganiseerde bedrijven in de buurt hebben plakacties gehouden. Het hek van HANOS hing vol posters met ludieke spreuken en een cartoon. Het is nu zaak dat HANOS-breed, de mensen die er werken, dit voor zichzelf gaan oplossen. Deze actie van de directeur heeft mij in staat gesteld een effectievere strategie te schrijven. We hebben een steunverklaring gehad, ondertekend door alle bondsraden plus een slagroomtaart. De directie van Albert Heijn stuurde me ook een mail waarin zij haar afschuw uitsprak over deze actie.
- Kom jij in je achterban ook Wilders-steun tegen?
- BP
- Ja, absoluut. De vakbond is een afspiegeling van de samenleving dus is het logisch dat ik deze mensen ook tegenkom. Ik geef iedereen de ruimte zijn eigen mening daarover te vormen, maar ga wel met ze in gesprek. Bijvoorbeeld tijdens mijn hulp aan de acties van de schoonmakers in het noorden ontmoette ik een van de leiders van de actievoerders die wel wat zag in Wilders. Maar ik confronteerde hem met de werkelijkheid dat hij wel samen met moslims het Utrechtse Centraal Station bezet heeft en dat men het daar prima met elkaar kon vinden. De praktijk bewijst zo het tegenovergestelde van wat Wilders predikt. Door deze gesprekken te voeren en hem op de werkelijkheid te wijzen stemt deze man geen PVV meer bij komende verkiezingen.
- Wat is Bondgenootje?
- BP
- 'Bondgenootje' is een experiment opgezet door mij samen met een paar kaderleden om actieve vakbondsleden uit de verschillende bedrijven met elkaar in contact te brengen. Elke denkbare beroepsgroep is vertegenwoordigd bij de bijeenkomsten en de leden van deze groep proberen elkaar te versterken in het eigen vakbondswerk. Bondgenootje heeft vier belangrijke doelen:
- Elkaar informeren.
- Leren wat collectief is.
- Concreet samen iets doen, bijvoorbeeld een steunverklaring opstellen.
- Het vakbondswerk moet leuk zijn.
- Tot slot: Wat merk jij in je werk van de crisis?
- BP
- De crisis merk je overal. Het sterkst merk je het, vind ik, bij dat de werkgevers in hun retoriek een stevige stok hebben om bij de mensen tussen de oren te krijgen dat ze verslechteringen moeten accepteren. Het eerste wat Albert Heijn riep bij de cao-onderhandelingen voor de distributiecentra was: "over die loonsverhogingen moeten we nog maar eens nadenken, want het is crisis." Terwijl Ahold winst maakt als nooit tevoren. Maar het personeel was al georganiseerd en er waren genoeg informele leiders op de werkvloer die dit crisisverhaal konden doorprikken. De werkers pikten het niet en uiteindelijk tikten we gewoon 3,5 procent af.
Door de crisis krijg ik wel steeds meer te horen dat mensen zich afvragen wat er met onze maatschappij aan de hand is. De mensen constateren dat het dichterbij komt. Vroeger was de ellende in Zuid-Amerika, nu al in een Europees vakantieland als Griekenland. Dat vindt men beangstigend, maar maakt de mensen ook alert en gevoelig voor gezamenlijk verzet.
Uitwerking interview: Maarten Muis