Ron Verhoef
Het lijkt erop dat de studiefinanciering veranderd gaat worden in een lening. Een deel van de studiefinanciering was al enkele jaren een lening, maar de zogenaamde basisbeurs hoefde niet terugbetaald te worden. Hoewel het huidige demissionaire kabinet geen beslissing zal nemen over dit onderwerp, is het duidelijk dat de meerderheid van de Tweede Kamer voor het afschaffen van de basisbeurs is. Ook partijen als de PvdA en GroenLinks hadden dit punt in hun verkiezingsprogramma staan.
Wat voor gevolgen zal het afschaffen van de basisbeurs voor studenten hebben? Volgens de PvdA en GroenLinks niets. Afgestudeerden krijgen vaak een goede baan en kunnen een studieschuld toch makkelijk terugbetalen. Voor wie dat niet geldt zal er aflossing naar draagkracht zijn en na verloop van een aantal jaren kwijtschelding volgen. Dat laatste is belangrijk omdat met name hoger opgeleiden in overheidsdienst, zoals mensen die werken in de zorg, geen topsalaris krijgen. Zij kiezen vaak om andere, namelijk sociale, redenen voor zo'n beroep. Als daarmee met de aflossing van de studieschuld geen rekening zal worden gehouden, worden de sociale beroepen nog onaantrekkelijker dan ze nu zijn.
Dat veel hoger opgeleiden later relatief goed gaan verdienen is inderdaad een feit. Toch valt er wel wat af te dingen op de argumenten om de beurs volledig om te zetten in een lening. De beurs is ooit ingevoerd om ook kinderen van ouders die het niet breed hebben de mogelijkheid te bieden te studeren. Dat heeft ook effect gehad, maar toch blijkt elk jaar weer opnieuw dat zich maar weinig arbeiderskinderen inschrijven voor het HBO of de universiteit.
Probleem voor deze jongeren is namelijk dat zij nu al afhankelijk zijn van de aanvullende beurs, die een lening is. Daarnaast is het collegegeld tegenwoordig zo hoog dat ook hier vaak geld voor moet worden geleend. De voorstanders van het omzetten van de beurs in een lening stellen vaak dat dit niet zal leiden tot de afname van het aantal studenten. Maar uit eigen ervaring weet ik dat veel jongeren nu al afhaken omdat ze moeten lenen. De mensen die nu wel gaan studeren zijn dus inderdaad vaak jongeren die bereid zijn geld te lenen voor een studie of geen financiƫle problemen hebben.
Aan het einde van hun MBO-opleiding heb ik met al mijn leerlingen altijd een loopbaangesprek. Daarin krijgen ze ook advies over doorstuderen. Veel leerlingen uit arbeidersgezinnen haken af na het MBO. Ook de meer getalenteerde leerlingen studeren vaak niet door. Als je ze dan vraagt naar de reden, is het antwoord steevast dat ze het collegegeld niet kunnen betalen en bang zijn om te lenen. Een houding die de overheid juist zou moeten toejuichen, maar het tegendeel lijkt eerder waar. Banken moeten immers worden geholpen.
Anders dan GroenLinks en de PvdA, verwacht ik dus juist wel dat het aantal studenten gaat afnemen. In ieder geval het aantal studenten uit gezinnen met lage inkomens. Talent staat immers niet langer centraal, maar vooral het geld. Studeren wordt zo weer een elite-aangelegenheid.
Opvallend is overigens dat GroenLinks afstapt van haar wens om het Australische model in te voeren. Daar bestaat een zogenaamde academicusbelasting. Wie studeert ontvangt een beurs van de overheid, maar wie later een goede baan vindt moet een paar procent meer belasting betalen. Deze academicusbelasting wordt dan weer besteed aan het onderwijs. Wie geen goede baan krijgt of kiest voor een baan in de zorgsector, het onderwijs, kunst en cultuur of liefdadigheid is vrijgesteld van deze belasting, zodat ook deze beroepen aantrekkelijk blijven. Het is tekenend dat GroenLinks dit nu laat vallen. Hoewel ook dit systeem nadelen heeft is het immers veel rechtvaardiger dan gewoon maar iedereen verplichten een lening te nemen en daarmee de banken te spekken.
Het is van het allergrootste belang dat docenten, leerlingen en studenten er alles aan doen om de basisbeurs te behouden. Het afschaffen ervan mag niet zomaar een hamerstuk worden. Tijd dus om nu al druk uit te oefenen op het nog te vormen kabinet.