De bezuinigingshaviken hebben kortgeleden op de top in Busan, Zuid-Korea, de leiding genomen in het debat over de beste oplossing voor de crisis. Daar werd rigoureus gebroken met de afspraken die eerder in Pittsburgh waren gemaakt. In plaats van de economie te stimuleren is het roer omgegooid en worden nu draconische bezuinigingen bepleit. De druk komt uit bepaalde kringen van de financiële sector en de meeste politici volgen zonder morren.
De Europese regeringen, onder leiding van Duitsland en slaafs gevolgd door Nederland, schrappen nu de politiek van het nemen van stimuleringsmaatregelen en schakelen over op forse bezuinigingen. Ook in Groot-Brittannië gaat de bijl in voorzieningen en inkomen. De Europese leiders hebben dit beleid inmiddels omarmd en zullen op de G20-bijeenkomst in Toronto deze wending proberen te bekrachtigen. Er zijn echter ook veel critici van deze aanpak en de uiteindelijke keuze staat nog niet vast.
Dat er fors zou moeten worden bezuinigd wordt intussen gebracht als vanzelfsprekendheid. Er wordt hard gewerkt aan een klimaat waarin de bevolking wordt voorbereid op de noodzaak van fors inleveren, van versoberingen en verslechteringen. De liberale en conservatieve politieke krachten en hun handlangers in het mediabedrijf willen het idee doen postvatten dat de bezuinigingen noodzakelijk en niet te vermijden zijn. De overheidsschulden snel saneren zou de enige manier zijn om uit de crisis te raken. In Nederland is de VVD koploper van de vertolkers van dit verhaal.
Maar de huidige schuldenproblematiek is niet het resultaat van te hoge overheidsuitgaven maar van de reddingsoperaties van vele honderden miljarden euro's ten bate van de banken. Overheden hebben de financiële sector gered, maar worden nu door diezelfde sector onder druk gezet. Dat is geen voorop ontworpen plan, maar de aard van het kapitalisme. Alleen kortetermijn-winstdoelen tellen. Eigenbelang staat voorop en de publieke ruif is altijd gevuld.
De meeste andere Nederlandse politieke partijen hebben de bezuinigingsboodschap inmiddels ook opgepikt en tuimelen over elkaar heen met voorstellen voor rigoureuze bezuinigingen. Dat er ook een andere politiek mogelijk is dan de door Duitsland opgedrongen bezuinigingsaanpak wordt door steeds meer partijen in Nederland vergeten.
Welke crisisaanpak uiteindelijk zal worden gekozen en hoe de bezuinigingsparade in Nederland gaat aflopen is voorlopig nog niet bekend, maar de 'sociale partners' hebben alvast het voortouw genomen met voorstellen om de oudedagsvoorzieningen in ons land te versoberen op basis van het meest negatieve scenario. Door de voorzitter van FNV Bongenoten worden zelfs al plannetjes gelanceerd voor verdere afbraak van de WW en versoepeling van het ontslagrecht. Zogenaamd om de politiek voor te zijn en erger te voorkomen. Maar allemaal feitelijk gekenmerkt door winst voor werkgevers en grootkapitaal en overheveling van kosten naar werknemer, gepensioneerde en belastingbetaler.
Edith Snoey, vz. Abvakabo FNV: "Bijna alle politieke partijen willen AOW en aanvullend pensioen drastisch aanpakken. Dat scenario wilden we voorkomen. Niets doen was geen optie. Daarom hebben we een onderhandelaarsakkoordgesloten met de werkgevers." Zoiets roept ook Henk van der Kolk, vz. van FNV Bondgenoten, op zijn site. Hij zegt er bij dat het onderhandelaarsakkoord weliswaar een heuse verslechtering is, maar altijd nog beter dan de plannen van de politieke partijen in de Tweede Kamer (op de SP na).
Gehaast en nog voor er maar enig uitzicht is op een nieuwe regering hebben de bonden alvast maar ingeleverd, terwijl de werkgevers alleen maar voordeel hebben van dit akkoord. Wientjes lacht weer in zijn vuistje en mag als dank voor zijn succes langer aanblijven als voorzitter bij VNO-NCW.
Door de haast om de politiek voor te zijn was een goede ledenraadpleging niet mogelijk en werd er op de meeste informatiebijeenkomsten stevig geknoeid met allerlei cijfers die ter plekke ter discussie konden worden gesteld. De geforceerde haast leidde ook tot een bedroevend slecht besluitvormingstraject.
De mogelijkheid om te reageren op het FNV referendum was van 18 tot 30 juni. Op maandag 21 juni vond de informatiebijeenkomst in Amsterdam plaats, een dag later in Den Haag en op 23 juni in Rotterdam. Ieder weldenkend mens begrijpt dat informatie en discussie vooraf moeten gaan aan de besluitvorming. Maar het was helemaal niet de bedoeling om een open discussie te organiseren. Mede door interventies vanuit de Abvakabo FNV vond er nog enige discussie plaats. Een ander bewijs voor de chaos is het feit dat de leden van AbvaKabo FNV een paar dagen voor de sluitingstermijn van het referendum nog een folder thuisgestuurd zullen krijgen waarop ook de belangrijkste minpunten worden geformuleerd. De meeste mensen zullen dan al gestemd hebben op basis van het promotieverhaal van de FNV-leiding.
De FNV-leiding, om het poldermodel te redden en met dit akkoord opnieuw bevestigend dat polderen hetzelfde is als capituleren zonder zelfs maar in actie te komen, ging akkoord met pensioenvoorstellen die slechter zijn dan waar vorig jaar nog tegen werd gedemonstreerd. De vakbondspolderaars die steeds verder zijn gedegenereerd tot professionele zaakwaarnemers, die je afwisselend aan werknemers-, regerings- en werkgeverszijde van de onderhandelingstafels ziet opduiken, zijn gewend mee te denken met de elite en staan steeds verder af van de belangen van de leden.
Premieverhogingen waren tot voor kort regel. Sinds de vorige recessie in 2002 zijn de jaarlijks opgebrachte pensioenpremies met 8 miljard gestegen tot 28 miljard euro. Gemiddeld kwamen deze bijdragen in de particuliere sector voor twee derde voor rekening van de werkgevers. Omdat ondernemers geen genoegen willen nemen met een krimpende winstmarge willen zij geen verdere premieverhogingen. Omdat een aanval op de hoogte van de pensioenen onder de gegeven omstandigheden niet kan worden verkocht (wel lagere of geen incidentele verhogingen) blijft volgens de professionele techneuten niets anders over dan de pensioenleeftijd verhogen. Op die manier wordt niet alleen de crisis afgewenteld op de schouders van de bevolking, maar vinden er bovendien een aantal trendbreuken plaats die het stelsel voor werkenden en gepensioneerden slechter maken.
De AOW en het stelsel van de aanvullende pensioenen worden in het onderhandelaarsakkoord geherstructureerd. Langer leven, waardoor er langer pensioen kan worden genoten, wordt niet meer gefinancierd uit welvaartsgroei, maar vertaald in langer doorwerken. De spilleeftijd voor de ingangsdatum van het aanvullend pensioen stijgt mee met de ingangsdatum van de AOW, dus ook 66 per 2020 (en mogelijke verhogingen later). De huidige premie wordt als normpremie gehanteerd. Wisselende rendementen op beleggingen van pensioenfondsen leiden vanaf nu niet meer tot een hogere premie of bijstortingen door werkgever, maar tot lagere pensioenen. Ook bij het aanvullend pensioen wordt dus de stijging van de levensverwachting niet meer door het pensioenfonds (premie en beleggingsopbrengst) gedekt, maar door verhogen van de uittredingsleeftijd. Bovendien zijn van nu af aan beleggingsrisico's niet meer het probleem voor werkgevers, die gemiddeld twee derde van de premieverhoging opbrachten. Werkgevers hoeven geen hogere premie te betalen en ook niet meer bij te storten, in gevallen waar ze daartoe verplicht waren, maar het hele risico ligt bij de gepensioneerden (minder pensioen).
De rekening van deze ombuiging wordt gelegd bij de werkenden en gepensioneerden, door langer werken voor hetzelfde pensioen, verlaging van pensioenuitkeringen en door hogere belastingbijdragen voor de compensatiemaatregelen in de AOW. De werkgevers halen de volle buit binnen.
In tegenstelling tot de plannen van het kabinet kun je met dit akkoord nog wel kiezen of je de AOW-uitkering op je 65ste of toch later tot zelfs na je 66ste in wilt laten gaan. Dat kost je dan echter wel erg veel geld. Ook dit akkoord, evenals de kabinetsplannen, gaat volledig voorbij aan het feit dat steeds meer werknemers de 65 jaar al niet meer werkend halen. Op de consequenties van de verhoging van de pensioenleeftijd voor ziekte- en WAO-uitkeringen wordt niet ingegaan. Een vestzak-broekzak winstpunt is de koppeling van de AOW aan de verdiende lonen en niet aan de cao-lonen. Uitgaand van cijfers uit de afgelopen jaren valt de AOW-uitkering hoger uit. De verwachting is dat mensen met alleen een AOW-uitkering en een klein aanvullend pensioen daarvan zullen profiteren, maar zeker is dat allerminst en het allergrootste deel van de werkenden gaat er op achteruit.
De minpunten uit de folder van de Abvakabo FNV spreken boekdelen:
Met dit akkoord heeft de FNV-leiding de bonden en leden voor het blok gezet met als enige motief dat men de politiek vóór wilde zijn met een voorstel. Alsof de vakbeweging niet meer kan knokken. Alsof alle komende verslechteringen alleen nog met onderhandelaarsakkoorden kunnen worden afgedaan. Alsof toegeven vooraf de enige weg is die kan worden bewandeld. Handen af van het pensioenstelsel. Pensioenleeftijd ongemoeid laten. Maak gebruik van je democratisch recht om dit akkoord af te stemmen!
Willen we dat deze stelselwijziging er eventjes wordt doorgejast? Nee toch! Laat daarom je stem horen over het AOW en pensioenakkoord. Stem tegen. Maak bezwaar tegen de procedure. Vraag om nieuwe besluitvormingsprocedure en laat de leiding voorbereidingen treffen voor acties om de rekening van de crisis bij de veroorzakers ervan te leggen!
Partijbestuur NCPN,
24 juni 2010