Wil van der Klift
Kenmerkend voor de verkiezingen zijn een verdere versnippering van het politieke landschap en een verschuiving naar 'rechts'. Ook een populistische en nationalistische tendens steekt haar kop steeds meer op.
De VVD werd de grootste partij met 31 zetels en kreeg de opdracht een coalitie te gaan vormen, waaraan nog steeds wordt gesleuteld. Bijna alle traditionele partijen werden afgestraft voor hun politieke optreden de afgelopen jaren. Een proces dat al enige jaren plaatsvindt in Nederland. De VVD won weliswaar negen zetels, maar de PvdA verloor er drie en het CDA 20 zetels. De laatste partij houdt ongeveer de helft over: 21 zetels. Het CDA, dat de afgelopen jaren de premier leverde, werd mede daarom uit het centrum van de macht verjaagd. Premier Jan Peter Balkenende trad af als partijleider en zal ook geen deel meer uitmaken van het parlement.
Het vertrouwen in de politieke vertegenwoordigers neemt verder af. Een steeds groter deel van de bevolking voelt zich niet meer door regering en parlement vertegenwoordigd. Het stijgend aantal niet-stemmers is ook een signaal dat het vertrouwen tanende is. De snelle wisselingen in het stemgedrag wijzen hier ook op. Dit is verontrustend in een periode van grote onzekerheden over de toekomst. Een meerderheid in het parlement en in de potentiële regeringspartijen roept om het hardst dat er stevig moet worden bezuinigd. De politiek van economische stimulering lijkt te worden ingeruild voor een aanpak van drastische bezuinigingen.
Vooral de christelijke partijen verloren fors. De sociaaldemocratische PvdA wist door de tactische wisseling aan de top het verlies beperkt te houden en werd tweede met 30 zetels. De links van de PvdA opererende SP leverde 10 zetels in (van 25 naar 15). Het wantrouwen onder de bevolking tegen de gevestigde partijen en de angst voor de toekomst kregen vooral vorm in de winst van de PVV. Deze extreem-rechtse, nationalistische en islamofobe partij van Geert Wilders steeg van negen naar 24 zetels. Deze partij afficheert zich als anti-establishmentpartij, maar zoekt in werkelijkheid naar een eigen machtspositie in de Nederlandse politiek. Haar politiek is erop gericht de grootste partij te worden in het parlement en de premier te leveren. Het gaat Wilders en zijn partij om de macht. De PVV houdt om electorale redenen alleen de schijn op een links sociaaleconomische agenda te hebben. De wending in het AOW-standpunt daags na de verkiezingen, in het programma van de PVV met stip op nummer één, laat dit onverbiddellijk zien. De PVV scoorde zeer hoog in de hele provincie Limburg ten koste van het CDA die in het katholieke zuiden traditioneel een machtsbasis heeft.
De sociaal-liberale partijen GroenLinks en D66 kregen 10 zetels en de ChristenUnie verloor een zetel en ging van zes naar vijf. De politieke versnippering is groter dan ooit.
Naast versnippering kan bovendien een forse verrechtsing van de Nederlandse politiek worden vastgesteld. De campagne ging vooral over de effecten van de crisis op het levenspeil van de bevolking: verlaging van lonen en uitkeringen, verhoging van de lasten en vermindering van de publieke dienstverlening. Dus vooral sociaaleconomische thema's.
Onder steeds grotere groepen van de bevolking heerst toenemende bezorgdheid over de handhaving van het levenspeil en er bestaat veel angst voor de toekomst. Waar Angela Merkel in Duitsland wappert met bezuinigingen van 80 miljard euro, de nieuwe conservatieve Britse regering 130 miljard euro en ook elders in Europa bezuinigingsplannen circuleren van tientallen miljarden euro's, wordt in Nederland uitgegaan van 29 miljard. De VVD en de PVV zijn er het beste in geslaagd om de angst voor de toekomst in stemmen om te zetten. Maar de verkiezingen toonden vooral de huidige verwarring onder de Nederlandse bevolking, mede aangewakkerd door de mediapoppenkast en de over elkaar heen duikelende peilingen.
Omdat er sprake is van grote tegenstellingen tussen 'rechts' en 'links', niet over de vraag óf er moet worden bezuinigd, maar hoe en hoeveel, zijn de mogelijkheden voor een coalitie gering. Er zal een lange periode van zoeken naar partners plaatsvinden.
De politieke verwarring en versnippering in Nederland maakt ook de machthebbers, de grote ondernemers en hun politieke zaakwaarnemers nerveus. Zij willen de Europese bezuinigingsagenda snel doorvoeren en achten dat alleen mogelijk met politieke stabiliteit. In die kringen, in Europa met name vertolkt door de Duitse regering, stopt men met Keynesiaanse economische stimuleringsmaatregelen en wil men keiharde bezuinigingen door ingrijpen in de lonen, uitkeringen en andere verworvenheden.
Op basis van deze uitslag lijkt zo'n afbraakagenda het gemakkelijkste te kunnen worden doorgevoerd met de PVV in de regering of zoals in Denemarken plaatsvond met gedoogsteun van een soortgelijke partij.
Het programma van de PVV is echter aantoonbaar ondemocratisch, nationalistisch en nu (nog) niet voordelig voor het grootkapitaal. De werkgeversorganisaties die het grootkapitaal vertegenwoordigen, wijzen deelname van de PVV aan de regering op dit moment af. Het populistische karakter, het gebrek aan mogelijkheden om besluitvorming van de Tweede Kamer in de Eerste Kamer te bekrachtigen en het uitgesproken nationalisme maken dat er binnen de gevestigde partijen en ondernemerskringen nog argwanend wordt gekeken naar de PVV.
In de eerste ronde coalitiegesprekken kon een coalitie VVD, PVV met CDA daarom niet worden gerealiseerd. Er bestaat bovendien twijfel over de vraag of de PVV op dit moment wel regeringsverantwoordelijkheid wil. Oppositie voeren levert de PVV onder de gegeven omstandigheden meer op. Met het huidige zetelaantal in de Tweede Kamer kan maar een heel klein deel van de wensen van de PVV worden gerealiseerd, waardoor afhaken van een deel van de vluchtige achterban dreigt.
Ook een brede coalitie van VVD met PvdA, GroenLinks en D66 (Paars+) lijkt niet erg realistisch en werd in de eerste ronde afgeschoten. Dat lot trof ook een 'nationale coalitie' (VVD, CDA en PvdA). Er wordt nu begonnen aan een tweede ronde besprekingen. Vast lijkt inmiddels te staan dat er op Prinsjesdag geen begroting van een nieuwe regering zal liggen. Het zou wel eens kunnen zijn dat een tijdelijke regering, wellicht een interim-regering, zal worden gevormd die aanblijft tot na de provinciale verkiezingen in maart 2011, waarna nieuwe verkiezingen worden gehouden.
Links zal vooral het verzet tegen het ondemocratische karakter van de PVV moeten organiseren. De PVV heeft weliswaar geen aantoonbare directe banden met fascistische groepen en heeft ook niet zo'n achtergrond, Wilders was lid van de VVD. Maar de PVV is een extreem-rechtse partij, met nationalistische en populistische trekken die mogelijk extreem gevaarlijk kan worden. De partij richt zich op ontevreden mensen met een populistisch verhaal, tegen het 'linkse elitaire establishment' met een programma op papier dat sociale eisen stelt en daardoor mensen in verwarring brengt.
De aanhang van de PVV is nu heel erg breed, maar ook gespleten. Veel PVV-stemmers zijn dat alleen om verzet aan te tekenen tegen de elitaire politiek van de traditionele partijen. Zij vinden dat Wilders hun opvattingen het beste vertolkt en zijn gevoelig voor het argument dat buitenlanders de oorzaak zijn van hun problemen.
Veel PVV-stemmers zijn kwaad dat er niet naar hen wordt geluisterd, dat zij niet serieus worden genomen door de politiek. Als Wilders' ware bedoelingen zichtbaar worden, zullen veel kiezers zich waarschijnlijk weer van hem afwenden. De PVV wil daarom vooral tijd winnen en het doorvoeren van bezuinigingsmaatregelen graag aan andere partijen overlaten. Het versterkt haar mogelijkheden om tegen het establishment aan te schoppen. Met het loslaten van de eis voor handhaving van de AOW op 65 wilde Wilders elk misverstand vermijden dat de PVV niet aan de regering zou willen deelnemen. De snelheid waarmee de optie VVD, PVV en CDA van tafel was toonde echter aan dat geen van de partijen dat nu al wilde.
Links zal zich de komende periode vooral moeten richten op de strijd in buurten en bedrijven en de versterking van een progressieve vakbondspolitiek. Linkse partijen moeten daarom aan de basis van de samenleving, in buurten en bedrijven in gesprek raken met de bevolking. De kans dat een partij als die van Wilders aan de haal gaat met de onvrede onder de mensen is reëel aanwezig, maar moet ook niet worden overschat. De PVV probeert haar zin door te drijven via parlementaire acties. De partij kent echter (nog) geen leden en is ook in de buurten en bedrijven niet op georganiseerde wijze aanwezig. De NCPN zal haar bijdrage leveren aan de opklaring door in de vakbeweging en in buurten en bedrijven een rol te spelen in het leveren van informatie die de huidige verwarring kan opheffen.