Maarten Muis
Vorige zomer schreef ik over het toenmalige valse optimisme wat betreft het economisch herstel. Een jaar verder is duidelijk dat het inleveren van levenskwaliteit door de toegenomen baanonzekerheid, verlaging van loon en uitkeringen en het stijgen van kosten voor gezondheidszorg en publieke diensten tot weinig gemeenschappelijke woede en collectief verzet heeft geleid. Er heerst een afwachtendheid onder de bevolking over de economische crisis. De slachtoffers worden doelbewust zoveel mogelijk buiten het publieke bewustzijn gehouden.
Veel werkende Nederlanders voelen nog niet daadwerkelijk de crisis in de eigen portemonnee. Veel ingrepen zijn vooruitgeschoven. De pijn tot nu toe zat vooral bij de eenmansbedrijfjes (ZZP-ers) en de uitzendkrachten. Zij hebben veel werk en daarmee inkomen zien verdwijnen door de crisis. Maar deze sector is gekenmerkt door een lage collectieve organisatiegraad en veel van deze werkenden bezitten een aangeleerde reflex om oplossingen vooral individueel te zoeken. Door jarenlange ideologische vorming in een sterk individualistisch werkklimaat missen ZZP-ers en uitzendkrachten de vaardigheden en de basis om samen een vuist te maken.
De verwachting dat er snel een weg omhoog uit het dal van de crisis komt is nog wijdverbreid. Ook de toenemende werkloosheid wordt met kunstgrepen, zoals verregaande flexibilisering van de werkuren, weggepoetst. Na de zoveelste aankondiging van het economisch herstel, die toch weer niet blijkt door te zetten, moet toch wel tot de mensen doordringen dat het menens is. De somberheid is gerechtvaardigd. Ook al zijn er ook wel opklaringen, zoals eerste aanzetten tot organisatie van verzet tegen de sociale afbraak.
De geesten worden dagelijks door de burgerlijke media en politici ideologisch rijp gemaakt voor de komende sociale kaalslag die bezuinigingsmaatregelen gaat veroorzaken. Vorige week liet demissionair minister Donner weer eens een proefballonnetje op om te zien of er verzet zou ontstaan en hoe groot dat zou zijn. De opleving van gemeenschapszin door het bijna behalen van het wereldkampioenschap voetbal door het Nederlands elftal in juli is alweer verbleekt. Het principe van verdeel en heers wordt geraffineerd toegepast door bezuinigingsmaatregelen groep voor groep toe te passen. Begonnen werd met het bezuinigen op voorzieningen voor chronisch zieken en ouderen. Nu worden de gepensioneerden getoetst en worden tegelijkertijd jongeren tegen ouderen opgezet. Wie volgt? Wie springt voor wie in de bres?
De contouren van de politieke richting voor de komende jaren, ingezet met de rechtse overwinning in de laatste verkiezingen, tekenen zich steeds duidelijker af. De crisis wordt aangegrepen om de maatschappij verder te ontdoen van door strijd verworven collectieve rechten en publieke voorzieningen. Het rechtse verhaal dat veel heil (en zo economisch herstel) te verwachten valt van het verder ontketenen van de kapitalistische marktkrachten, wordt nog steeds verkondigd. De economische elite is nog niet klaar met privatiseren, hervormen en ombuigen.
Met het politieke verhaal van de 'eigen economische situatie eerst', een variatie op het neoliberale thema, heeft de VVD de verkiezingsoverwinning behaald. Een duidelijk weerwoord van links op dit verhaal bleef uit. Nog steeds plukt de heersende klasse de vruchten van het ideologisch destructiewerk, dat onder meer Thatcher en Reagan hebben verricht, door steeds te hameren op de neoliberale basisstelling dat er niet zoiets is als eensamenleving. Er zijn in die opvatting alleen maar individuen.
Er wordt een gigantische bezuinigingsoperatie van achttien miljard voorbereid op de staatsfinanciƫn. De klappen gaan vooral vallen bij de publieke dienstverlening en de gezondheidszorg. De zwakste schouders krijgen de zwaarste lasten te dragen. De komende bezuinigingen zijn een test of het begrip van solidariteit een comeback kan gaan maken in de hoofden en harten van de mensen. Het kan zeker niet uitblijven dat er mensen opstaan die stellen: tot hier de sociale afbraak en niet verder!
Dat eenzelfde soort bedrag gewoon te halen is door onder meer multinationale bedrijven actief binnen Nederland eenzelfde soort belastingregels op te leggen als het midden- en kleinbedrijf, wordt verzwegen. De winnaars ten tijde van het neoliberale tijdperk: de nieuwe miljonairs dankzij het privatiseren en het outsourcen van bedrijven en de nieuwe grootverdieners door het invoeren van een 'marktconforme' (lees: exorbitante) beloning van bestuurders in de semipublieke sector, blijven eveneens compleet buiten beeld als het gaat om het betalen van de rekening van de crisis.
Wat te doen als communisten in een land met een hoogontwikkeld kapitalisme en een situatie die verre van revolutionair is? In een land waar het idee dat rijkdom iets van de gehele maatschappij is en niet van bepaalde families en individuen ver weggezakt is in het onderbewustzijn. Dan is het zaak rustig verder te werken aan het ideologisch tegengif binnen een communistische partij.
Dat het kapitalisme steeds minder oplossingen voor de problemen van deze tijd kan bieden wordt duidelijker zichtbaar. Er zijn objectief revolutionaire ontwikkelingen in de productiekrachten aan te wijzen. De spanning tussen de voortdurende vermaatschappelijking van de productie en de maatschappelijke productieverhoudingen gedomineerd door private toe-eigening van de meerwaarde neemt steeds verder toe. Ook geopolitieke veranderingen, zoals de ontwikkelingen in China en India, openen nieuwe perspectieven.
Maar niet alleen een goede analyse van het kapitalisme is een bron van motivatie en energie. Wie de ogen goed opent ziet ook in Nederland kiemen van verzet. Met name van onderop in de vakbeweging, zij het nog aarzelend, groeit de strijdbaarheid om weer als werkende mensen eisen te gaan stellen wat betreft loon, werkzekerheid, werkdruk en sociale veiligheid. De eerste stappen die nu gezet worden door mensen om weer collectief voor hun rechten op te komen zijn van groot belang. Dat is de eerste verdedigingsring tegen de bezuinigingsaanval. Die moet worden versterkt en uitgebouwd. Voorzichtigheid is zeker gerechtvaardigd, defaitisme niet.