Maarten Muis
Het demissionaire kabinet kondigde de laatste weken grote bezuinigingen aan op de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Deze medische sector biedt hulp bij veel voorkomende psychische klachten als burn-out, angst, depressie en verslaving. Er is een bedrag van 100 miljoen korting op het budget ingepland door demissionair minister Ab Klink.
Er heerst al jaren onrust in de GGZ over het invoeren van een nieuw declaratiesysteem via de zorgverzekeraars, over het stimuleren van marktwerking en t.a.v. de problemen met de groeiende kosten voor de AWBZ, de wet die niet-verzekerbare langdurige zorg en begeleiding financiert. De botte bijl van de bezuinigingen is nu ter hand genomen.
De draconische maatregelen die nu zijn afgekondigd treffen vooral de zwakste groep cliënten in de GGZ. Plan is om hoge eigen bijdragen te vragen aan cliënten die door een psychische stoornis langdurige zorg en begeleiding nodig hebben. Deze zogenaamde 'tweedelijns-zorg' in de GGZ is bedoeld voor mensen die niet met kortdurende therapieën geholpen kunnen worden, maar door een psychiatrische stoornis zoals schizofrenie, autisme of manisch-depressiviteit aangewezen zijn op langdurige behandeling.
In de kortdurende GGZ (de 'eerstelijn') is al een eigen bijdrage per behandelingssessie van tien euro ingevoerd. Ook zijn daarvan onderdelen aan de vrije markt overgelaten, waarmee nu nieuwe zorgaanbieders een flinke winst weten te maken. De 'moeilijke' patiënten zijn overgelaten aan de krimpende overheidsbudgetten.
Concreet zijn er twee ingrepen gelanceerd om de groep 'tweedelijns'-cliënten te laten meebetalen aan de zorg en begeleiding. Dit is extra cynisch omdat een deel van deze mensen niet uit eigen beweging de zorg en begeleiding ontvangt, maar door de omgeving daartoe gedwongen wordt, al dan niet met wettelijke maatregelen.
Ten eerste is er een specifieke eigen bijdrage tot 175 euro voorgesteld voor de GGZ-zorg, die dus bovenop de algemene eigen bijdrage van 165 euro komt. Zij moeten gaan betalen voor behandelingen, zoals psychotherapie en medicatie. De tweede ingreep, al deels geëffectueerd, is een eigen bijdrage voor de dagbestedings- en werkprojecten die psychiatrische patiënten kunnen volgen.
Deze dagbestedings- en werkprojecten zijn vaak een laatste toevluchtsoord voor een groep mensen die mede door hun stoornis niet kunnen meedoen met normale werk- en vrijetijdsactiviteiten. In veel gevallen is de belangrijkste belemmering niet eens de stoornis, maar de belabberde inkomenssituatie. De andere optie is vereenzamen, met een toename van de klachten tot gevolg en hogere uitgaven op termijn.
De branche-organisatie GGZ Nederland verzet zich tegen de plannen van Klink door erop te wijzen dat de 'tweedelijns'-cliënten vaak al langdurig een slechte inkomenspositie hebben en dat een specifieke bijdrage voor de GGZ de sector discrimineert tegenover de somatische zorg. Zij willen gaan weigeren de bijdrage te innen. Ook belangenverenigingen van cliënten en familieleden spreken van een ongekende harde en onrechtvaardige maatregel.Er bellen al veel mensen, die vrezen dat zij hun behandelingstrajecten en dagbesteding moeten stoppen, naar de informatienummers. Zij weten niet waarvan zij de voorgestelde eigen bijdragen moeten gaan betalen.
Het verzet tegen dit soort maatregelen komt ook van de werknemers in de sector. Zo is er allang veel onvrede over de steeds maar verdergaande bureaucratisering van de GGZ en de als 'marktwerking' verpakte verslechteringen in werkomstandigheden. Hulpverleners klagen dat er steeds minder tijd is voor persoonlijke aandacht en voor het werken met de eigen professionaliteit. De werkdruk is ongekend hoog in de GGZ. Steeds meer draait het om het halen van 'productie-doelen', waarbij de menselijke maat, mede door de fusies tot steeds maar grotere zorgaanbieders, uit de organisatie verdwijnt. De recente ingrepen van Klink kunnen nog op verder verzet rekenen, maar dit is een eerste voorbode dat de kosten van de economische crisis keihard op de zwakste groepen afgewenteld worden.
Dat de zogenaamde 'tweedelijns-zorg' vooral de rekening moet gaan betalen is al door belangenverenigingen voorspeld. Al jaren wordt in de media stemming gemaakt over de groeiende kosten van de zorg en begeleiding bij chronisch psychische klachten. Met name die betaald worden via het Persoons-Gebonden-Budget (PGB) en de AWBZ. In die lijn ligt ook de stemmingmakerij rond de betaalbaarheid van de Wajong en de WSW.
Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen waardoor deze budgetten steeds overschreden worden. Maar het getuigt van ongekend cynisme om het de cliënten in de schoenen te schuiven. Niet alleen is er een maatschappelijke plicht om voor chronisch psychiatrische patiënten de beste zorg te organiseren, ook zullen de maatschappelijke kosten erg hoog worden bij halfhartige en slechte GGZ-zorg. Gevolg zal zijn: meer dure crisiszorg, meer verslaafden, meer criminaliteit, meer overlast en de daarbij behorende kosten. Het groeiende budget van de repressie, onder meer via de wet BOPZ, staat in directe relatie tot verslechterende GGZ-zorg.
Voorbeelden van hoe steeds meer kosten op de GGZ-budgetten worden geboekt zijn te herkennen. Bijvoorbeeld dat welzijnsprojecten waar met name ook psychiatrische cliënten een plek vonden, zoals in sport en buurtwerk, zijn wegbezuinigd. Ook dat de mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor mensen met een chronisch psychische stoornis alleen maar zijn afgenomen de laatste decennia. Mede door veranderingen op die arbeidsmarkt zelf, zoals hogere eisen wat betreft flexibiliteit en inzetbaarheid, verhoogde productie-doelen, meer in minder tijd moeten doen en schaarste aan werknemers binnen de bedrijven en instellingen voor begeleiding van nieuwe werknemers.
Hiervoor in de plaats zijn projecten van werk, begeleiding en dagbesteding opgezet die vanuit de AWBZ en de PGB's worden betaald. Want bijna iedereen die te maken heeft met de GGZ is het ermee eens is dat niets organiseren voor deze groep cliënten alleen maar meer maatschappelijke kosten veroorzaakt. Daarnaast zijn die activiteiten cruciaal voor het persoonlijk herstelproces.
Dat de budgetten van de AWBZ en de PGB's nu ver overschreden worden is niet omdat de GGZ-zorg nu zoveel duurder is geworden, maar omdat veel activiteiten die eerder uit algemene middelen werden betaald, nu geoormerkt zijn als GGZ-budget. Ook de invoering van de WMO heeft er alleen maar toe geleid dat zorginstellingen meer zelf zijn gaan organiseren, omdat bij de gemeentes de wil en kennis ontbreekt om iets te gaan doen voor GGZ-cliënten.
De groep cliënten die door de plannen van Klink getroffen worden zijn vaak in de adolescentie ziek geworden, waardoor de school en opleiding niet is afgemaakt en de mogelijkheid voor het vinden van een baan na het herstel bijna nihil is. Vaak is het toekomstperspectief niet meer dan een Wajong- of Bijstandsuitkering.
De maatschappelijke dimensie van de psychische klachten: migratie, sociale uitsluiting, armoede, perspectiefloosheid en wonen in slechte buurten, wordt vaak onder tafel geveegd. De toename van stress in de maatschappij, zoals het steeds meer zelf verantwoordelijk zijn voor ingewikkelde administratieve handelingen rond uitkeringen, sociale toeslagen, huurcontracten en publieke diensten raakt deze groep GGZ-cliënten ook het meest. Met de plannen van de zich christelijk voordoende Klink wordt de maatschappelijke positie van de GGZ-cliënt verder ondergraven en dus alleen maar zieker gemaakt.
Deze maatregelen vragen om het herstellen van de solidariteit om tot een gezondere maatschappij te komen.