Anna Ioannatou
De inmiddels beruchte overheidsschulden die eind 2009 meer dan 300 miljard euro bedroegen in Griekenland zijn sinds vorig jaar oktober het middelpunt van politieke en ideologische confrontaties. De beide partijen die sinds 1974 het land geregeerd hebben sturen verwijten op elkaar af. Wat de oorzaak betreft zijn er twee 'denkscholen' zichtbaar.
De ene verbindt het probleem met slecht beheer van de economie en met corruptie. Dit standpunt wordt vertegenwoordigd door alle politieke partijen behalve de KKE (Communistische Partij), die de oorzaak verbindt met het beleid van de afgelopen 35 jaar, dat gericht was op het scheppen van een gunstig investeringsklimaat voor de heel grote ondernemingen, vooral monopolies, als uiting van de ware aard van het kapitalisme. Via het verstrekken van baar geld en alle mogelijke privileges stapelden de schulden van de overheid zich in de loop der jaren op. Ondertussen wordt met volksverlakkende formules gewerkt in de stijl van: iedereen, maar dan ook iedereen is verantwoordelijk, maar de politici - dus alle partijen zonder uitzondering - hebben de meeste schuld. Ze zijn allemaal, maar dan ook allemaal corrupt, oplichters en dieven hopend in deze stroom van drek ook de communisten mee te sleuren in de ogen van de bevolking.
De Nea Dimokratia, die vanaf 1974 tot 1981 regeerde, verwijt de 'socialistische' Pasok (nu aan de macht, maar ook vanaf 1981 tot 2004 met een korte onderbreking van '93 tot '96) dat deze met geld gestrooid heeft tijdens vooral de eerste twee jaar van haar bewind om te tonen hoe socialistisch ze wel was en dat je dus echt geen radicale systeemsverandering nodig hebt, zoals de communisten beweerden. Dus: flinke loons- en pensioensverhogingen, die echter niet geput werden uit een verbreding van de productiebasis van het land, maar met overheidsleningen gefinancierd werden en dat schiep op zijn beurt de basis voor een verdere stijging van de overheidsschulden.
Hierop steunt ook de argumentatie, dat loontrekkers en gepensioneerden de schuld zijn van de huidige toestand en wordt er nu dus flink getornd aan inkomens en pensioenen. En dan de enorm opgeblazen sektor overheidsambtenaren, waaraan beide regeringspartijen zich schuldig gemaakt hebben om hun partijcliƫntele op te bouwen en te handhaven. Nu moeten er massale ontslagen onder de overheidsambtenaren vallen en veel van hun privileges ingeleverd worden, zo luidt ook het advies van het Internationale Monetaire Fonds.
In de jaren '80 liep het economische groeicijfer van de 20 jaar daarvoor sterk terug. In de jaren '60 en '70 (gegevens van de Europese Commissie) had de Griekse economie een groeicijfer van respectievelijk 7,7 en 5,1 procent - een van de hoogste ter wereld - dat in de jaren '80 zakte tot 0,7 procent! Tegelijkertijd liep de inflatie op tot meer dan 20 procent. In de jaren '81, '82, '83 en '87 liep het bruto nationaal product (bnp) resp. terug met -1,6, -1,1, -1,1 en -2,3 procent. In 1985 kwam de regerende Pasok toen met een stabiliseringsprogramma met o.a. bevriezing van salarissen en pensioenen. Zoals te doen gebruikelijk in het kapitalisme, neemt de overheid ter crisisbestrijding de schadepost, die bedrijven vanwege de crisis opgelopen hebben, voor haar rekening. Het gebruik van fiscale instrumenten voor dit doel leidt echter tot meer tekorten en schulden. In de jaren '80 verscheen in Griekenland de eerste generatie in moeilijkheden verkerendebedrijven, waarvan de schadepost bij de overheid terechtkwam, terwijl de eigenaren van elke last en aansprakelijkheid ontheven werden, een van de grootste schandalen sinds 1974 ten gunste van de economische oligarchie.
Hoeveel dit het Griekse volk gekost heeft, is nog door niemand - officieel tenminste - berekend. Een ander schandaal zijn de leningen verstrekt door staatsbanken aan ondernemingen (Griekse en buitenlandse) die wilden investeren in het tijdvak 1960-'80. Investeringen hebben echter niet plaatsgevonden en het geleende geld werd nooit terugbetaald.
In plaats van de schuldigen te straffen en hun vermogen in beslag te nemen werd er een streep door alle schulden gehaald. De overheid nam alles weer voor haar rekening via het sluiten van obligatieleningen, waarmee de banken schadeloos gesteld werden. Beide grote regeringspartijen vermijden zelfs maar te spreken over hun eigen enorme verantwoordelijkheid, maar ook die van de rijke oligarchie van het land.
Maar waarom groeide het overheidstekort steeds sneller in de twee decennia die volgden op de jaren '80, toen het Griekse kapitalisme zich immers herstelde? In de jaren '90 steeg het gemiddelde bnp met 2,3 procent en in de jaren 2000-2010 met 2,6 procent, maar de staatsschuld steeg van 71 procent van het bnp in 1990, tot 103,4 procent in 2000 en 124,9 procent in 2010. Hiervoor zijn twee belangrijke factoren aan te wijzen:
De grote werken werden gefinancierd met communautaire gelden, die voor het tijdvak 1990-2010 tot 90 miljard euro opliepen, waarvan 27 miljard op rekening van de Griekse overheid. Als je daar de werken bijrekent van het programma Publieke Investeringen, die alleen nationaal gefinancierd werden, dan kom je op een bedrag van 40 miljard euro. Dit kapitaal was er niet en dus leende de staat. Als je daar nog Griekenland's bijdrage bijtelt aan de financiering van de Structuurfondsen van de EU, dan komt het totale bedrag dat met staatsleningen werd gedekt op 55-60 miljard euro....
Die heb je overal, hoor ik de lezer al zeggen. Jazeker, maar er is wel een flink verschil in de mate waarin. Zo blijkt dat - aldus een studie van de EU - met hetzelfde geld waarmee in andere Europese landen 6 kilometer snelweg gebouwd werd, in Griekenland slechts 1 kilometer werd gebouwd, landsschapsfactoren in aanmerking genomen.
In de jaren die volgden op de vorming van de gemeenschappelijke binnenmarkt ging het bergafwaarts met de Griekse landbouw, de importen stegen fors, terwijl de exporten terugliepen en dus groeide het handelstekort plus het tekort op de betalingsbalans. Deze tekorten worden weer gefinancierd uit staatsleningen en dat dreef de overheidsschulden nog meer op.
Nog een belangrijk hoofdstuk, waar we hier niet verder op kunnen ingaan, zijn de bewapeningsuitgaven. Zelfs het parlement wordt geen toegang verleend tot het gecompliceerde registratiesysteem van deze kosten...
Een voormalig minister van Financiƫn en Economie zei ooit n.a.v. de begroting voor 2004, dat tenminste een kwart van de overheidsschulden te wijten is aan defensie-uitgaven. Dat zou dan een schuld van zo'n 75 miljard eurobetekenen voor eind 2009, als deze verhouding hetzelfde gebleven is.
En niet te vergeten het krankzinnige spektakel van de Olympische Spelen van 2004, met een kostenpost van zo'n 8 tot 10 miljard euro, waardoor alles nog erger werd.
En zo wordt nu danig de hand geslagen aan het inkomen van loontrekkers, gepensonieerden en de afbraak van sociale rechten versneld. Een bevolking moet nogmaals opdraaien voor alles waar zij zelf geen schuld aan heeft, behalve dan het feit dat zij in meerderheid stemt op vertegenwoordigers van de rijke kliek. Het is nu eenmaal niet altijd zo rechtstreeks zichtbaar wie de ware uitbuiters zijn.